27-05-2020

EEN FILMKLASSIEKER: BARRY LYNDON

Bij het kijken naar Stanley Kubricks meesterwerk Barry Lyndon bekruipt je na enige tijd het gevoel: dit heb ik al eens gezien! Waar ken ik dat van? Vervolgens realiseer je je: deze beelden lijken op schilderijen. De val van het zonlicht op die begroeide heuvels, dat kasteel zo onbereikbaar op een verre berg, een adellijke dame van opzij bekeken in haar beste gewaad...hoe heette dat museum ook alweer? Inderdaad, toen Kubrick besloot de bekende roman van William Thackeray (1811 - 1863) te verfilmen, besloot hij een groot aantal schilderijen uit de achttiende eeuw te bestuderen, met name die van zijn landgenoot Thomas Gainsborough, maar ook Vermeer en Ruysdael hadden zijn aandacht. Veel van de prachtige, overdadige kostuums zijn gekopieerd naar de kledij van de edellieden op die schilderijen. Uitermate sfeervol, bewonderenswaardig intiem zijn de taferelen binnenskamers. In de achttiende eeuw gebruikte men alleen kaarslicht. Kubrick liet speciale lenzen komen, die Zeiss had geleverd aan  NASA. Ze waren in staat  kaarslicht perfect weer te geven, zeker wanneer John Alcott de camera bediende. Donkere ruimtes, een gegroefd hoofd, een elegante vrouw op leeftijd, alles slechts belicht door kaarsen...het lijkt Rembrandt wel. Voor buiten wilde Kubrick alleen puur zonlicht; omdat de hele film in Ierland en Engeland werd opgenomen, hoeft het geen verwondering te wekken dat hij 300 dagen nodig had.

Film wil natuurlijk zeggen: goed kijken, nauwkeurig observeren. Film is een een wereld in beelden, ondersteund door muziek en tekst. Voor de muziek koos hij de klassieken: Händel, Mozart, Schubert, Vivaldi. En de tekst...ja, waar gaat de film eigenlijk over? Kubrick schreef zelf het scenario; hij baseerde zich op  de schelmenroman The Luck of Barry Lyndon uit 1844, al bracht hij ook enkele wijzigingen aan. In de film laat hij een afstandelijke verteller het woord doen, die geregeld kritiek uit op de handel en wandel van Redmond Barry, zoals zijn echte naam luidt. Hij doet zich altijd voornamer en dus rijker voor dan hij is, en raakt al snel in moeilijkheden als hij in een duel (vechten, schieten, schermen kan hij goed) zijn rivaal doodt. Barry slaat op de vlucht, en eigenlijk zal dat zijn hele leven zo blijven. Hij raakt in de Zevenjarige Oorlog (1856 - 1863) verzeild, beurtelings in Britse, dan weer in Duitse dienst. Een paar jaar trekt hij met een compagnon hoven en casino's langs om mensen met kaarten op te lichten. Moe van dat elegante geploeter loert hij op de kans een schatrijke dame aan de haak te slaan. Dat lukt, want Barry (gespeeld door Ryan O'Neal) kan heel charmant zijn.

 Maar dan beginnen de moeilijkheden pas echt, want Barry is zo'n oppervlakkige man die alleen denkt aan vandaag. Hij is een opportunist die de tact en het inzicht mist om mensen voor zich in te nemen. Overwinningen blijken vluchtig, narigheid dient zich altijd weer aan. Het is niet anders. De film kreeg vier Oscars, maar een commercieel succes werd hij niet. Collega - regisseurs waarderen Barry Lyndon wel: op de lijst Beste Films Aller Tijden, opgesteld door een vooraanstaand Brits filmblad in 2012, zetten zij de film op de negentiende plaats.
Film: Barry Lyndon. Regisseur: Stanley Kubrick. Acteurs: Ryan O'Neal, Marisa Berenson, Hardy Krüger. Uitgebracht: 1975.

13-05-2020

HET GEWICHT VAN DE WOORDEN

Hij is vooraan in de zestig als vertaler en uitgever Simon Leyland van zijn neuroloog de uitslag van een onderzoek te horen krijgt: een kwaadaardige hersentumor. Nee, een operatie is niet mogelijk. Hoe lang nog te leven? Een paar maanden, misschien een jaar. Tien weken loopt hij met deze vreselijke tijding rond. De meest tegenstrijdige gevoelens nemen bezit van hem. Hij verkoopt met bloedend hart zijn uitgeverij, waardoor hij meteen een vermogend man wordt, en dan stormt zijn dochter Sophia, die in het ziekenhuis werkt, het huis binnen met de krankzinnige mededeling dat alles op een vergissing berust. Simon is kerngezond.

Hij verhuist van Triëst naar Londen, om daar in het gerieflijke huis te trekken dat een oom hem nagelaten heeft. Hier, te midden van die fantastische bibliotheek, kan hij gaan nadenken over de invulling van de rest van zijn leven. Maar ook: hoe was hij geweest? Wat had hij eigenlijk met zijn leven gedaan? Heeft hij zijn eigen verwachtingen vervuld? En: wie heb ik echt gekend? Hij verzamelt mensen om zich heen die zijn zoals hij: bezeten van taal, gretige lezers, poëzieminnaars, kenners van de meest uiteenlopende talen, liefhebbers van woordenboeken en grammatica's. En omdat de auteur van Het gewicht van de woorden Peter Bieri (Bern, 1944) is, voormalig professor in de filosofie, behandelen deze intelligente, welbespraakte vrienden en vriendinnen van Simon uitvoerig onderwerpen als: de invloed van ouders op hun kinderen; wat is poëzie; euthanasie; wat is goed vertalen. Een puntje van kritiek: ze lijken allemaal wat op elkaar in hun manier van praten en denken. Hier is toch echt de professor zelf aan het woord.

Maar wat de schrijver met deze diepzinnige roman heeft willen uitdrukken is helder. Het leven is een strijd tussen onze eigen wensen en de druk van de buitenwereld. Daarom vluchtte Simon als jongen van zeventien weg van het gymnasium, weg van het ouderlijk huis, om te gaan werken in een schamel Londens hotel. Om vrij te zijn moeten we ontdekken wie we zijn, om vervolgens onze eigen keuzes te maken. Zelfkennis is dus de sleutel tot de vrijheid. Herinneringen helpen daarbij, en voor Simon is schrijven ook een belangrijk middel zichzelf te leren kennen. Je moet trouwens toch al veel uitproberen voor je weet wat bij je past. Zo stapt dochter Sophia over van de medische wereld naar het maken van documentaires, en ook zoon Sydney kiest een andere werkkring. Lastig daarbij is dat je als mens verandert door alles wat je meemaakt. Het is dus altijd een worsteling om je identiteit te vinden. Maar als dat lukt, kun je je vrij noemen, al is volledige vrijheid natuurlijk een illusie. En wat is de eigenlijke plek van de vrijheid? Voor Simon is dat de verbeelding. In verhalen, vooral als je die zelf kunt schrijven, ben je heer en meester.
Pascal Mercier, Het gewicht van de woorden. Vertaling Els Snick. Amsterdam, 2019. 447 blz.