16-06-2023

FEESTEN OP JAGTLUST

 Eerst is er het landhuis: Jagtlust, gebouwd in 1871, gelegen aan de weg tussen Laren en Blaricum, vol enorme kamers, parketvloeren en met een statige hal. Als je de buitendeuren openslaat, bevind je je in een tuin als een park, waarin een vijver en oude beuken. 

Dan is er de persoon om wie alles en iedereen draait: Fritzi ten Harmsen van der Beek (Blaricum; 1927 - 2009). In 1954 betrekt zij met haar zoontje het al jaren leegstaande en dus vervallen pand, en zal daar tot 1971 blijven wonen. In deze periode zullen hier aankomende en gerespecteerde schrijvers, dichters, journalisten, acteurs, actrices, schilders, mensen met een dubbele achternaam en rijkeluiskinderen hele dagen en nachten feesten, drinken, drugs gebruiken en elkaar beminnen. Namen? Bernlef, Hugo Brandt Corstius, Tonio Hildebrand, Rijk de Gooyer. Maar er werd wel geselecteerd: wat je ouders deden en hoe je achternaam luidde, was van belang. Simon Vinkenoog en Harry Mulisch maakten weinig kans, Daan van de Wall Bake en Robbie van Erven Dorens konden zo doorlopen.

Voor wie kwam men? Natuurlijk ook voor elkaar, maar Fritzi was het geheim, de sleutel, iemand met een haast magnetische aantrekkingskracht. Uitgesproken mooi kon je haar niet noemen, al was ze vrij lang, had ze prachtige grote ogen en een wat hese stem. Ze sprak in gebeeldhouwde volzinnen (Gerard Reve heeft goed naar haar geluisterd), praatte eindeloos tegen iedereen, en gaf met name de mannen het prettige gevoel dat ze breekbaar was en beschermd moest worden. Een stoet van minnaars was het gevolg. Remco Campert had het meeste geluk: hij mocht twee jaar met haar getrouwd zijn.

Fritzi beschikte over veel talenten: essays schrijven, dichten, tekenen, schilderen - zelfs de strenge criticus Kees Fens prees haar literaire werk zeer. Maar daar staat tegenover dat ze totaal geen eerzucht had, commercieel volstrekt ongeïnteresseerd, en vooral door helemaal niemand tot wat dan ook gedwongen wilde worden. Een einzelgänger, een vrouw die buiten de maatschappij wilde blijven staan, die volkomen lak had, haar hele leven lang, aan conventies, regels en afspraken. 

Annejet van der Zijl schetst in haar debuut Jagtlust een tijdsbeeld van een generatie die volwassen had moeten worden in de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig en zestig haalde men de schade in: vrijheid, onafhankelijkheid, plezier, zorgeloosheid! Daarna, in de jaren zestig en zeventig, zullen de provo's en de hippies die rol overnemen. En Annejet zal nog diverse boeken schrijven waarin ze laat zien dat non - fictie zoveel boeiends te bieden heeft. Mijn favoriet? Moord in de Bloedstraat.

Annejet van der Zijl, Jagtlust. Eerste druk 1998. Achttiende druk 2023, Hollands Diep, Amsterdam. 223 blz. 

01-06-2023

SWANSDALE, EEN HEFTIGE GESCHIEDENIS

 De gevoelens worden wel heel dik aangezet in Swansdale, de laatste roman van P.F. Thomése, en dat geldt ook voor de gebeurtenissen die erin voorkomen. Mijn hemel! De vader van Elsa lijdt aan ongeneeslijke kanker, de vader van Percy heeft zelfmoord gepleegd, de broer van Elsa is een psychopaat en hij geniet daarvan, en er wordt een nooit opgehelderde moord gepleegd. Voeg daarbij dat Elsa haar pleegmoeder haat en Percy overduidelijk laat merken dat hij zich doodongelukkig voelt bij zijn moeder en stiefvader, en u begrijpt dat in het landelijke, lieflijke, Engelse Swansdale de emoties hoog kunnen oplaaien. Tenminste in de gezinnen waar Elsa en Percy opgroeien. 

En dat zijn dus twee gebroken gezinnen, met twee uitgesproken pubers. Door hun ogen zien we alles gebeuren, Elsa is heel gevoelig, sociaal wat onhandig, zoekt geborgenheid. Percy beseft dat zijn moeder zwaar in hem teleurgesteld is. Hij heeft geen ambitie, geen eerzucht, werkt niet, leert niet, toont nauwelijks liefde of aandacht voor wat hem omringt. Hij droomt ervan te zijn als zijn echte vader, die voor Amerika gevochten heeft in Vietnam. 

Elsa en Percy voelen zich nadrukkelijk tot elkaar aangetrokken, ze lijken ergens op elkaar. Zij fantaseert over haar moeder, die ze mist, hij over zijn vader die hij bewondert. Percy heeft een dominante moeder, Elsa een overheersende stiefmoeder. Ze cirkelen om elkaar heen, doen onhandig, zoals dat hoort bij pubers. Zeker, puberleed, maar wel erg uitvergroot.

Iedereen had en heeft het moeilijk in deze roman, maar er is voor sommigen een uitweg: muziek. Die biedt afleiding, troost en geeft voor een enkeling zelfs een zin aan het leven. Iemand als Elsa ziet aan het eind van de roman in dat muziek herinneringen en verlangens oproept en een zanger of muzikant de gelegenheid biedt zijn diepste gevoelens prijs te geven.

Een rijk boek dus, zeker. Maar de ellenlange, breed uitgesponnen psychologisch getinte bespiegelingen vielen me toch wel zwaar.

P.F. Thomése, Swansdale. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2022. 378 blz.