U neemt een alom geprezen
boek ter hand en leest vervolgens over onmogelijkheden als:
voorwerpen die in beweging
komen als Ursula, dominerende moeder en echtgenote, naar huis terugkeert;
een besmettelijke slapeloosheidsziekte, die ook nog gepaard gaat met
vergeetachtigheid, maar er wel toe leidt dat de patiënt de dromen van anderen
kent; het vermogen van pater Nicanor om zich van de aarde te verheffen na het
drinken van een kom chocolade; Petra Cotes, die alleen al door haar
aanwezigheid de vruchtbaarheid van paarden, koeien, varkens enorm kan laten
stijgen; de zigeuner Malquíades, die weliswaar gestorven is, maar na enige tijd
terugkeert onder de levenden, omdat hij de eenzaamheid niet verdragen kan. Hoe
reageert u ? Geamuseerd? Verschrikt? Geërgerd?
In dezelfde roman komt u
bovendien overdrijvingen tegen als:
José Arcadio Buendía is zó
sterk, dat hij een paard bij de oren kan grijpen en tegen de grond werpen; het
kon zó warm zijn in Macondo, dat de vogels de horren van de ramen doorbraken om
in de slaapkamers te kunnen sterven; Aureliano Centeno is zó onhandig, dat hij
voortdurend borden breekt, vaak zonder ze aan te raken; kolonel Aureliano
Buendía is zó trefzeker, dat hij zeventien zoons krijgt bij zeventien
verschillende vrouwen. Wat is uw reactie? Bewonderend? Lacherig?
Geprikkeld?
Als u nu geestdriftig in uw
handen klapt, moet u vooral “ Honderd jaar eenzaamheid “ ( 1967; Nederlandse
vertaling C.A.G. van den Broek, 1972) lezen, het epos dat de onlangs (17 april,
2014} overleden Colombiaanse Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez beroemd
maakte. Hij beschrijft vier generaties van de familie Buendía, én het ontstaan,
de groei, de aftakeling van het verzonnen dorp Macondo, dat
trouwens staat voor veel van wat zich in Columbia, ja, zelfs heel Latijns
– Amerika heeft afgespeeld. De twee hoofdpersonen zijn, min of meer,
Ursula en haar zoon, kolonel Aureliano José. Met haar mentale kracht en dankzij
haar ijzersterke gezondheid weet Ursula tot op zeer hoge leeftijd haar familie
bij elkaar te houden en de dorpelingen te steunen, terwijl de kolonel voorop
gaat in de strijd van de liberalen tegen de conservatieven. Hij verliest
al zijn veldslagen, maar vriend en vijand achten hem zeer. Márquez laat er geen
twijfel over bestaan: deze burgeroorlog was smerig, en kende slechts
verliezers. De kolonel liet zich meeslepen en veranderde in een meedogenloos
mens. Voor alle leden van de familie Buendía geldt dat eenzaamheid hun
leven bepaalt en dat oorlogen, vechthanen, slechte vrouwen en dolzinnige
ondernemingen de vier rampen zijn die hun levens teisteren. De ramp voor het
dorp begint als er bananenplantages komen; de aanvankelijke welvaart verdwijnt
wanneer de Amerikaanse maatschappij wegtrekt in verband met de onophoudelijke
regenval.
Dit moest niet een boek
worden over de werkelijkheid, maar over de voorstelling van de werkelijkheid,
weet biograaf Gerald Martin. Door het wereldbeeld te gebruiken van de bewoners
van het dorp, lukt het Márquez hun manier van leven, denken en vooral voelen
voor de lezer begrijpelijk te maken. Hij kon putten uit al die spookverhalen,
fabels en legendes die zijn grootmoeder voortdurend vertelde, terwijl zijn
grootvader de burgeroorlog voor zijn rekening nam. Het enorme verteltalent van
de auteur zorgt ervoor dat alle anekdotes, levensgeschiedenissen,
onmogelijkheden en overdrijvingen virtuoos met elkaar verbonden worden, met als
overkoepelende gedachte, soms uitgesproken door de ouderen: de wereld draait
alleen maar rondjes, alles herhaalt zich; als je maar lang genoeg leeft, merk
je dat vanzelf.