16-02-2023

OVER VADER EN ZOON

 Weet u eigenlijk wat vlas ìs? Ja, een gewas met blauwe bloemen, met lijnzaad en stengels die linnen opleveren. Daar valt goed geld mee te verdienen. Zo rond 1900, de tijd waarin onze roman zich afspeelt, is boer Vermeulen in zijn West - Vlaamse dorp de man tegen wie iedereen opkijkt. Zijn vlasakker ( in het Vlaams `vlaschaard'; spreek uit ' vlasjaard' ) wordt altijd alom bewonderd, zijn woord is wet. Zijn stugge gezicht met de stoppelbaard en zijn onverzettelijke houding stralen trots uit, macht en hoogmoed. Hij stelt alleen belang in iets als het hem geld oplevert: aardappelen, vlas, personeel. Dat geldt zelfs voor zijn vrouw, die hem in stilte verwijt dat hij haar sinds hun huwelijk nooit meer met haar voornaam heeft aangesproken. Hard werken, zaken doen, dat is zijn leven.

Ook zijn zoon Louis, twintig jaar en vol levenslust, is voor zijn harde vader slechts de meesterknecht, een willoze onderdaan, die 's avonds verantwoording moet afleggen over de werkzaamheden van die dag. Natuurlijk wil de zoon met zijn stevige lijf en een hoofd vol met frisse ideeën in de voetstappen van vader treden, maar die laat dat absoluut niet toe. 

Toch bestaan er overeenkomsten tussen beiden. Vader en zoon zijn in diepste wezen eenzaam. Boer Vermeulen omdat hij door zijn norse optreden niemand in zijn omgeving duldt die hem tegenspreekt, behalve zijn vrouw. Soms dringt het besef tot hem door dat hij er echt alleen voor staat.

Louis is eenzaam, omdat in dit jaar de hormonen enorm aan het opspelen zijn, wat inhoudt dat hij dolgraag met het jonge volk dat op hun boerderij werkt, zou willen dansen, zingen, drinken en de liefde bedrijven. Maar de jonge meisjes zien het grote standsverschil, dulden hem slechts. Voor hem zijn er de rijke boerendochters, maar daar zit niks bij, vindt hij. Alleen Schellebelle, een rossigblond werkmeisje van vijftien, toont zich echt verliefd.

 Er is nog iets: beide mannen zijn koppig. willen uitsluitend hun eigen gang gaan, laten zich door niemand wat zeggen. De zoon begint de vader tegen te spreken, en die reageert bars. Als er vlas gezaaid moet worden, raadt de zoon, gesteund door enkele getrouwen, zijn vader aan de laaggelegen akker in te zaaien, maar pa houdt het op de hoogkouter. Hij bestelt heel speciaal Russisch zaad, maar dat komt enkele weken te laat. Gevolg: een hoogst matige vlasakker, verlies van prestige, kwaaie koppen op de boerderij.

Vermeulen laat zich echt kennen als hij een boerderij in de buurt wil kopen. Dan is hij van zijn zoon af, die gaat dus naar elders, en hij heeft weer het rijk alleen op zijn eigen bedrijf. De dreiging om zijn macht te moeten delen of zelfs afstaan, zou daarmee afgewend zijn. Nu treedt boerin Barbele resoluut op, en dit doldrieste plan verdwijnt even uit het zicht. Maar het blijft knetteren tussen de twee mannen, en als lezer vrees je iets heel ergs. Inderdaad, dat komt er dan ook.

De vlaschaard is veel meer dan een streekroman. Streuvels geeft in een kleurrijke, beeldende kunsttaal, gebruikmakend van diverse West - Vlaamse dialecten, een goed beeld van een kleine, landelijke samenleving, met alle jaloezie, plezier, werklust en verdriet die in een heel jaar voorbijkomen. Daar bovenuit steekt een generatieconflict dat door de auteur in al zijn finesses belicht wordt. Hier is een groot schrijver aan het woord, die met deze roman veel succes had: veertig keer herdrukt, in zes talen vertaald, twee keer verfilmd.

Stijn Streuvels, De vlaschaard. Eerste druk 1907, veertigste druk uitgeverij Lannoo Tielt (België) in 2021. 324 blz.  

01-02-2023

KONINGSLUST VROEGER EN NU

 In het begin van de jaren zestig werkte auteur Ton van Reen, toen 21 jaar oud, als leerling - verpleger in een psychiatrisch ziekenhuis te Wassenaar. Vaak zat hij dan uitgebreid  te praten met mensen die maar niet in slaap konden komen. Een man vertelde hem toen een verhaal dat hem zijn leven lang bij zou blijven. Hij had jaren in de gevangenis gezeten voor een misdrijf dat hij niet gepleegd had. Vrijwillig onschuldig de bak in. Waarom doet een mens zo iets, vroeg de jeugdige Van Reen zich af, die toen al wel schreef, maar nog niet gepubliceerd had; dat kwam pas in 1965. En vooral: hoe maak ik daar een roman van? 

Met Het nooit geschreven verhaal, uitgebracht in 2022, geeft hij antwoord op deze vragen. Van Reen, geboren in 1941 in Waalwijk, maar al als baby opgegroeid in Panningen (Noord - Limburg), verplaatst de gebeurtenissen naar 1959 en 2019. Hij situeert de handelingen in het gebied dat hij het beste kent, namelijk in en rond Koningslust, een dorpje, slechts luttele kilometers verwijderd van Panningen. En voor de lezer die graag alles wil weten: al vele jaren woont Ton van Reen in Maasbree, op 13 km van Koningslust. Kortom, met deze roman speelt Van Reen een thuiswedstrijd.

Eens is er een moord gepleegd...of was het zelfverdediging...of een vergissing? Een ruzie leek in ieder geval onvermijdelijk. De jonge, rijke, arrogante boer uit Grashoek, Dorus Hanraats, was vastbesloten de mooie Maria uit Koningslust te veroveren. Maar voor Maria bestond er slechts één: de arme boerenzoon Harrie Leenders uit haar eigen dorp. Op een avond in augustus 1959 lopen 's avonds om elf uur, na een feest in een tent, Maria, Harrie en Anton, een trouwe vriend, langs het Oud Kanaal naar café Halfweg. Ze worden achtervolgd door een dronken Dorus en zijn vrienden. Dorus valt Maria lastig, Anton slaat hem met een stuk hout in het water. En dan? Harrie zegt dat hij Dorus uit het Kanaal heeft gehaald, Maria dat ze geprobeerd heeft hem te reanimeren, de vrienden van Dorus dat Harrie hem vermoord heeft. De meningen zijn, na zestig jaar, verdeeld. Maar de levens van vooral Maria en Harrie zijn onherstelbaar beschadigd.

Omdat Van Reen geregeld van 1959 naar 2019 springt, zie je de veranderingen. Eens was er in het dorp het Gesticht Sint Josef (voor geestelijk gehandicapten), daarna heette het Huize Savelberg, en het allereerst Huize Daelzicht. Toen vol met broeders, nu zijn er nog maar twee. Eens werd er elk jaar een zogenaamde fancy fair georganiseerd, waarvan de baten naar de missionarissen in Afrika gingen, nu zijn er al haast geen priesters meer, laat staan missionarissen. Een ongehuwd meisje dat zwanger raakte, moest bevallen in de vroedvrouwenschool in Heerlen, en mocht van geluk spreken als de onbarmhartige nonnen haar kindje niet wegnamen. 

Het verstrijken van de tijd en daarmee het veranderen van mens en samenleving, daar gaat deze streekroman over. Van Reen schrijft helder en sober; met goedgekozen details roept hij  het weelderige natuurschoon in Noord - Limburg op en hij klinkt wat weemoedig als hij liefdevol schrijft over al die mensen in en rond het dorp, daarbij af en toe uithalend naar die oppermachtige Katholieke Kerk.

 En de meelevende lezer denkt: al dat zwijgen van die plattelanders is toch maar niks. Práát, dat kan zo verhelderend werken.

Ton van Reen, Het nooit geschreven verhaal. Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem, 2022. 239 blz.