27-02-2012

THE ARTIST

                                          

Zo’n engelbewaarder als Peppy Miller wil iedereen wel. Jong en eerzuchtig als ze is droomt ze ervan om, net als zo vele anderen, carrière te maken in Hollywood. In 1927 betekende dat acteren of dansen in een geluidloze zwart -witfilm, dus  over mimische kwaliteiten moest je in ieder geval beschikken. Maar met honderden even begaafde concurrenten in de buurt kom je nog niet ver. Dat betekent producers aanspreken, regisseurs bedwelmen en wachten, wachten op een gunstig moment. Soms zoekt het geluk jou op. Door een toeval ontmoet ze topster George Valentin gewoon op straat, door weer iets toevalligs komt ze hem tegen op een filmset, op zijn aandringen mag ze heel even met hem acteren in een film. A star is born.

George Valentin trekt elke morgen een kaarsrechte scheiding door zijn zwarte, achterover gekamde haar, dat de hele film door keurig blijft zitten, dankzij een kwak brillantine. Hij beschikt over een stralende lach, die sterk geaccentueerd wordt door twee oneindige rijen glanzend witte tanden. U behoort nu te denken aan Ivor Novello of Douglas Fairbanks jr. of Cary Grant. Zijn perfecte, smalle snorretje is geleend van Clark Gable of omgekeerd. Want de Franse regisseur van “The Artist “ (2011) citeert rijkelijk uit Hollywoods filmgeschiedenis, wat een hommage lijkt, maar het niet altijd is. Als de geluidsfilm nadrukkelijk van zich laat horen, wordt ook een ster als George zonder plichtplegingen aan de deur gezet. “Het publiek wil nieuw vlees en geen sterren van vroeger die opeens gaan praten “ is het argument. En zo gebeurde dat einde jaren twintig inderdaad in de droomfabrieken. Topkomiek Buster Keaton raakte zelfs in een psychiatrische kliniek terecht.

George begint te drinken, verliest zijn vermogen, maar twee mensen en één hondje blijven hem trouw. Daartoe behoort Peppy Miller. Zij stijgt, hij dondert naar beneden; vergeten doet ze hem echter niet. Dankbaarheid blijkt haar motor, terwijl ze waarschijnlijk ook verliefd op hem is. Dat zegt ze niet, maar de oplettende toeschouwer, gekneed door talloze Hollywood - producties, hoopt en ziet. Een happy end kan niet uitblijven, al moet de kijker, samen met George, door veel traditionele Hollywood - ellende heen.

Topregisseur Alfred Hitchcock ( in de filmwereld is alles en iedereen ‘top’ of ‘super’) hield van weinig tekst en sprekende beelden. “ Talking heads aren’t film” placht hij te zeggen.  Hij zou hebben genoten. “The Artist” kent nauwelijks geluid, maar weet te boeien door goed acteerwerk en een interessant scenario. Dat leunt namelijk sterk aan tegen de gebruikelijke Hollywood – verwikkelingen, is dus gedeeltelijk voorspelbaar, wat weer tot herkenning en humor leidt, terwijl het hoge tempo  de aandacht van de toeschouwer vasthoudt.  De oogst: vijf Oscars, en ook nog in de belangrijkste categorieën, namelijk beste film, beste regisseur, beste hoofdrolspeler. Dan heb je geen engelbewaarder meer nodig.