17-02-2017

BRIMSTONE: EEN ORGIE VAN GEWELD

Ergens diep in de negentiende eeuw, in zo'n  nederzetting van een aantal houten huizen die te midden van oneindige wouden en uitgestrekte vlaktes een kleine gemeenschap vormen, komt een nieuwe dominee in het kerkje preken. Hij spreekt met een licht Nederlands accent en een donderende stem weinig over de hemel, veel over vagevuur, hel en hoe het voelt om aldaar te branden en de lucht van zwavel ( brimstone) op te snuiven. De jonge Liz, vroedvrouw en zonder tong, is doodsbang voor hem en wil weg, tot onbegrip van haar man. In enkele hoofdstukken met bijbelse titels ( Exodus, Genesis) begrijpt de toeschouwer haar angst, waarom ze haar tong verloren heeft, de reden van haar vlucht, wat er aan haar huwelijk voorafgegaan is. Haar levenspad was een lijdensweg, met een calvinistische God die haar weliswaar steeds begeleidde, maar nimmer ingreep. Ze moest alles zelf doen, en dat gebeurt ook, want ze bleef een vechter, een "warrior", zoals haar dochter vol respect een paar keer opmerkt.

Martin Koolhoven, die de film regisseerde en ook het script schreef, heeft altijd de wens geuit eens een Nederlandse western te maken. Hij bewonderde de Italiaanse spaghetti - variant; om aan zijn Brimstone (2016) een vaderlands tintje te geven, creëerde hij een Hollandse gemeenschap, die in het verre Amerika een nieuw bestaan opbouwt, op calvinistische basis. Dit houdt in dat God straft, de man dirigeert en de vrouw aan hem ondergeschikt is.

Deze rolverdeling geldt voor de hele film, in welk gezelschap Liz zich ook bevindt. Constant laat de regisseur zien hoe vrouwen moeten lijden onder het geweld van brute mannen, die met de bijbel of een wetboek in de hand trachten aan te tonen hoe onderdanig de vrouw mòet, en hoe overheersend de man màg zijn.

De opeenstapeling van gruwelen tast de geloofwaardigheid van de film aan, en daarmee het inlevingsvermogen van de kijker. Je ziet een mensenleven aan je voorbij trekken dat geteisterd wordt door vernederingen, mishandelingen, verkrachtingen, afgesneden tongen en zwiepende zwepen. Alles wordt zo luid en duidelijk in beeld gebracht, dat de weerloze toeschouwer gelaten alle narigheid over heen laat gaan, niet accepterend dat deze ellende in één mensenleven past, hopend dat THE END maar gauw op het scherm verschijnt.

Spannend? Ja. Goed Geacteerd? Zeker. Mooi in beeld gebracht? Nou en of. Een horrorfilm of een western? Allebei.
Brimstone. Regisseur Martin Koolhoven. Acteurs: Guy Pearce, Dakota Fanning, Carice van Houten, Kit Harington. Uitgebracht januari 2017.

14-02-2017

EEN DROOMVROUW

Toen Gerrit met een zucht van verlichting de deur van zijn middelbare school achter zich dichttrok, diende zich meteen een nieuw probleem aan: wat nu? In een studie had hij geen interesse, over specifieke talenten beschikte hij niet, maar handig, vriendelijk en hulpvaardig was hij wel. Aangezien zijn vader als boekhouder goede contacten onderhield met een aantal winkeliers in het provinciestadje waar Gerrit was opgegroeid, mocht hij wat klusjes opknappen in winkels en magazijnen.

Gerrit bleek oog te hebben voor kleur, kleding, belichting. De dames Wouters, vriendinnen van zijn moeder, zagen wat in hem. In hun goedlopende damesmodezaak konden ze een handige jongeman wel gebruiken, zeker toen ze merkten dat hij graag rommelde in de etalages en met veel plezier hun etaleur assisteerde. Gerrit was het er helemaal mee eens: in deze richting zou hij verder gaan.

Sjouwend met kleding en kleerhaken hoorde hij op een middag de winkelbel gaan. Toen hij omkeek, schoot er een bliksemflits door hem heen. Zo iets moois had hij nog nooit gezien. Hij kende Grace Kelly alleen uit de bioscoop, maar nu stond ze slechts een paar meter van hem vandaan. Blank, blond, blauwe ogen, tenger, ze kon zó uit een sprookje gestapt zijn. Uiteraard lette ze niet op die man in een stofjas; ze stapte op de jonge mevrouw Wouters af en begon een geanimeerd gesprek. Gerrit deed snel een paar passen terug om haar vanuit een hoekje ongemerkt te kunnen bewonderen.

Een jaar lang heerste Grace over het onervaren, schuchtere jongenshart van Gerrit. En niet alleen dáár: in zijn dromen en fantasieën was ze alom tegenwoordig. Hij schatte haar zo'n tien jaar ouder en dat maakte haar alleen nog maar aantrekkelijker. Meisjes van zijn eigen leeftijd verbleekten totaal als hij ze in zijn gedachten naast Grace plaatste. Wanneer hij haar in de verte aan zag komen wiegen, sloeg zijn hart al een paar tikken over. Trad ze binnen, dan dook hij in een pashokje of achter een gordijn, om haar in alle rust te bestuderen. Eigenlijk waren al die manoeuvres overbodig, want waarom zou een dame met de allure van een filmster aandacht schenken aan een jeugdige etaleur? Als vaste klant liep ze aan hem voorbij, keek ze langs hem heen, zag ze hem over het hoofd. Het hinderde Gerrit allemaal niet, als hij maar naar haar mocht blijven kijken.

En toen was alles voorbij. Ze kwam niet meer. Was ze ontevreden, verhuisd, gescheiden, gestorven? Hij durfde het niemand te vragen en geen mens praatte over haar. En eigenlijk vond Gerrit het wel goed zo.  Eindelijk rust in zijn hoofd. Geen opwinding meer die haast pijn aan zijn lijf deed, of hoopvolle hartkloppingen als hij iets blonds in de verte zag aankomen. Een godin moet je aanbidden, maar niet te vaak aanschouwen.

Vele, vele succesvolle jaren later staat Gerrit als eigenaar in de deuropening van diezelfde modezaak. Terwijl hij ontspannen een trekje van zijn sigaret neemt, speurt hij gewoontegetrouw de straat af of er nog klanten in aantocht zijn. Daar duikt een gestalte op die hem bekend voorkomt. Wat heet: zou dat niet...is dat niet...lijkt ze niet op...? Lang vergeten gevoelens duiken op in hoofd en buik. Plotseling begint hij hevig te transpireren. Ze is het! Als ze hem nadert, aan hem voorbijloopt en een blik in de etalage werpt, ziet hij dat de jaren ook haar niet onberoerd gelaten hebben. Het blonde haar grijst aan de slapen, kraaienpootjes hebben zich rond haar ogen verzameld, die minder glanzen dan Gerrit zich herinnert. Maar aan charme heeft ze volstrekt niet ingeboet. Gerrit is weer net zo verliefd en weerloos als vroeger. Als ze doorloopt kijkt hij met welgevallen naar haar deinende heupen en nog altijd elegante houding. Dan schrikt hij. Ze staat stil, draait zich om en tot zijn lichte ontzetting schrijdt ze vastberaden op hem af. Voor het eerst in al die jaren staat ze voor hem en kijkt hem recht in de ogen. Glimlachend, op vertrouwelijke toon, met een blik van verstandhouding, zegt ze: "Beval ik u nog steeds?"


04-02-2017

DE OCHTENDGAVE

Weleens een onthoofding meegemaakt? Nou, Caspar Sonmans in ieder geval wel. Hij is er in 1705 bij als de voormalige burgemeester van Nijmegen, Roukens, trillend over zijn hele lichaam, op het schavot staat. De gemaskerde beul beveelt eerst de terdoodveroordeelde neer te knielen. Deze legt zijn hoofd zijdelings op het hakblok. De beul heft zijn grote zwaard, houdt het met beide handen vast, laat het een zoevend geluid maken en vervolgens klinkt er de harde, droge tik van metaal op hout. Zonder te stuiteren rolt het hoofd al wentelend van het lichaam weg. Een bloedspoor is er niet, want deze beul verstaat zijn vak: de romp en de hals vertonen een gaaf snijvlak. En dan pas begint het bloeden.

Caspar, 54 jaar, heeft zich in de loop der jaren keurig opgewerkt tot eerste gemeentesecretaris van Nijmegen, maar voldoening beleeft hij er niet aan. Sinds 10 augustus 1678 ziet hij zichzelf als iemand voor wie het leven er niet meer toe doet. Alles wat voor hem van waarde was, is bezoedeld, gestolen, kapotgemaakt. Hij heeft in die zin nog geluk gehad dat het tragische lot van Roukens ook hem had kunnen treffen. Gelukkig, blij, of zich gewoon tevreden voelen, nee, dat lukt allang niet meer. Eigenlijk begon het allemaal met de ochtendgave op 10 juli 1672, dus een dag na zijn huwelijk met Sara, in Nijmegen.

Het was toen gebruikelijk dat in de betere kringen de bruidegom na de eerste huwelijksnacht zijn bruid een geschenk gaf. Caspar had voor Sara een fijnmazige vliegenstolp van puur zilver klaarstaan. Uitgepakt heeft ze het cadeau nooit, want 's ochtends was ze plotseling spoorloos verdwenen. Na een langdurige belegering door de Fransen werd Nijmegen juist in die ochtenduren bezet, en de chaos was uiteraard groot. Na één huwelijksnacht is hij zijn vrouw kwijt, na zes jaar krijgt hij een interessante aanwijzing. En dan hopen de conflicten en avonturen zich pas echt op.

Adri van der Heijden is een vakman. Op diverse manieren dwingt hij de lezer verder te gaan: natuurlijk wil je weten waar Sara uithangt; er is sprake van een geheimzinnige brief die door haar meteen verbrand wordt; een goede vriend van Caspar is om iets verschrikkelijks gewurgd door de beul; een anonieme brief brengt Caspar op het spoor van zijn vrouw; eens heeft Caspar zelf in de gevangenis gezeten. Steeds vraag je je af: hoe zit het nou? Bovendien biedt  Van der Heijden brokjes couleur locale aan, zodat je je beter in die tijd kan verplaatsen: een ijzeren bustehouder, rode en groene hars om brieven te verzegelen; een mand met dozijnen ganzenveren om mee te schrijven, met een pennenmesje ernaast.

In deze goed gelukte historisch roman rond de Vrede van Nijmegen (1678) is een cynische, illusieloze man aan het woord. Hij voelt zich oud en versleten, en ook hij heeft ervaren dat alles van waarde weerloos is. De mens is slechts een nietig wezen, overgelaten aan het (nood)lot, een prooi van toevalligheden. Een sombere man, een meeslepend boek.
A.F.Th. van der Heijden, De ochtendgave. Amsterdam/Antwerpen, 2015. 297 blz.