29-06-2015

WAT VAN HET HUIS IS, BLIJFT IN HET HUIS

Toen Arie, de broer van mijn vrouw, trouwde met zijn Mia, besloten we dat we ruzie in de familie ten koste van veel, zo niet alles, zouden vermijden. Alsjeblieft geen toestanden waar Het Familiediner tegenwoordig zo in uitblinkt. Want al snel na de eerste kennismaking bleek Mia een jongedame met haar op de tanden. Een vrouw die zich niets laat zeggen, altijd gelijk heeft, alles wat ook maar zweemt naar een aanval op haar meningen en rechten met ijzeren vuist, stalen wil en spijkerharde taal pareert. Het jeugdige paar trok in bij mijn schoonouders, waardoor Mia de kans kreeg om aan allerlei lieflijke gewoontes en aangename tradities resoluut een einde te maken. Maar het is waar: hard werken, dat kon ze ook. De godganselijke dag was ze bezig in en rond het huis, terwijl ze bovendien geregeld Arie en onze schoonvader terzijde stond in hun gemeenschappelijke bedrijf. Een lieve vrouw was ze echter niet. En dat er helaas ook geen kinderen kwamen, hielp ook al niet mee.

Onze schoonmoeder had veel verstand van en een grote liefde voor oude spulletjes. Vazen, lepeltjes, spiegels, mandjes, krukjes, serviezen. Ze had ze gekregen, verzameld, gekocht. Alles was gaaf, kleurrijk, smaakvol. Af en toe gaf ze wat weg; wat ze zelf erg mooi vond, hield ze. Dus die prachtige, heel aparte, aardewerken schaal, vanbinnen middelbruin, vanbuiten beige, had een eigen plekje en het was niet de bedoeling dat er iemand aankwam. Toen mijn vrouw eens voorzichtig vroeg of ze die 'later' mocht hebben, was het antwoord: "Dit is nog een erfstuk van mijn grootmoeder. Zo lang ik leef, blijft die schaal hier. Maar ik beloof je: na mijn dood is hij voor jou."

Omdat de mens wikt, maar God beschikt, kwam die tragische gebeurtenis veel vlugger dan we voor mogelijk hadden gehouden. Zelfs Mia, die toch buitengewoon goed haar emoties verbergen kon, bleek enigszins aangeslagen. Ze sprak minder luid, berispte Arie nauwelijks en de geringschattende houding die ze doorgaans tegenover mij aannam, bleef  deze keer achterwege. Speet het haar misschien ook dat ze haar wat bedeesde schoonmoeder nogal hardvochtig behandeld had? En vanzelfsprekend was de organisatie rond begrafenis en koffietafel bij haar in goede handen.

Twee dagen later vroeg mijn vrouw, met de schaal in haar hand, aan haar vader: "We rijden straks weg. Zal ik hem dus nu maar meenemen?"  Precies op dat moment kwam Mia binnen. Haar timing was zo voortreffelijk, dat ik me weleens afgevraagd heb of ze ons steeds in de gaten gehouden heeft, omdat ze vermoedde dat erfeniskwesties de kop op zouden steken. " Daar komt niets van in", zei ze in ieder geval, "wat hier hoort, blijft hier staan." Wij wierpen tegen dat het een erfstuk betrof dat al gedurende enkele generaties van moeder naar dochter overging, dat de overledene deze schaal onlangs ook aan haar dochter beloofd had, dat het voor mijn vrouw een prachtige herinnering zou zijn. "Staat het zwart op wit?" vroeg ze  pesterig, wetend dat dit niet zo was. "Bovendien, hier in onze streek geldt en dat is jullie ook bekend: wat van het huis is, blijft in het huis." Ze sprak haar zinnen anders uit dan normaal. Niet schreeuwend met een rood hoofd en vlammende ogen, maar heel koel, heel beheerst, haast fluisterend. Zíj had het recht aan haar zijde, schoonvader vond dat eigenlijk ook, en onze gevoelsargumenten beroerden haar koude ziel totaal niet.

Onlangs, na jaren, zagen we de omstreden schaal terug. Op zoek naar onze kleinzoon, die de gewoonte heeft om onveilige trappen te beklimmen en duistere vertrekken te bezoeken, kwamen we terecht in een vergeten zolderkamertje. Daar, in een hoekje, stond onze bloedeigen schaal: een beetje vervuild, enigszins bekrast, een tikkeltje eenzaam. Even bekroop ons de neiging om het erfstuk onder een jas te verbergen en in triomf mee naar huis te voeren. Maar nee, dat had toen moeten gebeuren, toen het verdriet nog vers was.

12-06-2015

DE SURPRISE

Jacob van Zuylen de With leidt het leven waar oppervlakkige mensen van dromen. Na de dood van zijn moeder is hij schatrijk, als afstammeling van een oud adellijk geslacht woont hij uiteraard in een fantastisch kasteel met veel te veel vertrekken, omzoomd door uitgestrekte tuinen en bossen, die hem allemaal toebehoren. Hij kan kiezen uit allerlei exclusieve auto's van de meest uiteenlopende merken als hij een tochtje wil maken, daarbij uitgezwaaid door bedienden, tuinlieden en jachtopzieners, die allen nodig zijn om de boel op orde te houden. Jong, gezond en intelligent, maar gelukkig is hij niet. Sterker nog, hij spant zich in om de dood een handje te helpen. De toeschouwer kent de reden, maar denkt toch: jongen, wacht nog even, wie weet wat voor leuks er op je pad kan komen. Georgina Verbaan bijvoorbeeld, die in deze film Anne de Koning heet.

De dood komt veelvuldig aan bod in De Surprise, maar hij wordt niet afschrikwekkend voorgesteld. Integendeel eigenlijk. Hij kan je verzoenen met het leed dat je aangedaan is, de dood biedt troost, geeft je de gelegenheid om je te herenigen met diegenen die je lief zijn. Vind je het huidige leven maar inferieur, dan is de dood in staat je na je afscheid een bestaan van een hoger niveau te verschaffen.

En allen die eruit willen stappen, kunnen geholpen worden: discreet, hoffelijk, stijlvol. Correcte zakenlieden stellen het contract op en als dat getekend is, bestaat er geen weg terug. Toch?

Regisseur Mike van Diem gaat soms luchtig, soms zakelijk, en steeds respectvol met de dood om. Hij schuwt de zwarte humor gelukkig niet, maakt gebruik van een boeiend scenario en zorgt voor een einde dat tot nadenken stemt, mede dankzij het ingetogen spel van Jan Decleir. Ach, sterven is zo kwaad nog niet.
De Surprise, geregisseerd door Mike van Diem, uitgebracht in 2015. Hoofdrolspelers: Jeroen van Koningsbrugge, Georgina Verbaan, Jan Decleir, Henri Goodman. Speelduur: 102 minuten. Waardering: 4 sterren.

02-06-2015

OM NIET TE VERDWALEN

De al wat oudere schrijver Jean Daragane was al geen mensenvriend, maar nu mijdt hij zelfs elk contact. Gaat u maar na: hij heeft de laatste drie maanden niemand gesproken, de telefoon is al geruime tijd niet overgegaan, geen enkele vrouw speelt een rol in zijn leven en van kinderen is al helemaal geen sprake. Ook over familieleden horen we niets, behalve dan dat hij alle banden met zijn moeder lang geleden verbroken heeft. Zijn adresboekje is hij kwijt, maar na diep nadenken moet hij vaststellen dat niemand die daar in stond iets voor hem betekend heeft. De hitte die Parijs momenteel teistert houdt hem binnen, wat zijn eenzaamheid versterkt, maar toch: ongelukkig is hij niet.

Daarom staat hij echt niet te popelen als een meneer Ottolini zich meldt met de mededeling dat hij het adresboekje gevonden heeft en of ze een afspraak kunnen maken. Hij stemt uiteindelijk toe, omdat de man hem op een aparte manier toespreekt: meeslepend en een tikkeltje dreigend. Wat hij echt van Daragane wil, blijkt als hij hem ontmoet in het gezelschap van een aantrekkelijke vriendin. In zijn debuutroman, zo'n veertig jaar geleden geschreven, had hij een bepaalde persoon beschreven. Wat weet Daragane van hem af? De man was wellicht betrokken geweest bij een misdrijf. En hij staat ook in dat adresboekje. Ottolini blijkt zich helemaal in het leven en werk van Daragane verdiept te hebben. Zijn vriendin komt langs, ze bellen hem op, verwijzen naar gebeurtenissen uit zijn jeugd. Wat willen ze? Hem chanteren?

Daragane herinnert zich zó weinig, dat ze er moedeloos van worden. Maar door al dat gevraag is zijn geheugen op toeren gekomen. Waarom schreef hij die eerste roman? Dat was toch vooral om die vriendin van zijn moeder te bereiken, in de hoop dat ze zou reageren. Waarom had hij de eerste twee hoofdstukken van dat boek geschrapt? Waren ze al te pijnlijk autobiografisch? Waarom zei het begrip 'thuis' hem niets? Als een detective speurt Daragane rond in zijn eigen jongensleven, dwalend door Parijs en omgeving, terwijl hij verdrongen herinneringen wakker schudt en voormalige kennissen voorzichtig ondervraagt.

Patrick Modiano, Nobelprijswinnaar 2014, schreef een roman waarin heden en verleden langs elkaar schuren, zodat het nut van verdringen, de noodzaak van vergeten en de gevolgen van een jeugd zonder liefde zichtbaar worden gemaakt. Maar het boek gaat ook over ù. Misschien helpt het als u weet waar uw diepste angsten vandaan komen.
Patrick Modiano, Om niet te verdwalen. Oorspronkelijke titel Pour que tu ne te perdes pas (2014). Vertaald door Maarten Elzinga, Amsterdam - Antwerpen, 2015. 152 blz.