28-07-2018

WILHELM MEISTERS LEERJAREN

In 1774 werd Johann Wolfgang Goethe (Frankfurt, 1749 - 1832) in heel Europa beroemd door zijn briefroman Die Leiden des jungen Werthers. Hoewel hij daarna diverse toneelstukken en talloze gedichten schreef, moest het tot 1795 duren voor hij met een tweede roman kwam. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen Wilhelm Meisters Lehrjahre verscheen. Aanvankelijk oordeelden een aantal critici negatief. Toen echter de literaire en filosofische beroemdheden van die tijd zich met het boek begonnen te bemoeien, kantelde het oordeel. Goethe werd door zijn tijdgenoten definitief als een groot schrijver gezien.

Al snel noemden de vakmensen het boek een bildungsroman (ontwikkelingsroman). Wat bedoelden ze daarmee? De hoofdpersoon verlaat de veilige ouderlijke woning en trekt de wijde wereld in. Hij beleeft allerlei avonturen, ontmoet de meest uiteenlopende mensen en maakt zo een geestelijke ontwikkeling door. Laten we eens het leven van Wilhelm bekijken. Hij is een telg uit een welgestelde koopmansfamilie. Het toneel heeft hem al als kind gefascineerd; daarom sluit hij zich bij een rondreizend amateurclubje aan, stapt later over op een meer professionele groep, waar hij zelfs de hoofdrol in Hamlet mag spelen. Uiteindelijk komt hij bij een geheimzinnig, vrijmetselaarsachtig gezelschap terecht dat in een toren verblijf houdt en door de adel geleid wordt. De verhouding adel - burgerij speelt in de roman en in de realiteit van toen een belangrijke rol. Tussendoor krijgt Wilhelm een zoon, raakt verliefd op diverse dames, stellen mensen hem teleur, ontvangt wijze lessen van ouderen. Uitspraken als: "Zou dat wat wij lot noemen alleen maar toeval zijn?" of "Het is vruchteloos in deze wereld te proberen je eigen wil te volgen" of "Onbaatzuchtig weldoen levert de hoogste en fraaiste rente op" zetten Wilhelm en de lezer aan tot nadenken.

Waarom is Wilhelm Meisters leerjaren dan toch een saai boek? Ik roep er nu even romanschrijver en criticus Simon Vestdijk bij. Hij wijst in een essay op de voor de lezer vermoeiende stijl van Goethe. Veel lange, ingewikkelde zinnen waarin op plechtige toon hoogstaande onderwerpen behandeld worden, en dat bladzijden lang... ga daar maar eens aan beginnen. Goethe kon trouwens ook geen dialogen schrijven: werkelijk iedereen spreekt even voornaam als welluidend. Maar beleeft de hoofdpersoon dan spannende avonturen? Ik zeg het Vestdijk na: de eindeloze en gekunstelde lotgevallen van de brave en dus weinig interessante Wilhelm ben je snel vergeten. Wat je wèl bijblijft, is de conclusie aan het slot: die zogenaamde Bildung, de ontwikkeling die een mens zou meemaken, valt ontzettend tegen. Veel is toeval, je eigen wil volgen lukt eigenlijk niet, de mens is een speelbal van de gebeurtenissen. Levenswijsheid verdringt hier de romantheorie.
Johann Wolfgang Goethe, Wilhelm Meisters leerjaren. Vertaling van Ria van Hengel naar een Duitse uitgave uit 1992. Amsterdam 2014, met een nawoord van Klaus F. Gille. 702 blz.

13-07-2018

DE RECHTER EN ZIJN BEUL

Een politieman in de Zwitserse Jura ziet op een novemberdag in 1948 een blauwe Mercedes aan de kant van de weg staan. De bestuurder is dood; een schot door zijn slapen is hem fataal geworden. Het gaat hier om Ulrich Schmied, politie - inspecteur van Bern. Commissaris Bärlach, zijn chef, zal het onderzoek leiden. Zo, tot nu toe is duidelijk sprake van  'een misdaadroman', zoals de ondertitel van De rechter en zijn beul dan ook luidt.

Maar als de lezer Bärlach beter leert kennen, bekruipt hem toch een onbehaaglijk gevoel. De man is de zestig gepasseerd en maakt een vermoeide indruk; tevens neemt hij een aantal merkwaardige beslissingen. Zo mag er de eerste dagen niets aan de pers worden doorgegeven en liegt hij Schmieds hospita cynisch wat voor. Ongegeneerd neemt hij een werkmap mee die op 's mans kamer ligt. En terwijl het onderzoek eigenlijk nog op gang moet komen, meldt hij zijn superieur, Lutz, dat hij iemand verdenkt, om kort daarna tegen zijn assistent te verklaren dat hij weet wie de dader is. Arrogant? Der dagen zat? Wat voert de commissaris in zijn schild?

Schmied blijkt geen gewone inspecteur te zijn geweest. Hij droeg in die auto een smoking, en bezocht, aldus gekleed, geregeld onder een schuilnaam bijeenkomsten die georganiseerd werden door ene Gastmann, een steenrijke zakenman van onduidelijke snit. Aangezien de advocaat van Gastmann weer bevriend was met de heer Lutz, blijkt de laatste zeer gevoelig te zijn voor argumenten die ten doel hebben Gastmann overal buiten te houden. Belemmert het kapitaal een eerlijke rechtsgang? In dat o zo fatsoenlijke Zwitserland? Waar gaat deze roman eigenlijk over?

Friedrich Dürrenmatt (Konolfingen, 1921 - 1990) was de bekendse Zwitserse schrijver van de twintigste eeuw. Zijn romans en toneelstukken (Het bezoek van de oude dame!) vonden ook internationaal weerklank. Hij had een originele visie op literatuur. Hij zou graag zien dat die minder elitair werd, wat toegankelijker voor een grote groep mensen. Daarom vatte hij het plan op om van een populair genre, de misdaadroman, gebruik te maken, en die hier en daar af te laten wijken van het gebruikelijke stramien. Zo kon hij er dan een diepere laag in aanbrengen. De lezer krijgt zijn amusement, maar wordt ook aangemoedigd om na te denken.

Waarover bijvoorbeeld? Wel, als we naar De rechter en zijn beul kijken, dan lezen we niet alleen een origineel, spannend verhaal met een verrassende ontknoping, maar blijkt ook dat de auteur nog wat voor ons in petto heeft. Dürrenmatt is kritisch over het politiebestel, levert commentaar op de maatschappij waarin hij leeft, laat zien hoe gevoelloos, manipulatief en egoïstisch mensen kunnen zijn. Dit is dus niet de zoveelste krimi, dit is een serieus literair werk.
Friedrich Dürrenmatt, De rechter en zijn beul. Vertaling Ria van Hengel. Amsterdam, 2017. 134 blz. met nawoord. Oorspronkelijke titel: Der Richter und sein Henker. Zürich, 1952.