29-11-2018

EEN VROUW IN HET ZWART

Weet u wat een accabadora is? Op Sardinië weten ze dat wel. Nog in de jaren vijftig kende elk dorp een vrouw die mensen bezocht van wie iedereen wist dat hun einde nabij was. Als ze ernstig leden kwam de accabadora 's avonds of 's nachts, vaak op verzoek van de familie, aan het bed van de stervende. Stemmig in het zwart gekleed, in een verder verlaten vertrek, bood ze haar hulp aan.

De coupeuse Bonaria Urrai is zo'n vrouw. Nooit getrouwd, geen kinderen, kiest ze op gevorderde leeftijd de zesjarige Maria uit als fillus de anima, wat 'kind van de ziel' betekent. Maria's moeder had al drie kinderen, deze vierde kan ze niet onderhouden. Bonaria is bereid, als een tweede moeder, dit slimme meisje in haar huis op te nemen en op te voeden. Maria kent geen heimwee, voelt zich al gauw thuis, maar zal Bonaria nooit 'moeder' noemen. Het zal jaren duren voordat ze weet wat haar tweede moeder 's avonds laat buitenshuis uitspookt.

De werkzaamheden van de accabora zijn verweven met het bijgeloof dat in die Sardijnse dorpjes volop heerst. De stervende moet zó zwak zijn dat hij niet meer kan spreken; alles wat gewijd is (heiligenbeelden, rozenkransen), dient opgeborgen te worden; het juk van een os onder het kussen kan helpen om de strijd te verlichten. Toen Bonaria eens bij een man werd geroepen die nog wat kon zeggen, ontstak ze in woede en riep de ontzette familieleden toe: "Jullie zijn allemaal vervloekt! Ook jullie kinderen en kleinkinderen zullen vervloekt zijn!"

Want deze dorpjes beschikken wel degelijk over een katholieke kerk en een pastoor die de gebruikelijke diensten verzorgt. De cirkelgang van de seizoenen, het tijdig plukken van de druiven, het wel en wee van de familie behoren begeleid te worden door eeuwenoude gewoontes en diepgewortelde gebruiken. Dus staat er in de nacht van de eerste november eten klaar voor de zielen van de familie, met verkruimelde tabak op de tafel, zodat je hun vingerafdrukken kunt zien. Daarom stop je, om je vijand te vervloeken, een jong hondje in een zak met een speciaal brokje basalt en verberg je dit alles op zijn grondgebied. In deze overzichtelijke en soms benauwende wereld groeit Maria op en wordt ze vrouw.

In Italië is Michela Murgia (1972; Cabras, Sardinië) een schrijfster die voor deze roman in 2009 diverse prijzen in ontvangst mocht nemen. Ze is werkzaam als docent en politiek actief, treedt op in tv - programma's. Ook zij was eens een fillus de anima, trouwde ook op haar geliefde eiland. De accorbadora (in Nederland ook uitgekomen onder de titel De laatste moeder) geeft treffend weer hoe zo'n afgesloten, landelijke  gemeenschap op het platteland leeft, voelt, denkt. Een pareltje, dit boek, en Murgia een schrijfster om in de gaten te houden.
Michele Murgia, De accabodora. Uit het Italiaans vertaald door Els van der Pluijm. Amsterdam, 2010. 159 blz.

15-11-2018

KORT VERHAAL(3)

Toen Gerrit ontdekte dat hij in de loop der jaren toch wat stijf begon te worden, besloot hij op een vaste dag, op een vast tijdstip, te gaan zwemmen. Alle spieren worden gebruikt, de gewrichten in werking gesteld, hart en longen aangenaam beziggehouden. Kortom: zwemmen is overal goed voor. Doen!

Het werd dinsdagochtend om negen uur. Een vol uur met je lichaam stoeien in water met een prettige temperatuur, onder het vakkundige toezicht van een badmeester of badjuffrouw. Gerrit bleek niet de enige oudere die zijn lichaam niet wilde laten verroesten. Zo'n twintig zwemmers en zwemsters van ongeveer zijn eigen leeftijd legden het ene na het andere baantje af, de vrouwen meestal in groepjes, de mannen vaak solo. Maar leunend tegen de rand van het bad bleek iedereen beschikbaar voor een opgewekt, alledaags praatje.

Financieel gezien lag er een scheidslijn die vooral de juffrouw aan de kassa lastige momenten bezorgde. Op je vijfenzestigste hoefde je één euro minder te betalen. Maar wat doet een kassière als iemand een tientje voor haar neerlegt? Hoeveel geef je terug? Beter gezegd: hoe oud is die man of vrouw? Gerrit maakte het mee dat de man voor hem meldde dat hij te veel terugkreeg. Hij zag eruit als 70, maar bleek slechts 58 te zijn.

Gerrit, behulpzaam als altijd, had voor zichzelf de volgende tactiek uitgedacht. Bij het betalen zei hij luid en duidelijk: "Vijfenzestig plus!" of "Met korting!" of "Ik ben 65." Het gebeurde dan weleens dat de kassamevrouw hem bedankte, want: "Soms kan ik het echt niet zien." Helaas reageerde niet elke kassière zo.

Een weekje geleden legde Gerrit zijn geld voor een hem onbekende juffrouw neer, en sprak zijn gebruikelijke tekst uit: "Vijfenzestig plus." Een onbedaarlijk gelach was zijn deel. "Nou, dat hebben we heus wel in gaten, hoor! " Gerrit keek verschrikt op. Het bolle mens zat te schudden op haar stoel. "Dat kunnen we hier echt wel zien!"



KORT VERHAAL(2)

Natuurlijk had Hannah veel aan haar tante te danken. Omdat haar ouders dag en nacht met de zaak bezig waren, konden ze weinig aandacht besteden aan hun enigst kind, en tante Magda, kinderloos, ongetrouwd, was altijd bereid bij te springen. Ze ving de kleine Hannah jarenlang op als ze van school thuiskwam, kocht met haar kleren, ging met haar naar huis - en tandarts, hoorde haar verhalen aan, droogde haar tranen als er iets naars was gebeurd. Inderdaad, een tweede moeder.

Hannah groeide uit tot een uitgesproken mooi meisje. Lang, blond, sproetjes, met een gave huid en een opgeruimd karakter. Op haar zestiende stonden er al jongens op haar te wachten en oudere mannen mochten graag een praatje met haar maken. Met een mengeling van trots en jaloezie zag tante Magda dit alles aan. Zijzelf was altijd klein, krom en lelijk geweest; jongens en mannen bleven altijd ver uit haar buurt. Ze begon wat snibbig tegen Hannah te doen, en ook wat bazig. Enkele jaren liet zij zich dat welgevallen. Gehoorzaam als zij was, ging Hannah ervan uit dat haar tante in alle situaties het beste met haar voor had.

Totdat Hendrik op haar pad verscheen. Hij zag eruit zoals tante Magda zich haar minnaar had voorgesteld: de latin lover, met alles erop en eraan. Getinte huid, dik zwart haar, donkere ogen, veel haren op zijn borst. Toch een doodgewone Nederlandse jongen, met een Italiaanse moeder. Hannah en Hendrik vielen als een blok voor elkaar, met Magda die knarsetandend toekeek.

Magda adoreerde Hendrik, overlaadde hem met complimenten, maar zocht de confrontatie met Hannah. Die was aanvankelijk weerloos, durfde na verloop van tijd wat meer terug te zeggen en waagde het zelfs om het met haar eens zo geliefde tante oneens te zijn. Magda sloeg dan onverwacht venijnig toe. Toen in een discussie de naam van Hendrik opdook, gromde ze: "Je mag blij zijn dat hij jou ooit gewild heeft." Tussen beide vrouwen is het nooit meer goed gekomen.

KORT VERHAAL(1)

Aangezien Gerrit wel wat ijdel is, maar dat voor zijn omgeving niet wil weten, sluit hij zich eenmaal per dag in de badkamer op om zichzelf te bekijken. Hij dempt dan het licht, gaat op enige afstand van de spiegel staan en monstert met enig welgevallen zijn spiegelbeeld. Een halfjaar geleden zag hij toch wat vreemds toen hij zijn charmante, brede lach uitprobeerde. Het leek wel of één tand in zijn bovengebit scheef stond. Ach, gezichtsbedrog, vermoedde hij. Toen hij de proef een maandje later herhaalde, moest hij toch dezelfde conclusie trekken: scheef. Gerrit raadpleegde zijn vrouw, die het met hem eens was en zelfs meldde dat ze het al veel eerder gezien had, maar hem niet ongerust had willen maken.

De tandarts had aan één blik voldoende. "Uw tanden lopen", gaf hij toe. "Als u er wat aan wil doen, moet u naar de orthodontist voor een beugel."
"Dat is toch alleen wat voor jongere kinderen?" vroeg Gerrit, die met enige ontsteltenis aan al die vreemd gevormde buitenbeugels dacht die hij vroeger twaalfjarigen had zien dragen. Zijn tandarts en later de beugelmevrouw stelden hem gerust. Zij had ook bejaarden (zover was Gerrit nog niet) geholpen en de beugel zou weliswaar een jaar lang zichtbaar blijven als hij glimlachte, maar ja, daar kreeg hij ook een glanzende rechte lijn boventanden voor terug. Nee, gratis was het niet.

Iedereen aan wie Gerrit vertelt dat hij binnenkort aan de beugel moet, reageert hetzelfde. Mannen grijpen hem bij zijn bovenarm, vrouwen kijken hem van dichtbij indringend aan, en allemaal zeggen ze hetzelfde: "Nu nog?"

01-11-2018

OVER SCHULD EN SCHAAMTE

Als Edward en Florence elkaar in 1962 tijdens een studentendemonstratie in Oxford ontmoeten, is het voor beiden liefde op het eerste gezicht. Hij had geschiedenis gestudeerd, zij haar opleiding als violiste op het conservatorium afgerond. Toch zijn er grote verschillen. Zij gaat helemaal op in klassieke muziek, hij zweert bij rock - 'n - roll. Bovendien stamt Florence uit een voorname familie, waar men zeilt en cricket speelt, terwijl Edwards vader ergens op het platteland onderwijzer is.

 Kennedy is president van de V.S., de Berlijnse muur wordt door de moeder van Florence gebruikt om de linkse sympathieën van haar dochter te dempen, de seksuele revolutie komt eraan, maar heeft de wereld van Edward en Florence nog niet bereikt. Ze zijn allebei groentjes, hebben geen enkele ervaring met het andere geslacht, en hun ouders praten nergens over. Het voorlichtingsboekje dat Florence heeft geraadpleegd, vervult haar met walging. Edward wil en droomt over van alles, maar hoewel ze samen over heel veel kunnen spreken, niet over dat ene.

De kuise Florence laat voorzichtige kusjes, brave strelingen, keurige omhelzingen weliswaar toe, maar meer zit er voor Edward niet in. Toch is er hoop: een jaar na hun eerste ontmoeting treden ze in het huwelijk. Ze zijn nog steeds heel erg verliefd en gaan er vanuit dat ze eeuwig bij elkaar blijven. Telkens als Florence eraan denkt wat er van haar tijdens de huwelijksnacht verwacht wordt, slaan de paniekaanvallen toe.

Er is schuld en schaamte bij beiden. Hij verwijt haar dat ze niet met een man kan omgaan, dat ze niet eens kan zoenen, dat ze hem eigenlijk een jaar lang voor de gek heeft gehouden. Zij noemt het weerzinwekkend wat hij van haar wil; altijd weer zet hij haar onder druk. Zonder het te willen beledigen ze elkaar. Pas veel, veel later zullen ze zich realiseren dat ze er eigenlijk niet zoveel aan konden doen. Hun schuchterheid, overgevoeligheid, gebrek aan sociale vaardigheden, plus een brokje godsdienst, Engelse achtergrond, klassenverschil: alles spande samen om hen uit elkaar te drijven.

Voor hen die de film On Chesil Beach gezien hebben: de roman heeft een ander, beter, logischer slot dan de film. En dat is curieus, want auteur Ian McEwan heeft voor het eerst het scenario geschreven van een eigen werk. Waarom dan het slot wijzigen? Toch een handreiking aan een, in zijn ogen, gemakzuchtig filmpubliek?
Ian McEwan, Aan Chesil Beach. Oorspronkelijke titel: On Chesil Beach. Londen, 2007. Nederlandse vertaling Rien Verhoef. Amsterdam - Antwerpen, 2007. 152 blz.