31-01-2022

VERHALEN VAN JOHN CHEEVER

Hoewel zijn privé - leven getekend werd door alcoholisme, biseksualiteit en een zwaar huwelijk, liep zijn schrijverscarrière vanaf het begin vrij vlot. Ga maar na: op zijn zeventiende won John Cheever (Quincy, Massachusetts, V.S.; 1912 - 1982) een korteverhalenwedstrijd, georganiseerd door het dagblad Boston Herald. Een jaar later lukte het hem om een ander verhaal in The New Republic, een maandblad, geplaatst te krijgen. Hij begreep dat de short story zijn genre was. In 1935 kocht het vooraanstaande weekblad The New Yorker voor 45 dollar een kort verhaal. In 1942 verscheen zijn eerste bundel, een paar jaar later gaf  een gerenommeerde uitgeverij, Random House, hem een voorschot om een roman te schrijven. Er bestaan auteurs die een moeizamere start hebben. Maar waar gaat zijn werk eigenlijk over?

Kijk eens naar De enorme radio uit 1947. Door een technische storing is deze radio verbonden met de andere flats in het gebouw. Daardoor kan Irene de mensen die daar wonen, afluisteren. Veel geldproblemen, roddel, scheldpartijen. Al die keurige, vriendelijke bewoners die jou uitnodigen voor een borrel (wat wordt er veel gin gedronken bij Cheever!), blijken onverwacht nare trekjes te hebben. Schijn en werkelijkheid, buiten en binnen, uitwendig en inwendig, ze verschillen duidelijk. Weet u trouwens hoe de zondagavonden er in zo'n Amerikaans voorstadje (suburb) uit zien? "Een door en door landerige sfeer, doods vanwege de vertrekkende weekendgasten, de muffe cocktails, de verwelkte bloemen, de rondslingerende afhaalmaaltijden. "  

Cheever mag graag werken met licht absurdistische motieven. Zo is in een ander slaperig stadje de oudere, gehuwde dokter Trencher op het obsessieve af verliefd op Ethel. Zij moet scheiden van haar man! Hij wil onmiddellijk trouwen! Ze trekken dan samen ver weg! De tijd om te scheiden heet het verhaal dus, met een kille echtgenoot, die (ook hij) constant in geldnood zit. Trouwens: aangename, prettige hoofdpersonen komen in de bundel Visioen van de wereld niet voor. 

Zijn twee beroemdste verhalen zijn ook verfilmd. De trein van vijf uur achtenveertig werd in 1960 opgenomen in het zesde seizoen van Alfred Hitchcock presents. De kille (opnieuw!) Blake, een man die graag misbruik mag maken van zwakkere mensen, wordt meedogenloos afgestraft door een voormalig slachtoffer. Wraak en vernedering vullen elkaar perfect aan. Zo huiveringwekkend kan een verhaal zijn als een groot verteller er zich mee bezighoudt.

The Swimmer werd in 1960 als speelfilm uitgebracht, met Burt Lancaster in de hoofdrol. Ook hier een beetje Kafka. Hoofdpersoon Neddy besluit via een keten van zwembaden naar huis te zwemmen. Aanvankelijk wordt hij, als hij van het ene naar het andere bad wipt, door iedereen hartelijk begroet, maar na verloop van tijd bejegent men hem en soms zelfs vijandig. Bij zijn eigen huis aangekomen, wacht hem een onaangename verrassing. 

Meeslepende, sombere short story's treft u in deze onlangs verschenen bundel aan, over mensen die hun illusies moeten laten varen en hard werken om het hoofd boven water te houden. Waarom moet u toch deze bundel lezen? Cheever is een meesterverteller die u net zo lang vasthoudt totdat u alle verhalen verslonden heeft.

John Cheever, Visioen van de wereld en andere verhalen. Samengesteld en ingeleid door Julian Barnes. Vertaald door Else Hoog en Jan Fastenau. Atlas Contact, Amsterdam/ Antwerpen; 2021. 352 blz.


15-01-2022

ALTIJD MAAR WACHTEN

 Wat doet een oudere acteur die al drie jaar niet gespeeld heeft? Etienne neemt klussen aan die op de een of andere manier met toneel te maken hebben. En daarom zien we hem, onbehaaglijk rondkijkend, een echte gevangenis binnenlopen. Overal hekken, bewakers, deuren die luid klikkend openspringen en torenhoge galerijen. Hier zitten de zware jongens.

Zij krijgen, voor wie dat wil, acteerles van Etienne. Sommigen willen stand - up doen; bij de vorige docent moesten ze fabels navertellen. Als er eentje terloops opmerkt dat hun leven vooral uit wachten bestaat: op bezoek, op het eten, op het luchten, op strafvermindering, krijgt Etienne een lumineus idee. Wachten op Godot van Samuel Becket! Een klassiek, absurdistisch toneelstuk, waarin de twee hoofdpersonen constant wachten op iemand die maar niet komt opdagen. Hij besluit dit stuk met zijn gevangenen in te studeren.

Allerlei hindernissen dienen vervolgens overwonnen te worden. De gevangenisdirecteur, de rechter, de beheerder van het theater, en vooral de acteurs zelf: iedereen doet moeilijk. Ze hebben zich ook aangemeld om aan het doodsaaie gevangenisleven te ontkomen, maar nu moeten ze teksten van buiten leren, duidelijk praten, op tijd zijn. Het lukt, want Etienne kan met ze omgaan: streng, kwaad, grappig, toegevend, al naar het uitkomt. 

De eerste opvoering is een groot succes; de publiciteit die daar op volgt levert zelfs een tournee door Frankrijk op. Maar boeven zijn ook mensen, dus kortzichtig en onvoorspelbaar. Als Etienne in het voorbijgaan hoort waarom zijn acteurs eigenlijk in de bak zitten, staart hij met gefronste wenkbrauwen in de spiegel. Kan hij onder alle omstandigheden op hen aan?

In 1986 maakte de Zweedse regisseur Jan Jönson in het echt mee wat hierboven geschetst is. Emmanuel Courcol gebruikte deze belevenissen om er een feelgoodfilm van te maken, wat hem uitstekend gelukt is. De meeste critici vonden dat het allemaal wat heftiger, minder braaf had gemogen. Jawel, maar het opzienbarende slot toont, tot mijn grimmig genoegen, nog eens nadrukkelijk wat je van mensen kunt verwachten als het er echt op aankomt. 

Un Triomphe. Regisseur: Emmanuel Courcol. Acteurs: Kad Merad, David Ayala, Lamine Cissokho, Sofian Khammes. Land: Frankrijk. Uitgekomen: in 2020.                                                                                                                     



01-01-2022

EINDELIJK WRAAK

Vastbesloten loopt meneer Arthur op de deur af . Als hij ervoor staat wacht hij, haalt diep adem en stapt naar binnen. Een lange, magere man met een kalend hoofd kijkt vanachter zijn bureau  verrast op. Dan verstrakt zijn gezicht, want hij ziet dat meneer Arthur een revolver tevoorschijn haalt. Die legt het wapen op het blad, kijkt de man strak aan en zegt langzaam: " Hij is nu nog ongeladen, maar thuis liggen drie patronen. Ik zit op schietles. Als ik dit wapen beheers kom ik terug, met een geladen revolver. Je hebt me lang genoeg getreiterd, Kees." Hij pakt het wapen weer op, steekt het bij zich en verlaat het vertrek. 

Meneer Arthur heeft zijn auto onopvallend geparkeerd bij een goed onderhouden, ruim huis, dat toch al wat ouder is, gelegen in een wijk waar mensen wonen met een bovengemiddeld inkomen. Hij bestudeert het zorgvuldig. Die brandbom, denkt hij, zou ik door dat raampje kunnen gooien dat vaak open is en waarschijnlijk bij de badkamer hoort. De bovenverdieping fikt dan meteen, de rest volgt  snel. Hij ziet dat de deur van het huis opengaat; Kees, die hij in gedachten altijd de Vogelverschrikker noemt, loopt naar buiten, stapt in zijn auto en rijdt weg. Dat is een idee, denkt meneer Arthur. Hij ziet het helemaal voor zich: een bepaald soort bom onder de auto bevestigen, en wel zo dat die bom ontploft op het moment dat Kees zijn wagen start. In gangsterfilms zie je dat vaak gebeuren. Geweldig!

Meneer Arthur en de Vogelverschrikker werken beiden op een kantoor dat gelegen is op een duidelijk hoger gedeelte van de stad. Nu wil hij zijn aartsvijand het volgende voorstel doen.  Kees komt op de fiets naar zijn werk, meneer Arthur neemt de auto. Als ze om zes uur naar huis gaan, doen ze dat gelijktijdig. Kees daalt per fiets de berg af; meneer Arthur wacht in zijn auto en volgt hem, haalt hem halverwege in, stuurt naar rechts en rijdt Kees volledig van de sokken. "Durf je dat, Kees? Of ga je ervan uit dat ik dat toch niet doe en jou alleen maar bang wil maken?" 
"Dat zou moord met voorbedachten rade zijn, Arthur. Dat betekent: levenslang. En in Nederland houdt dat in: echt je hele leven. Dat doe jij nooit, jongen." 
Meneer Arthur kijkt hem triomfantelijk aan. " Ik heb alvleesklierkanker, Kees. Ik heb nog maar kort te leven. Voor ik doodga wil ik nog tenminste één goed werk verricht hebben." 

De ochtendzon gluurde door de gordijnen, terwijl meneer Arthur tevreden zijn ogen opsloeg. Wat de dag niet biedt, levert de nacht wel.