16-04-2023

DE RITUELEN VAN NOOTEBOOM

 Het gaat veel over de dood, in Rituelen, de beroemdste roman van Cees Nooteboom. Arnold Taads sterft dramatisch, omdat hij een half jaar lang in een onherbergzaam oord wenst te verblijven, zijn zoon Philip pleegt zelfmoord; de tante van hoofdpersoon Inni Wintrop, die hem financieel steunde, overlijdt en Inni zelf doet een poging tot zelfmoord als zijn vrouw hem verlaat voor een ander. Toch is dit geen droevig boek, want de hier genoemde mannen hechten niet zo aan het leven. Waar hechten ze eigenlijk wel aan?

Aan rituelen. Inni eigenlijk nog het minst, hoewel de mis, het biechten, de processies van de Katholieke Kerk nog geregeld in zijn geheugen opduiken en hij erotische belevenissen met vrouwen  nodig heeft om zijn eentonige bestaan wat fleur te geven. De imponerende,  enigszins angstaanjagende Arnold Taads heeft een uiterst strakke dagindeling, waar hij nimmer van afwijkt. Zijn zoon Philip, naar wie hij nimmer heeft omgekeken, leeft als een Japanse monnik, voor wie het theeceremonieel heilig is. Hij geeft al zijn geld uit om toch maar vooral een zeer bijzondere theekom te bemachtigen. Waarom zijn rituelen zo belangrijk?

Ze geven vorm aan een dag, bieden steun aan het bestaan, wijzen op de zin van het leven. De drie mannen zijn allen eenzaam, vooral Philip, zeggen daar niet onder te lijden, want ze voelen zich met niemand verbonden. Daarom wordt er in de roman geregeld naar het existentialisme van Sartre verwezen: de mens is in de wereld geworpen, hij wordt omringd door chaos en zinloosheid; angst en eenzaamheid bepalen zijn lot, al is hij vrij in zijn doen en laten.

Wat vind ik nu van deze inmiddels klassieke en veel vertaalde roman? Aanvankelijk maakte het boek op mij een wat gedateerde indruk. Zeker, het gaat hier om een terugblik. Deel 1, Intermezzo, speelt zich af in 1963, deel 2, Arnold Taads, in 1953, en deel 3, Philip Taads, in 1973. Dat houdt in dat we weer de provo's tegenkomen, vrijwel alles zich in Amsterdam afspeelt, Sartre met zijn existentialisme geregeld geciteerd wordt, en studentenprotesten, vrije seks, kraakpanden allemaal terugkeren. Wat mij beviel is de soms luchtige, vaak laconieke, af en toe poëtische stijl van Nooteboom. Inni, Arnold en Philip zullen me bij blijven, want het zijn uitstekend getekende karakters. En Nootebooms mijmeringen over tijd, geloof, rituelen en zoeken naar de zin van het bestaan, die zo voor iedereen anders is, bevielen me zeer.

Rituelen is geen hecht doortimmerde roman. Het is eerder een bundel fragmentarische, filosofisch getinte herinneringen aan die opwindende jaren vijftig en zestig, toen zoveel zekerheden aan het wankelen gebracht werden. Altijd weer nuttig om te lezen.

Cees Nooteboom, Rituelen. De Bezige Bij, Amsterdam. Eerste druk 1980, dertiende druk 2009, 210 blz.

01-04-2023

HET ZOETE LEVEN VAN FELLINI

 Hij is erg actief, onze journalist Marcello Rubini. Overal waar wat te doen is in het Rome van rond 1960, duikt hij op. Er wordt met behulp van een helikopter een beeld van Jezus naar het Vaticaan getransporteerd, en hij vliegt mee. Een beroemde Amerikaanse filmster (Anita Ekberg) landt op het vliegveld, en Marcello (natuurlijk Marcello Mastroianni) woont de persconferentie bij. Als latin lover lukt het hem intiem met haar om te gaan en met haar 's nachts bars en nachtclubs te bezoeken. Tot aan haar dood in 1915 zal Anita Ekberg herinnerd worden aan haar wandeling door de Trevifontein, gadegeslagen door Mastroianni, die het zo koud had (het was maart), dat hij een fles whisky opdronk. Regisseur Fellini verklaarde later dat Anita uren, zonder morren, in de fontein had moeten doorbrengen. 

Eens wilde Marcello literatuur schrijven, nu houdt hij zich bezig met onbelangrijke primeurs, luchtige gebeurtenissen, en rijke, aantrekkelijke, verveelde vrouwen. Af en toe wordt hij wakker geschud: Steiner, een intellectuele, zeer ernstige vriend, doodt zijn dochters en vervolgens zichzelf. Hoe vertellen Marcello en de politiecommissaris dit aan zijn vrouw? Deze stapt nietsvermoedend uit de bus en wordt meteen omsingeld door talloze fotografen, van wie er één Paparazzo (!) heet. Zij denkt, gestreeld, dat men haar voor een filmster houdt, wíj weten helaas meer dan zij. Met al hun niets en niemand ontziende opdringerigheid spelen paparazzi een belangrijke rol in deze film. 

Dat geldt ook voor de Romeinse aristocratie. Op verzoek van Fellini stelden diverse edellieden hun  kasteel, paleis, of woning  ter beschikking, zodat de regisseur ter plaatse hun feestjes kon filmen. Sommigen speelden ook een rolletje: prinses Doris Pignatelli, prins Eugenio Ruspali di Poggio Suasa, graaf Brunoro Serego Aligheri. Toen de film uitkwam waren ze geschokt. Trefzeker laat Fellini zien hoe platvloers hun fuiven zijn, hoe verveeld iedereen is, hoe venijnig ze elkaar beledigen. Marcello is één van hen geworden. Eens veelbelovend, is hij nu bereid voor geld acteurs positieve publiciteit te bezorgen en vult hij zijn dagen en vooral nachten met mensen die slechts over een fortuin en/of een titel beschikken, maar verder niets te bieden hebben. `Het zoete leven` is ironisch bedoeld.  

Het overvliegende Jezusbeeld, Anita in haar fontein, Marcello's vader die nog één keer wil stappen, die vreselijke paparazzi, het meisje aan het strand, helemaal op het einde: allemaal scènes die beklijven. Een klassieker, deze film.

La Dolce Vita. Regisseur: Federico Fellini. Acteurs: Marcello Mastroianni, Anita Ekberg, Anouk Aimée, Lex Barker. Land: Italië. Uitgebracht: in 1960. De film is prachtig gerestaureerd en daarom opnieuw te bekijken.