21-12-2012

DANS LA MAISON

Je voelt je de koning te rijk wanneer je als leraar in de moedertaal een leerling krijgt die veel leest en graag schrijft. Met welgevallen begeleidt Germain dus de zestienjarige Claude. Hij vertelt in zijn opstellen een doorlopend verhaal over zijn vriend en klasgenoot Rapha, waarin diens ouders ook een belangrijke rol spelen. In hun huis geeft hij zijn bijlessen wiskunde, dwaalt hij rond, wordt hij verliefd op de aantrekkelijke moeder Esther, want die van hem is al jaren uit zijn leven verdwenen.Hij hoort er gewoon bij. Claude observeert, schrijft en fantaseert. Germain en zijn vrouw lezen en leven mee. Het intellectuele, kinderloze echtpaar raakt geboeid door de belevenissen van dit middenklassegezin, waar de eenzame Claude geborgenheid zoekt. Of is hij slechts een oppervlakkige voyeur? Een koele realist? Wel degelijk een talentvolle jonge schrijver met een grote verbeeldingskracht, die zijn verlangens vorm geeft in zijn verhalen?

Regisseur en medescenarist Francois Ozon gaf in interviews toe dat hij met zijn film "Dans la maison" (2012) de toeschouwers wilde laten nadenken. Ze moesten het verhaal ingezogen worden, wikken en wegen, keuzes maken en vooral meedoen, meevoelen. Onverschilligheid is een doodzonde. Slaagde hij in zijn opzet?

De kijker wordt betrokken bij het alledaagse bestaan van zes personen: Germain en zijn vrouw, Claude, Rapha met zijn ouders. Zij praten, lachen, lijden en ruziën met elkaar. Het bijzondere is echter de rol van Claude: hij is de verteller, hij kan ingrijpen in het leven van zijn personages nu hij hun wederwaardigheden op papier zet. De bioscoopbezoeker zit erbij en kijkt ernaar, zich afvragend: wat is  realiteit, wat fictie? Ben ik blij met deze ontwikkeling, of juist niet? Ozon betrekt je bij het creatieve proces dat vertellen heet.

Als alles voorbij is, zitten Claude en Germain naast elkaar op een bankje en turen naar de verlichte ramen van een flatgebouw. Ze fantaseren erop los over de mensen die ze zien rondlopen. En ze genieten. Want je verbeelding gebruiken om met mensen te manipuleren, je leven te verrijken of in ieder geval aangenamer te maken, dat is een heerlijk talent waar maar weinigen over beschikken. "Dans la maison"  is een intrigerende, soms zelfs spannende film, die ik graag mag zien als een ode aan het vertellen, als een lofzang op de fantasie.

29-11-2012

ALLES IS FAMILIE

Ze hoeft er niet lang over na te denken. Kim van Kooten, scenarioschrijfster van de Nederlandse speelfilm "Alles is familie " ( november 2012) heeft een voorkeur voor weduwnaar Dick. Hij is vrijwel de enige die in alle rust, zonder anderen met zijn sores lastig te vallen, verder gaat met zijn leven. Dat betekent in je eentje èn twee kleine kinderen opvoeden èn je verdriet in bedwang houden. Tijd voor een relatie heeft hij even niet en misschien ziet hij ook wel op tegen zo'n stap.

Zijn schoonfamilie zit echter heel anders in elkaar. Terwijl men allerlei plannen smeedt om het veertigjarig huwelijksfeest van de ouders Arend en Jeannette  (Martine Bijl zoals u haar niet kent) naar een ongekende hoogte te stuwen, stuiteren de schoonbroers Rutmer en Charlie met veel lawaai in het rond. Rutmers vrouw Winnie  (Carice van Houten) gooit geregeld olie op het vuur door als een pinnige schooljuffrouw iedereen voortdurend terecht te wijzen.

Relatieproblemen zijn volop voorradig. Rutmer denkt uitsluitend aan componeren, produceren en cd's, waarbij hij tot zijn eigen frustratie niet verder komt dan oppervlakkige liedjes; Charlie wordt overal ontslagen, neukt er lustig op los, maar durft geen enkele verantwoordelijkheid aan; Winnie heeft op haar vijfendertigste maar één hartstochtelijke wens: een kind. Laat nu uitgerekend die hypervrolijke, supermannelijke Rutmer slechts dood zaad te bieden hebben.

Haast iedereen uit ongeremd zijn of haar emoties. Men brult, lacht, huilt, slaat en scheldt vol overgave, te laat of helemaal niet beseffend dat er een familielid gekwetst zou kunnen worden. Alleen vader Arend en Dick  houden zichzelf in de hand. Maar dat Arend het liefst helemaal alleen wil kamperen in een stil bos, is ook niet zonder reden. En Dick zegt niet voor niets tegen zijn schoonmoeder dat al die egotrippers de afgelopen twee jaar ook weleens hadden kunnen praten over het overleden zusje dat zijn vrouw was.

Honderd procent geluk bestaat niet, teleurstellingen en tegenslagen overkomen je nu eenmaal. Eenzaamheid laat zich niet op verzoek verdrijven. Speeddaten bleek voor Martine Bijl geen oplossing, terwijl Willeke Alberti een leuke man ontmoet zonder er iets voor te hoeven doen. Zo wispelturig kan het leven zijn.

Aan het slot van deze turbulente, geslaagde komedie hebben velen een partner gevonden, maar sommigen blijven alleen staan. Het geluk is ongrijpbaar, zoals J.C. Bloem al dichtte:

 Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
 't geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
 Wat geeft het? - In de koude voorjaarsnacht
 zingen de onsterfelijke nachtegalen.

15-11-2012

EEN VROUW MET AMBITIE

Voor Sjaan zag de toekomst er als jong meisje heel duidelijk uit: leren, weg uit die arbeidersbuurt, een leuke man, geld en aanzien. Een mevrouw wilde ze zijn. Ze startte goed. De mulo haalde ze makkelijk, ze werkte als secretaresse bij Philips, en ontmoette Leo.

Hij was niet zo snugger, had twee linkerhanden, maar beschikte over een opgeruimd karakter. Bovendien kon hij uitstekend met mensen opschieten; ze mochten hem. Kort na hun huwelijk stapte Leo de horeca in. Daar was hij geknipt voor. Al gauw had hij een café en een restaurant met danszaal gepacht, die hij in de jaren vijftig en zestig tot grote bloei bracht. Van de een maakte hij de drukste kroeg van de stad, in de ander speelden populaire orkestjes, kwamen verenigingen hun feestjes vieren, stroomde op carnavalsdagen het publiek massaal toe.

Ze reden rond in een prachtige sportauto met open kap die veel bekijks trok, maar tevreden was Sjaan niet. Ze wilde erkenning, erbij horen. Maar dames van buiten de horeca bleven op afstand. Men zag haar in ons provinciestadje als de vrouw van die man met die kroegen. Dat ze pikzwart geverfd haar had en zich zwaar opmaakte, werkte ook al niet mee. En dan al die rinkelende kettingen en armbanden...

De neergang kwam toen de eigenaar van het restaurant zelf wilde cashen. De termijn van de pacht was verstreken en hij wilde niet verlengen. Sjaan zag het als een degradatie.  Nu bleef alleen dat café over. Rokend, drinkend, pratend zat ze daar op haar vaste plek aan de tap, alsmaar dikker wordend, want veel beweging had ze niet. Hoewel er genoeg echtparen binnenliepen, bleven de contacten met die dames oppervlakkig, want ach, de vrouw van de waard... Aan haar uiterlijk deed ze niet meer zo veel. De verloedering zette in.

Leo was een bangerik. Omdat hij vreesde voor onbekende, luidruchtige klanten, sloot hij 's avonds de deur. Vreemdelingen liepen dan door, de stamgasten belden aan. Maar ook zij trouwden, verhuisden, stierven, maakten ruzie, bleven weg. Zonder nieuw bloed werd de ruimte groot, de stilte voelbaar. Een faillissement kon nog maar net voorkomen worden, het café veranderde in een bloemenzaak.

Sjaan en Leo verhuisden naar een piepklein flatje. Ze deed raar als je haar op straat dreigde te ontmoeten. Eigenlijk wilde ze je liever niet spreken. Ze wendde net op tijd haar hoofd af, of sloeg taktisch een zijstraat in.

Op haar begrafenis mocht alleen de familie komen. Sjaan had het wel gehad met de mensen, denk ik.





02-11-2012

EEN ONGELUKKIGE DIEF

Hoe banaal kan een dag in Nederland wel niet eindigen? In gedachten verzonken verlaat ik 's avonds om half elf mijn favoriete bioscoop om mijn trouwe fiets op te zoeken. Hij staat, vakkundig afgesloten, op zijn veilige plekje bij de ingang, bestraald door het licht dat uit een naburig venster valt. Maar ik zie hem niet. Hij is weg. Hij is weg! Vol ongeloof stroop ik alle zijstraten af die me voor de voeten komen. Als tienduizenden Nederlanders vóór mij bid en smeek ik inwendig dat ik hem ergens aantref, in welke ellendige toestand dan ook. Mijn oude makker blijft onvindbaar.

Agressieve gevoelens maken zich van mij meester. Twaalf jaar lang heb ik hem bereden, schoongespoten, gerepareerd. En dan komt een nonchalante onverlaat langs en sleept mijn geliefde karretje weg. Morgen ga ik naar de politie.

De agent ontfermt zich over mijn slot - , sleutel - en framenummer. Hij kan me niet vertellen hoe groot de kans is dat ik mijn tweewielige vriend terugkrijg. Ik overweeg de aanschaf van een goede gebruikte; een nieuwe fiets durf ik niet meer aan. Weer een diefstal zou moordlust in mij opwekken. Een zoektocht langs de stations van Blerick en Venlo levert af en toe slechts valse hoop op.

Twee dagen na de roof wandel ik, dagdromend over mijn rollende kameraad, naar huis. Op zo'n honderd meter van mijn woning, bij een kruising, kijk ik naar rechts. Tien meter verderop staat, voor een leeg pand, midden op het trottoir, omspoeld door zonlicht, uitdagend neergeplant, een Batavus, mijn merk. Langzaam loop ik op hem toe. Hij blijft op die van mij lijken. Ik sta naast hem. Het wat ingezakte zadel klopt, die nieuwe bel ook, en...kijk daar...die krasjes op het stuur...Het is hem. Het is hem!

Terwijl ik mijn bloedeigen karretje liefkoos - tenslotte heeft hij een paar bewogen dagen achter de rug - denk ik koortsachtig na. Deze kans komt nooit meer terug. Resoluut til ik de Batavus op en half hollend sleep ik hem weg, vastbesloten mijn eigendom desnoods met mijn leven te verdedigen. Als ik hijgend mijn huis bereik, stal ik mijn fiets in de garage, om vervolgens alle hekken, deuren en ramen die ik tegenkom af te sluiten. Binnen pak ik haastig de papieren erbij teneinde de nummers te controleren. Ja! Na twee dagen terug! Wat heerlijk dat Het Toeval zo bereidwillig meewerkt om een dief met zijn eigen methode te bestrijden.

24-09-2012

TOUS ENSEMBLE

Zó heeft u Geraldine Chaplin en Jane Fonda nog nooit ontmoet: oudere vrouwen, de een met diepe rimpels, de ander met een onnatuurlijk strak getrokken huid. Beiden niet meer jong en slank, maar bejaard en mager. Ze behoren tot een vriendengroepje van vijf, dat al vele jaren intiem met elkaar omgaat. De twee echtparen en een vrijgezel weigeren in een verzorgingstehuis te trekken, maar besluiten gezamenlijk in de grote woning van  één van hen de ouderdom het hoofd te bieden.

Natuurlijk hebben de senioren last van kwalen. Een zwak hart, uitzaaiingen, beginnende dementie, daar valt allemaal niet zo veel aan te doen. Als je halverwege de zeventig bent, resten je slechts het verven van je haar, het dragen van een toupet en het tolereren van een kunstgebit om de tand des tijds te weerstaan.

Deze luchtige toon overheerst in "Tous Ensemble" ( Frankrijk, 2011; regisseur Stéphane Robelin), zodat het serieuze thema van de ouder wordende mens voor alle toeschouwers verteerbaar blijft. Toch jammer. Een film over mensen die aan de rand van het leven staan, verdient beter. Waarom geen indringende confrontatie met het verleden? Of een pittig gesprek over heden en verleden, dromen en verlangens die nooit uitgekomen zijn? Volwassen kinderen die kritische geluiden laten horen? Allemaal vermeden om een zo'n groot mogelijk publiek te bereiken? Diepgang, gecombineerd met subtiele humor, zou "Tous ensemble" goed gedaan hebben. Dat bewijst het geslaagde fragment waarin Claude, eens charmeur, altijd charmeur, ten overstaan van de vier anderen zijn avances van lang geleden moet toegeven. Men vergeeft en omarmt hem. Saamhorigheid, vriendschap, iets belangrijkers is er niet in deze laatste jaren. Maar ik vrees toch dat die dementerende oude man zijn overleden vrouw voortdurend zal blijven zoeken.

02-09-2012

BEGAAFD EN BREEKBAAR

Waarom is de een gevoeliger voor depressies dan een ander? Erfelijkheid? Gebrek aan serotonine? Te weinig succes? Geen zelfvertrouwen? Ongelukkige jeugd? Het is allemaal mogelijk, maar het blijft gissen. Dichter Jan Emmens ( 1924 - 1971) beschikte in ieder geval over genoeg talenten. Gaat u maar na: gymnasium, studie kunstgeschiedenis, proefschrift, professor. Thuis vonden ze het maar een raar, onpraktisch vak, maar toen Jan een reputatie opbouwde als Rembrandtkenner waren pa en ma toch wel trots op hem. En het oordeel van pa woog zwaar. Als directeur van Heineken was hij een zwaargewicht in de zakenwereld en zo gedroeg hij zich ook in zijn gezin. Jan zal er een leven lang een hekel aan autoriteiten aan overhouden. Zie:

                                         OEDIPUS

                Alleen als ik het tegendeel bewijs
                zie ik het standpunt dat ik heb verlaten:
                ik ben het voetstuk waarop U verrijst.

                Alleen verpletterd mag ik blijven staan,
                alleen gestraft wilt U mij tolereren.

                Alleen in angsten kan ik met U communiëren.
                Alleen in woede kan ik U verstaan.

Wat een verbittering! Dichten kon hij dus ook, net zo goed als tekenen. Maar, zeggen zijn vrienden, hij had de poëzie nodig om zijn angsten vorm te geven en ze op die manier te kunnen benoemen, bespreekbaar te maken.

Waar was zo'n begadigd man eigenlijk bang voor? Dichteres Elly de Waard denkt aan een gigantisch minderwaardigheidscomplex. "Hij wist enorm veel, maar geloofde dat dit helemaal niet waar was, dat hij eens ontmaskerd zou worden." Inderdaad: raar, vreemd, irrationeel. Lees:

                                        RAPPORT  OVER  DE ANGST

                Oorsprong nog onbekend, het groeit,
                naar men thans aanneemt, in 't geheim,
                merkwaardig struikgewas.

                Paart zelden, in volwassen staat
                als in een mist ontwaard,
                gehuld in ziektes uiterst ingenieus.

                Sterft, schijnt het, niet altijd een god,
                verouderd tegengif,
                is het wel eens genadig.

Laat u zich niet misleiden door deze pastiche vol zelfspot. Psychoanalyses, psychiaters en inrichtingen die zijn depressies moesten bestrijden, bepaalden vele jaren zijn leven.

Hoe zag de literaire wereld hem? Door sommigen werd Emmens wel een 'minor poet' genoemd, d.w.z een charmant dichter, een tikkeltje oppervlakkig, niet zo erg belangrijk. Daarmee doe je hem tekort en men is er ook op teruggekomen. Hij durft gevoelsmatig de diepte in te gaan, schrijft niet zozeer beeldend, maar wel bondig, met een zweem van geheimzinnigheid. Bestudeer:

                                        VOOR  DE  KADE

                Voor de kade wisselt een wolk meeuwen
                als strooibiljetten op een sterke wind
                van aanblik als 't verloop van eeuwen.
                Het is windstil. De wind is een klein kind
                dat met geluidjes brood staat uit te strooien.

                Zijn tijd aan denken of aan doen vergooien
                verschilt niet veel, 't is stenen toch voor brood.
                Wordt liever kind: twee beentjes en wat rood;
                het doet soms eeuwen inderhaast ontdooien.

"Jan had geen eelt op zijn ziel", beweerde een van zijn vrienden. Ondanks alle hulp kon hij het leven toch niet aan. Op 47 - jarige leeftijd hangt hij zich op, een vrouw en twee kinderen achterlatend.

Als u nu denkt: ik houd niet van gedichten en van die Emmens heb ik nog nooit gehoord, maar ik wil toch wel wat van hem lezen, dan kan ik u de volgende tip geven. Begin eens met de kleine bloemlezing waar ikzelf uit geput heb. De titel is "Overkomst dringend gewenst", Wim Brandt koos de gedichten uit en Van Oorschot was zo vriendelijk ons de bundel aan te bieden. Lees, herlees en geniet.

20-07-2012

REMBRANDTS VROUWEN

Een aardige man was Rembrandt van Rijn (1606-1669) bepaald niet. De vijfentwintig juridische geschillen waarin hij verwikkeld raakte, bewijzen dat. Doordrammerig, koppig, onaangenaam tegenover iedereen die hem in de weg zat; egocentrisch en veeleisend jegens de vrouwen die hem omringden. Van hen verwachtte hij dat ze zijn leven zó inrichtten dat hij zich probleemloos aan zijn grootste hartstocht kon wijden: de schilderkunst.

 Toen hij in 1634 trouwde met Saskia Uylenburgh stond voor hem al vast wat hij wilde: de grootste schilder aller tijden worden, en wel door vooral historiestukken te produceren. Door gebeurtenissen uit de Bijbel en de klassieke mythologie af te beelden kon je de meest uiteenlopende gevoelens van de mens tonen. Bovendien moest je ook landschappen, dieren en stillevens aankunnen, want die kwamen ook langs als je je met de geschiedenis bezighield. De historieschilder stond dus hoog in aanzien.

 Saskia trouwde duidelijk beneden haar stand. Haar vader maakte deel uit van Frieslands politieke elite, waardoor hij burgemeester van Leeuwarden kon worden. Haar moeder behoorde tot een voorname Friese familie. Maar de mooie Saskia wilde die schilder en verhuisde voor hem naar het verre Amsterdam.

 Dankzij haar veelzijdigheid kon Rembrandt zich fantastisch ontplooien. Saskia wist hoe ze met de rijken en machtigen om moest gaan; bereidwillig leende ze zich voor talloze modellensessies; ze leidde het huishouden en baarde vier kinderen. Maar bovenal was ze zijn toeverlaat en muze. Zijn leven veranderde in een chaos toen ze al in 1642 stierf, nog geen dertig jaar oud.

 Het onontwikkelde kindermeisje Geertje Dircx met wie hij vervolgens een relatie begon, had Saskia's talenten niet. Nu moest de norse en eigenzinnige Rembrandt zelf onderhandelen met zijn deftige klanten. Zijn productie liep dan ook sterk terug. In 1649 nam Hendrickje Stoffels de plaats van Geertje als minnares in. Rembrandt liet zich hier van zijn meest onaangename kant zien, maar de twintig jaar jongere Hendrickje bleek een gouden greep. Zoon Titus en Hendrickje startten een kunsthandel, met pa Rembrandt, die inmiddels failliet was gegaan, als onbetaald personeelslid. Zo beschermden ze hem tegen oude en nieuwe schuldeisers. Ze zorgden ook voor opdrachtgevers, zodat Rembrandt weer plezier in nieuw werk kreeg. In 1663 overleed Hendrickje aan de pest.


De Duitse historicus Christoph Driessen plaatst de levens van deze drie vrouwen en dat van Rembrandts moeder in de context van de zeventiende - eeuwse Hollandse samenleving. Hij laat zien hoe zelfstandig vrouwen toen voor hun rechten konden opkomen, hoe vrij ze handelden, hoe serieus ze door de overheid genomen werden. In andere Europese landen keek men vol verbazing naar deze unieke emancipatie van de vrouw.

 Mikkend op een groot publiek, hanteert Driessen in "Rembrandts vrouwen"(2012) een eenvoudige, glasheldere, doeltreffende stijl. Hij doet zijn uiterste best om de lezer vertrouwd te maken met onze Gouden Eeuw, en vertelt daarom over o.a. gezondheidszorg, gezinsleven, inrichting van de huizen, vriendschap, visie op de dood. Dankzij zijn aanpak en grote kennis van zaken is zijn studie een zeer leesbaar en heel informatief boek geworden.

 Christoph Driessen, Rembrandts vrouwen. 269 blz. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2012.

12-07-2012

DE GROTE GATSBY

Je kunt van Jay Gatsby zeggen dat hij zijn kapitaal verdiend heeft met louche zaakjes, dat hij in een monsterlijk groot huis woont, dat veel van zijn verhalen op grootspraak berusten, maar één ding staat vast: hij is een onvervalste romanticus, tegen het naïeve aan.

Bijfiguur en verteller Nick leert hem kennen doordat hij zijn buurman wordt. Beide mannen zijn van dezelfde leeftijd, ergens in de dertig, maar financieel en sociaal is het verschil immens. Nick handelt in obligaties, wat in de jaren twintig niet veel oplevert; Jay beschikt over enorme financiële middelen, want hij organiseert elke zaterdag feesten waar zowat iedereen zonder veel moeite aan kan deelnemen. Alle klaplopers uit de stad verdringen zich rond de hapjes en glazen champagne die constant geserveerd worden, terwijl gerenommeerde orkesten voor de muziek zorgen. Maar wie is de gastheer? Als Nick die terughoudende man ontmoet, ontstaat  er een soort vriendschap tussen beiden. Achter de belangstelling van Jay voor Nick zit ook eigenbelang. Nick kan hem in contact brengen met diens grote jeugdliefde Daisy.

Eens was zij het mooiste meisje van haar geboortestad. Haar sportauto, haar modieuze verschijning, die zwoele en toch zo muzikale stem: iedere jongeman droomde van haar. En toen kwam Jay. Tot aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, waarin hij zijn heldendaden zal verrichten, waren ze onafscheidelijk. Ook al haalde de grote wereldbrand de gelieven  hardhandig uit elkaar, voor Jay bleef ze de enige echte. Geruime tijd leest hij het dagblad van Chicago, in de hoop haar naam tegen te komen. Hij loopt door de straten van die stad vanwege de amoureuze  herinneringen  die ze bij hem oproepen. Hij trekt dat protserige huis in, omdat zíj dan tegenover hem woont, slechts gescheiden door een baai. Gefascineerd kijkt hij 's avonds naar het groene lichtje van de aanlegsteiger waaraan haar boot gemeerd ligt. Die patserige feesten houdt Jay alleen maar omdat hij hoopt dat Daisy ook eens een kijkje komt nemen. Terwille van haar gaat hij heel, heel ver. Ik zei het al: een romanticus, die bovendien zo naïef is om te denken dat het verleden ervoor zorgt dat mensen niet veranderen.

Auteur F. Scott Fitzgerald (1896 - 1940) wilde in zijn wereldberoemde en verfilmde roman "The great Gatsby" ( 1925; vertaald door Susan Janssen in 1985) de wereld van de onverschillige rijken schilderen. Hij toont de lezer " onachtzame mensen die dingen en personen kapot maken, vervolgens achteloos hun schouders ophalen en zich terugtrekken in hun geld, terwijl ze anderen de troep die zíj gemaakt hebben, laten opruimen."

Met veel gevoel voor detail tekent Fitzgerald deze holle samenleving. Maar duidelijk daarboven uitstijgend zijn de sfeerbeschrijvingen van het voor Jay zo belangrijke verleden; hier komt Proust goedkeurend glimlachend om de hoek kijken. De lezer voelt sympathie en mededogen voor Gatsby en andere dromers die geloven in onvergankelijke liefde en een toekomst die eens al het geluk zal brengen waar romantici op hopen.

11-06-2012

INTOUCHABLES

Het is vrijwel onmogelijk om grotere tegenpolen te vinden dan Philippe en Driss. Rijk - arm, invalide - kerngezond, blank - zwart, heer van middelbare leeftijd - jeugdige crimineel, u roept maar. Toch sluiten ze al snel vriendschap. Hoe kan dat? Als liefhebber van extreme sporten is Philippe slachtoffer van zijn eigen durf; door een val kan hij alleen nog zijn hoofd bewegen. Philippe moet gewassen, gemasseerd, gevoerd, gereden worden. Verzorgers houden het niet langer dan twee weken vol. Hun brave, onderdanige houding irriteert hem, hij wil daarom de vrijmoedige, ongecompliceerde Driss een kans geven. Deze zorgt voor een cultuurschok. Hij zegt wat hij denkt, stelt ongemakkelijke vragen en maakt ondeugende opmerkingen. Maar hij breekt ook heilige huisjes af, toont geen medelijden en brengt zo Philippe terug in de maatschappij en onder de mensen.

Hun vriendschap ontstaat echter door iets anders. Ze kunnen samen lachen. Mannenhumor verbindt hen. Ze lachen over elkaars zwakke punten, tonen zelfspot, kunnen het verdragen wanneer de ander de waarheid zegt. Rangen en standen verdwijnen, ze zijn vrienden, kompanen, buddy's. Behalve als Driss weg moet. Ze nemen dan geen afscheid van elkaar, want beiden schrikken terug voor tranen. Mannen blijven mannen.

Het Franse kassucces "Intouchables" (2011) is niet alleen een buddy movie, noem het ook gerust een feelgoodfilm. Natuurlijk loopt alles goed af. Maar waarom Driss en Philippe  "onaanraakbaren" genoemd? De Fransen duiden met de term "intouchables" mensen aan die worden gezien als onbruikbaar voor de samenleving. Men discrimineert ze en sluit ze buiten. In eerste instantie slaat deze omschrijving op Driss: hij is zwart, Senegalees, heeft nooit een vak geleerd en wil slechts een uitkering. Maar alleen híj kan Pilippe terugbrengen in de maatschappij en weet hem levensvreugde te bezorgen. Driss heeft wat van zichzelf herkend in die rijke hulpeloze man. Ook een invalide wordt al gauw als nutteloos terzijde geschoven en weggestopt.

De Franse regisseurs Eric Toledano en Olivier Nakache , die beiden ook het scenario schreven, leverden niet alleen een grappige, optimistische film af, maar zetten het publiek ook aan tot nadenken over actuele thema's. Wellicht is "Intouchables" vanwege die gelaagdheid zo'n groot internationaal succes. Ga maar na: in Frankrijk de meest bekeken film van 2011; in Nederland de best bezochte Franse film ooit; in Duitsland meer dan vier miljoen bezoekers. Na "The Artist" laten de Fransen opnieuw zien hoe ver je kunt komen met een relatief klein budget, een goed idee en veel creativiteit.

29-04-2012

NAAR DE OVERKANT VAN DE NACHT

Tegenover een pater, ook al is hij maar verkleed, mag je een bekentenis afleggen. Dat doet Ralf dan ook: " Ik ben een veerman. Ik ga niet vooruit, ik ga heen en weer. Naar de overkant en terug." Zijn oom heeft hem meegenomen naar het carnaval in Venlo, hij loopt er dus rond als veerman, met een bonnenboekje waarvan hij een kaartje afscheurt voor wie naar de overkant van de nacht wil. Vastelaovend is zijn pontje. Hij kent het water, want als zoon van een binnenschipper is hij daarop geboren. Bovendien: " Als je vaart staat de tijd stil, net als met de vastelaovend." 

Voor de ochtend aanbreekt, trekt de lezer samen met Ralf een middag, avond en nacht door de stad. De Gasthuisstraat, de Loco, de Markt, het barretje in de kelder van Hotel Puur, ze komen allemaal voorbij. De oom die hem meenam, raakt hij al snel kwijt, kennissen heeft hij niet, maar moeiteloos weet hij zich aan te sluiten bij allerlei groepen om mee te dansen en te drinken. Het is opzienbarend wat Ralf en zijn nieuwe vrienden wegwerken: tientallen glazen bier, afgewisseld met flesjes Flügel en glaasjes Jägermeister. Geniet hij eigenlijk wel echt van carnaval? Vlucht hij ergens voor? 

Jawel. Niet voor niets vergelijkt hij zichzelf met een kraanvogel die op doortocht is. Al vijf jaar woont hij samen met Sara, die vier kinderen heeft van een andere man. De jongste twee zijn zwaar gehandicapt, de oudste heeft een eetstoornis. Allen steunen op hem. Of heeft híj het nodig dat zij hem nodig hebben? Vastelaovend is weliswaar een bevrijding, maar herinneringen -  ook aan zijn jeugdjaren - blijven hem bestormen. Zal de kraanvogel verder trekken of naar Sara 's nest terugkeren?

Jan van Mersbergen heeft zijn roman " Naar de overkant van de nacht " (2011) geraffineerd opgebouwd. De Venlose vastelaovend, levensecht beschreven, staat centraal, maar geregeld duikt het verhaal rond Sara en de kinderen op, terwijl de lezer ook geconfronteerd wordt met Ralfs jeugdjaren op de boot en het samenwonen met zijn oom. Vier verhaallijnen dus, met op goed getimede momenten citaten uit carnavalsliedjes en encyclopedische weetjes over de kraanvogel. Moeilijk? Nee, want Van Mersbergen kan goed doseren en beschikt over een heldere stijl, die overigens wel wat beeldender, suggestiever zou mogen zijn.

Meeslepend kan ik " Naar de overkant van de nacht " niet noemen, daarvoor is het boek hier en daar te voorspelbaar en ontbreekt er een verrassend slot. Maar het blijkt terecht wel interessant genoeg om mee te dingen naar de Libris Literatuur Prijs 2012. Iedere auteur zal zo'n nominatie als een succes beschouwen.

01-04-2012

HYSTERIA

Omdat Charlotte het echte leven van Londen in 1880 zoveel beter kent dan haar vader, de society - arts, en diens jeugdige assistent Mortimer Granville, begrijpt ze het succes van hun praktijk veel beter dan de beide naïeve mannen. Zij behandelen dames die last hebben van hysteria, een ziekte die gekenmerkt wordt door plotselinge huilbuien, onverwachte woedeaanvallen, onvervulde verlangens. In de allerergste gevallen moet de baarmoeder eruit, maar de twee artsen weten door manuele bekkentherapie  spasmen bij hun patiënten op te roepen, waardoor ze ontspannen en er zich zelfs gelukzalige gevoelens van hen meester maken. Mortimer is zó actief met zijn rechterhand en zó geliefd bij de deftige, rijpere vrouwen dat de kramp geregeld toeslaat. De medici geloven dat het hier gaat om opgekropte zenuwen die  door hun behandeling weer in het gareel gebracht worden, of iets dergelijks.

Je kunt het ze ook niet helemaal kwalijk nemen. De medische wetenschap stelde in de negentiende eeuw niet zoveel voor. Aderlaten en pillen slikken, veel meer was er niet, moet Mortimer geschokt vaststellen. Híj weet dat er bacteriën bestaan en begrijpt dus het nut van handen wassen, maar dat zijn nieuwigheden waar de gevestigde orde de schouders voor ophaalt. En over seksualiteit werd in de hogere kringen nauwelijks gesproken. Seks was primair bedoeld voor de voortplanting, mannen konden daar nog wel plezier aan beleven, maar zoiets dierlijks te veronderstellen bij de madonna 's die handwerkten en piano speelden in hun luxueuze huizen? De toenmalige, vooral uit heren bestaande medische wereld, wist van niks.

Maar Charlotte werkt als rijkeluisdochter in arbeiderswijken, waar mannen, vrouwen en kinderen een hard bestaan leiden, vol armoede, geweld en verkrachting. Ze heeft constant geld nodig, maar gedreven door de wil een onafhankelijk, nuttig bestaan op te bouwen, zet ze door en opent zo langzaam de ogen van Mortimer. "Hysteria bestaat helemaal niet. Jullie bevredigen verveelde vrouwen die thuis alleen maar hun handwerkje hebben en egoïstische echtgenoten die lusteloos de liefde bedrijven." Na verloop van tijd ziet Mortimer in dat ze gelijk heeft.

De Engelse film "Hysteria" (2011; met als regisseur een vrouw: Tanya Wexler) is een geslaagde, romantische komedie over een serieus onderwerp, die een verrassende wending kent.  Wexler had het in een interview over een film van, voor en over vrouwen. Mannen maken inderdaad een klunzige indruk, zo rond 1900. Naar het gierende gelach van dames tijdens en na de film te oordelen, biedt "Hysteria"  kennelijk veel herkenbare taferelen. De diagnose " hysteria " werd in Engeland overigens in 1952 afgeschaft.

31-03-2012

CARNAGE BETEKENT SLACHTING

Als je elfjarige zoon Zachary met een stok een ander jongetje twee tanden uit de mond slaat, krijg je vanzelfsprekend te maken met de ouders van het verwonde ventje. Dat blijken Penelope en Michael Longstreet te zijn. Prettige, beschaafde mensen. Zij, gespeeld door een sterk vermagerde Jodie Foster, is nogal principieel en bloedserieus, maar híj weet dat te temperen met sussende opmerkingen en laconieke commentaren. Beide echtparen komen bij elkaar in het gezellige appartement van de Longstreets.

" Carnage " ( 2011, geregisseerd door meester - regisseur Roman Polanski ) speelt zich in een paar vertrekken af. De ouders van Zachary, Nancy en Alan Cowan, stellen zich aanvankelijk beleefd en terughoudend op. Maar alles verandert in de loop van de middag. Alan, een sterke rol van de Weense acteur Christoph Waltz, wordt per telefoon constant op de hoogte gehouden van zakelijke problemen en is nauwelijks geïnteresseerd in zijn zoon. Nancy geeft twee keer over, terwijl de whisky bij haar snel zijn tol begint te eisen. De mannen vormen op een gegeven moment een front tegen de vrouwen, die zich op hun beurt weer verbonden voelen in hun afkeer van de kwalijke gewoontes waar hun echtgenoten mee behept zijn.  Allen blijken onaangename kanten, zelfs duistere hoekjes in hun ziel te hebben. Aan het slot staat iedereen eigenlijk alleen. Je wordt in het leven nu eenmaal geregeld op jezelf teruggeworpen.

Toch is " Carnage "  absoluut geen dramatisch spektakel geworden. Grofkomische scènes, humoristische, spitse dialogen, zorgen ervoor dat de toon niet al te zwaar aangezet is. Jammer genoeg ontbreekt een verrassend slot; bovendien is tachtig minuten kijken en luisteren naar vier volwassenen in een kleine ruimte niet altijd even meeslepend. Oftewel: het is Polanski niet echt gelukt om van een succesvol toneelstuk een overtuigende film te maken. Maar voor Elvis was het een hele belevenis: als zoon van de regisseur mocht hij de zwijgende, maar meppende Zachary doen.

05-03-2012

EEN MAN ALLEEN

Sjraar ken ik eigenlijk al jaren. Toen ik als jongen van zestien voor het eerst café Monrovia bezocht, zat hij daar al. Kaartend, dobbelend, drinkend met andere, niet meer zo jonge mannen. Hij moet toen vooraan in de dertig geweest zijn, met de ongezonde, bleke gelaatskleur die hij zijn hele leven behouden heeft. Veel binnen zitten, nauwelijks bewegen, constant roken, dat is niet goed voor een mens, dus ook niet voor Sjraar.

Vrouwen speelden geen rol in zijn wereldje, want ze wilden hem niet. Wie valt nu op een verlegen dertiger met een grauw gezicht, weinig haar en een slecht gebit? Behalve zijn werk had hij alleen maar Monrovia. De hele zaterdag en zondag zat hij in de kroeg. Op zaterdag van 's middags  vier tot sluitingstijd, 's zondags van twaalf tot twaalf. Het bier rees zo hoog dat hij, elke zondagavond wanneer hij naar huis fietste, eerst buiten op een vaste plek stond over te geven. Ik wist toen al: zó wil ik nooit worden.

De zomer bracht een aangename onrust in zijn bestaan. Sjraar organiseerde de gezamenlijke uitstapjes van " de vaste jongens " zoals Simon Carmiggelt ze noemde. Hij liet de tickets in Monrovia circuleren, vertelde over de badplaats waar ze twee weken zouden doorbrengen, prees de lokaliteiten  aan die ze konden bezoeken. Want eenmaal dáár deden ze hetzelfde als in Venlo: kaarten, bier drinken, kletsen. Monotonie bleef hun levensmotto.

In de loop der jaren begon de vriendenkring uit te dunnen. Ook die mannen kregen verkering, meden het café, trouwden en bleven definitief weg. Sjraar begreep de wenk en koos een andere stamkroeg. Ik verloor hem uit het oog.

Tot enkele maanden geleden. Haastig een snelle hap nuttigend in zo'n ongezellige zelfbedieningszaak, hoorde ik een karakteristieke, door alcohol en nicotine geteisterde stem. Sjraar? Inderdaad. Duidelijk op leeftijd, ongetwijfeld met pensioen, netjes in het pak, zat hij alleen aan een tafeltje, voor zich zijn dienblad met een  leeggegeten bord en een  leeggedronken glas. Hij was duidelijk klaar met zijn middagmaal. Enigszins onderuitgezakt staarde hij moedeloos voor zich uit. Je zag hem denken: waar kan ik nu in godsnaam naartoe? Want hij wist dat werkelijk nergens ter wereld ook maar iemand op hem zat te wachten.

27-02-2012

THE ARTIST

                                          

Zo’n engelbewaarder als Peppy Miller wil iedereen wel. Jong en eerzuchtig als ze is droomt ze ervan om, net als zo vele anderen, carrière te maken in Hollywood. In 1927 betekende dat acteren of dansen in een geluidloze zwart -witfilm, dus  over mimische kwaliteiten moest je in ieder geval beschikken. Maar met honderden even begaafde concurrenten in de buurt kom je nog niet ver. Dat betekent producers aanspreken, regisseurs bedwelmen en wachten, wachten op een gunstig moment. Soms zoekt het geluk jou op. Door een toeval ontmoet ze topster George Valentin gewoon op straat, door weer iets toevalligs komt ze hem tegen op een filmset, op zijn aandringen mag ze heel even met hem acteren in een film. A star is born.

George Valentin trekt elke morgen een kaarsrechte scheiding door zijn zwarte, achterover gekamde haar, dat de hele film door keurig blijft zitten, dankzij een kwak brillantine. Hij beschikt over een stralende lach, die sterk geaccentueerd wordt door twee oneindige rijen glanzend witte tanden. U behoort nu te denken aan Ivor Novello of Douglas Fairbanks jr. of Cary Grant. Zijn perfecte, smalle snorretje is geleend van Clark Gable of omgekeerd. Want de Franse regisseur van “The Artist “ (2011) citeert rijkelijk uit Hollywoods filmgeschiedenis, wat een hommage lijkt, maar het niet altijd is. Als de geluidsfilm nadrukkelijk van zich laat horen, wordt ook een ster als George zonder plichtplegingen aan de deur gezet. “Het publiek wil nieuw vlees en geen sterren van vroeger die opeens gaan praten “ is het argument. En zo gebeurde dat einde jaren twintig inderdaad in de droomfabrieken. Topkomiek Buster Keaton raakte zelfs in een psychiatrische kliniek terecht.

George begint te drinken, verliest zijn vermogen, maar twee mensen en één hondje blijven hem trouw. Daartoe behoort Peppy Miller. Zij stijgt, hij dondert naar beneden; vergeten doet ze hem echter niet. Dankbaarheid blijkt haar motor, terwijl ze waarschijnlijk ook verliefd op hem is. Dat zegt ze niet, maar de oplettende toeschouwer, gekneed door talloze Hollywood - producties, hoopt en ziet. Een happy end kan niet uitblijven, al moet de kijker, samen met George, door veel traditionele Hollywood - ellende heen.

Topregisseur Alfred Hitchcock ( in de filmwereld is alles en iedereen ‘top’ of ‘super’) hield van weinig tekst en sprekende beelden. “ Talking heads aren’t film” placht hij te zeggen.  Hij zou hebben genoten. “The Artist” kent nauwelijks geluid, maar weet te boeien door goed acteerwerk en een interessant scenario. Dat leunt namelijk sterk aan tegen de gebruikelijke Hollywood – verwikkelingen, is dus gedeeltelijk voorspelbaar, wat weer tot herkenning en humor leidt, terwijl het hoge tempo  de aandacht van de toeschouwer vasthoudt.  De oogst: vijf Oscars, en ook nog in de belangrijkste categorieën, namelijk beste film, beste regisseur, beste hoofdrolspeler. Dan heb je geen engelbewaarder meer nodig.

29-01-2012

DE HEER MET DE HONDJES

Bier smaakt het lekkerst na een flinke lichamelijke inspanning, gevolgd door een warme douche. Nog wat nazwetend loop je naar de kantine, je ploft neer op je vaste plek en giet het gerstenat langzaam, maar met vaste hand naar binnen. Eén keer in de week bracht ons zaalvoetbalteam zo de avond door.

In de zomermaanden stonden de schuifdeuren dusdanig uitnodigend open, dat ook niet - sporters even kwamen buurten. Kinderen wilden een ijsje, huisvaders haalden hun sigaretten, oudere echtparen rustten uit van hun wandeling. Een opvallende verschijning was een oudere heer, keurig in het pak, die drie identieke, kleine, witte poedeltjes bij zich had. Lieve, vriendelijke, beschaafde beestjes. Ze kwijlden niet, blaften zelden en van bijten hadden ze nog nooit gehoord. We raakten in gesprek. Toen de kinderen het ouderlijke huis verlieten, hadden zijn vrouw en hij besloten een huisdier te nemen. Deze drie werden hun enkele jaren geleden aangeboden. Ze hadden er geen spijt van. De beestjes bleken aanhankelijk, terwijl ze je ook nog onverwachte contacten bezorgden, want onbekende mensen vonden het wel een leuk gezicht, die nette man met zulke grappige poedeltjes.

Een paar weken later waren er nog maar twee. Een plotselinge ziekte, de dierenarts wist het ook niet precies en voor ze het wisten was het hondje dood. Tsja, zo snel kan het gaan.

De jaargetijden trekken voorbij. Herfst, winter, de lente breekt lekker door, dus de schuifdeuren gaan open, zij het op een kier. Daar komt hij weer binnen, onveranderd, maar slechts één hondje vergezelt hem nu. We spreken hem erop aan, een tikkeltje te vrolijk, want het bier begint te werken. " Waar is dat andere hondje gebleven? "
Het gezicht van de heer krijgt iets weemoedigs. " In de winter overreden. Hij was op slag dood."
We vallen stil. Onze uitgelaten stemming verdwijnt. " Merkt u nog wat aan dit ene hondje? " willen we weten.
" Ja, " zegt de heer.  " In het begin liep hij door het huis en in de tuin alsof hij iets zocht. Dat heeft hij niet meer, maar tegenover ons is hij nog aanhankelijker geworden. Hij knuffelt graag."
Er dringt zich een vraag bij me op. " Als deze sterft, schaft u dan een nieuw hondje aan? "
Peinzend kijkt de heer me aan. " Ik heb er met mijn vrouw over gesproken, we beginnen er niet meer aan. Je raakt te veel aan die dieren gehecht. Toen de laatste stierf, zijn we een hele week van slag geweest." Hij draait zich om naar de bar en rekent af. " Heren, tot genoegen."

We hebben hem nooit meer teruggezien.

12-01-2012

ONE DAY

Het is eigenlijk wel begrijpelijk dat Dexter aanvankelijk niet zo op Emma valt. Ze ziet er die avond, 15 juli 1988, als ze met de hele groep viert dat ze allemaal geslaagd zijn voor hun eindexamen, wat truttig uit. Haar bril is te groot, haar mond te breed, vol met van die slagtanden, het haar te lang. Zeker, Dexter wil wel met haar naar bed, maar komt daar al snel van terug. Als broertje en zusje brengen ze de nacht door. De volgende dag sluiten ze vriendschap. Ze spreken niet over liefde, hoewel het voor de toeschouwer duidelijk is dat Emma het zwaar te pakken heeft. Dexter is praktischer. Hij stelt  's middags voor om af te maken wat ze die nacht verzuimd hebben, en Emma wil wel. Op weg naar huis en bed ontmoeten ze echter Dexters ouders; na het officiële handenschudden neemt ze razendsnel afscheid. Net niet. Een verkeken kans.

Elk jaar op 15 juli zien we hoe het met Dexter en Emma gesteld is. De kijker weet meer dan Dexter, want ze mag dan tegen hem de pose van het vriendinnetje Maar Er Is Niks Tussen Ons aannemen, ze lijdt als Dexter frank en vrij over zijn talloze affaires vertelt. Ze wendt dan haar hoofd af, haar gezicht betrekt, tranen springen in haar ogen. Geraffineerd stil spel van actrice Anne Hathaway, waardoor de toeschouwer snel haar kant kiest.

Als Dexter zijn tv - baan verliest, wordt híj kwetsbaar. Hij heeft Emma nodig, waardoor zij helemaal opbloeit. Beiden beseffen dat ze niet zonder elkaar kunnen. Het is zoals een teleurgestelde minnaar van Emma tegen zijn concurrent toegeeft: " Ik haatte je, maar Emma maakte van jou een fatsoenlijke kerel, terwijl zij altijd opfleurde als ze jou zag."     

Jonge mensen die voor elkaar geschapen zijn, uit elkaar drijven, elkaar toch weer opzoeken, de weemoed van het afscheid nemen: dit alles zorgt ervoor dat je de film " One Day"  in je hart sluit. En Anne Hathaway  natuurlijk. Geef haar maar een Oscar.

09-01-2012

BONJOUR TRISTESSE

                                      
Dat Cécile (17 jaar) gezakt is voor haar filosofie – examen zal niemand verbazen, want aan studeren heeft ze een hekel, en haar vader moedigt haar bepaald niet aan. Hij houdt zich voornamelijk bezig met makkelijk geld verdienen in de reclame en  het veroveren van vrouwen.  Dat gaat hem uitstekend af. Als vader en dochter de zomervakantie doorbrengen in Juan – les – Pins neemt hij de veel jongere, tikkeltje ordinaire, Elsa mee. Alles wordt anders als na een week Anne, een modeontwerpster van pa’s leeftijd, komt logeren. Zij verschilt totaal van de anderen. Ze heeft stijl, is gedisciplineerd, vindt een goede schoolopleiding wel belangrijk, houdt van een goed gesprek. Dat Cécile scharrelt met de acht jaar oudere Cyril in plaats van filosofische teksten door te nemen, ergert haar mateloos. De toekomst wordt voor Cécile nog donkerder als blijkt dat pa en Anne een huwelijk overwegen. Zou daar nog wat aan te doen zijn?
Toen “Bonjour tristesse” in 1954 uitkwam in Frankrijk en een jaar later in Nederland, was de morele verontwaardiging groot. Dat schrijfster Francoise Sagan slechts achttien lentes telde, maakte het schandaal compleet. Zoveel vrije seks en lichtzinnig gedrag in één boek, daar moest voor gewaarschuwd worden, vonden ouders, priesters en dominees.
Serieuze critici lazen de roman anders. Ze zagen er een tijdsbeeld in, namelijk het protest van een jonge generatie die zich afzet tegen de brave burgerij en haar bekrompen opvattingen. Met als wapens relativering, provocatie en cynisme bestrijdt de jeugd alles wat de gevestigde orde heilig is.
Een schandaalboek zorgt voor aandacht en dus voor lezers: in vijf jaar werden er vier miljoen exemplaren van verkocht in 22 talen. Francoise Sagan was ‘hot’ en dat zal ze haar hele, bewogen, leven blijven.
Zo’n beroemd boek moet je dus eigenlijk gelezen hebben, maar ik kwam er pas toe toen ik de nieuwe vertaling van Marianne Gossije in handen kreeg, die door uitgeverij Meulenhoff in 2009 is uitgebracht. Opmerkelijk vind ik de cynische kijk van de piepjonge Sagan op het leven en haar genadeloze ontleding van haar hoofdfiguren. Cécile en haar vader behoren tot een type mensen dat ver van mij afstaat, maar Sagan is erin geslaagd ze zó te beschrijven dat ik ze ken, begrijp , zelfs sympathie voor ze kan opbrengen. Ik mag graag over ze nadenken. Ze genieten van zon, zee en strand, drinken een goed glas, houden van feesten met veel muziek en opgewekte, inhoudsloze gesprekken. Inderdaad, beiden denken nooit ergens over na, deugen nergens voor, weten niets. Zeker, om innerlijke rust te vinden moeten ze opwinding en drukte om zich heen hebben. Het is waar, pa wenst meteen te krijgen wat hij begeert, beiden leven alleen voor hun eigen genoegens. Maar ze geven dit alles toe, doen zich niet beter voor dan ze zijn. Hun charme overrompelt je en hun opgewektheid werkt aanstekelijk. Voor vermaak zijn ze geboren, sterker nog: dat is het enige wat telt. Neem ze mee naar een groot feest en je hebt de nacht van je leven.