28-02-2018

HET REUZENRAD VAN WOODY ALLEN

Coney Island is een schiereiland, gelegen aan de rand van New York, met een strand aan de Atlantische Oceaan. Het aldaar gevestigde pretpark, met hoog daarboven uitstekend het wonder wheel (reuzenrad), is aan het eind van de jaren vijftig al aan het verlopen. Humpty, een rauwe, schreeuwerige man die de carrousel bedient en zijn tweede vrouw Ginny, een serveerster, hebben  moeite om aan de kost te komen. En dan verschijnt ook nog Carolina, de dochter van Humpty uit zijn eerste huwelijk, die smeekt om onderdak, want ze is weggelopen van haar man, een gevreesde gangster. Deze drie personen met uiteenlopende karakters en verschillende belangen, botsen voortdurend op elkaar, waarbij ze in lange monologen en in uitvoerige gesprekken vertellen over hun vervlogen dromen en het leven dat ze geleid hebben. Er komt nog een vierde persoon bij: Mickey, een jongere man, badmeester en vooral student in Europees drama, die de toeschouwer het verhaal vertelt en becommentarieert.

Want in al die levens ligt de dramatiek hoog opgetast. Ginny (gespeeld door Kate Winslet) mag zich graag hals over kop in liefdesrelaties storten met vaak een rampzalige afloop; Carolina heeft zich ooit laten verblinden door een jongeman met dure kostuums en veel te kostbare geschenken; Humpty (Jim Belushi, jongere broer van de beroemde John) doet wel ruig, maar vrouwen pakken hem in en zonder Ginny is hij hulpeloos. Mickey (Justin Timberlake) is van alles op de hoogte, zoals het een aankomend toneelschrijver betaamt, en legt uit hoe deze mensen in elkaar zitten en wat hun leven bepaalt.

Eigenlijk, benadrukt hij, kan de mens niet zoveel. Hij is slechts een nietig wezentje, onderworpen aan de macht van de Grieks - Romeinse godin Ananke, die over het lot gaat, en dat kan ook het noodlot inhouden. Het leven is veel minder grijpbaar dan we wel denken, want we laten ons vooral door emoties leiden en het nuchtere verstand wordt achteloos terzijde geschoven. Woody Allen (scenario en regie) is bloedserieus in deze film. Deze keer kan er geen lachje vanaf, zodat de dramatische scènes elkaar in hoog tempo opvolgen. Dat is ook mijn bezwaar: met de camera wordt er weinig gedaan, de acteurs moeten hele lappen tekst uitspreken, je zit  te zeer naar verfilmd toneel te kijken. Maar toch: het verhaal zelf zit uitstekend in elkaar en de karakters blijven je fascineren, want mensen, we weten het allemaal, zijn onvoorspelbaar.
Wonder Wheel. Regisseur: Woody Allen. Acteurs: Kate Winslet, Justin Timberlake, Jim Belushi, Juno Temple. Uitgebracht: 2017.

17-02-2018

DE HORLOGEMAKER VAN LONDEN

Vandaag neem ik u mee naar het Londen van het einde van de negentiende eeuw, met lantaarnopstekers, suffragettes, vrouwen die op straat begeleid worden door een chaperonne, èn bomaanslagen van Ierse terroristen. Thaniel Steepleton, telegrafist op het ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt daar nadrukkelijk mee geconfronteerd als hij bij thuiskomst een prachtig zakhorloge aantreft. Het zit in een fluwelen doosje met een wit lint eromheen en is gemaakt van een roodachtig goud; de ketting bestaat uit gladde, gave schakels. Op het lint is een etiket bevestigd, met daarop:  'voor meneer Steepleton'. Als er twee maanden later een bomaanslag op het ministeriële gebouw plaatsvindt, zal dit horloge zijn leven redden. Met steun van de Britse geheime dienst gaat hij op zoek naar de maker ervan.

Dat blijkt Keita Mori te zijn, een Japanse baron, die in Londen als horlogemaker werkzaam is. Ongeveer even oud als Thaniel, net als hij een einzelgänger, blijkt Mori een technisch genie: in zijn werkplaats bevinden zich elektrische vuurvliegjes en bronzen vogeltjes, terwijl een mechanische octopus een speciale plaats in het leven van zijn maker inneemt. Hij heet Katsu, steelt zakdoekjes en stropdassen en zoekt geregeld de omarming van zijn baasje op. Want Mori is heel bijzonder. Dat merkt Thaniel als hij, op verzoek van de geheime dienst, een kamer huurt bij de Japanner. Waar hij is, gebeurt er vaak wat onverwachts. Zou hij iets met die bommen te maken hebben?

De gebeurtenissen stapelen zich op als Grace Carrow in beider leven verschijnt. Zij is een jonge natuurkundige, tamelijk lelijk van uiterlijk, maar slim genoeg om de bescheiden Mori te doorzien. Zoals hij mechanisch alles naar zijn hand zet, zo manipuleert hij ook Thaniel, vindt ze. En in hoeverre bestaat er nog Toeval, of het Lot, of het Noodlot, voor een man die zó scherp denkt, zo'n mensenkennis heeft, dat hij van zichzelf zegt dat hij zich de toekomst kan herinneren?

Het knappe van deze roman is, dat de schrijfster (dit is haar debuut!) op een handige wijze historische feiten met fictie weet te verbinden, om daar vervolgens haar ongebreidelde fantasie op los te laten, zodat de geamuseerde lezer van de ene verbazing in de andere valt. Je komt niet alleen in het Victoriaanse Londen terecht, maar ook in het Oxford van 1884 en het Japan van 1871, waar de jeugdige keizer het moeilijk heeft met ongehoorzame leden van eeuwenoude adellijke families. Zeker, uiteindelijk gaat dit boek over trouw, vriendschap, of zelfs liefde, maar diep in haar hart zal de schrijfster toegeven dat ze vooral wil vertellen, vertellen, vertellen. Ik heb me uitstekend met haar vermaakt.
Natasha Pulley, De horlogemaker van Londen. Vertaling door Caecile de Hoog van " The Watchmaker of Filigreestreet ", Londen, 2015. Utrecht, 2017. 350 blz.

03-02-2018

DE REST VAN DE DAG

Lang heb ik geloofd dat Stevens, die voorname butler, nooit verliefd is geweest. Tijdens zijn autotocht naar de West Country om juffrouw Kenton te bezoeken vertelt hij ons zijn herinneringen, maar verliefdheden komen daar niet in voor. Zes dagen is hij van huis, en we krijgen van hem te horen dat hij jarenlang bij de in Engeland befaamde lord Darlington heeft gewerkt. Darlington Hall was zó omvangrijk, dat hij als hoofdbutler zijn handen vol had om die hele huishoudelijke organisatie te leiden. Veel plichten dus, genoeg vrouwen om zich heen, maar liefde...nee. Wat is Stevens eigenlijk voor een man?

Begonnen als livreiknecht, met een vader die in vakkringen bekend stond als een vooraanstaand butler, had Stevens - zijn voornaam wordt nooit genoemd - de ambitie om een gróót butler te worden. Maar hoe doe je dat? En wat ìs dat eigenlijk? Hij mag daar graag over filosoferen, en een antwoord heeft hij ook. Natuurlijk spreek je met een goed accent en beheers je uitstekend de Engelse taal, beschik je over een uitgebreide kennis van de meest uiteenlopende zaken. Dan ben je een goede butler. Echt groot is hij die constant waardigheid uitstraalt en bij een vooraanstaand huis dient. Waardig wil zeggen dat je onder alle omstandigheden beheerst bent, in de plooi, uiterst correct. Slechts in volstrekte eenzaamheid mag je dat masker laten vallen. En vooraanstaand? Je dient bij de adel, zeker, maar rijke mensen van niveau komen ook nadrukkelijk in aanmerking. Want moreel hoogstaand is absoluut noodzakelijk.

En daar worstelt Stevens nu mee. Zijn lord Darlington kende veel belangrijke politici, hij zag de maatschappelijke ontwikkelingen in de jaren dertig met gefronste wenkbrauwen aan, en achtte het zijn plicht daar wat aan te doen. Maar hij bleek naïef en makkelijk te manipuleren. Niet alleen Churchill kwam langs, maar ook de fascist Oswald Mosley, en te dikwijls Hitlers rechterhand Von Ribbentrop. Na de oorlog werd de lord, de man aan wie Stevens zijn leven gewijd had, ter verantwoording geroepen.. Hoezo 'hoogstaand' ? Hoezo 'een groot butler' ?

En met de liefde worstelt hij toch ook wat. Waarom nam hij alleen lelijke meisjes aan? En als hij in zijn schaarse vrije tijd eens een boek las, waarom waren dat toch vaak liefdesromannetjes? En het gevoeligste van allemaal: hoe zat dat met juffrouw Kenton, overigens allang mevrouw Benn?  Na jaren alleen briefcontact, nu, op je oude dag, in je eentje dagen onderweg om haar over te halen terug te komen naar Darlington Hall? Wordt het niet tijd, Stevens, om harnas èn masker definitief te verwijderen?

In 2017 ontving Kazuo Ishiguro de Nobelprijs voor Literatuur. Wie The Remains of the Day, of de Nederlandse vertaling daarvan, gelezen heeft, begrijpt waarom.
Kazuo Ishiguro, De rest van de dag. Amsterdam, 2013, zesde druk, 276 blz. Vertaling door  Bartho Kriek van The Remains of the Day, Londen, 1989.