27-10-2020

DE ZAAK COLLINI

 Toen Ferdinand von Schirach (München; 1964) op zijn vijfenveertigste zijn eerste korte verhalen schreef, had hij al een aantal jaren als succesvol advocaat achter zich. Hij baseerde ze op strafzaken die hij in zijn praktijk had meegemaakt. Het is niet exact de werkelijkheid, vertelt hij in een interview, want dan zou hij strafbaar zijn. Hij vervormt, kneedt een eigen realiteit, die kennelijk zo herkenbaar is dat hij een grote, internationale lezerskring heeft. De daders worden beheerst door elementaire gevoelens en hartstochten: wanhoop, hebzucht, jaloezie. De hoofdpersoon is een advocaat die moet uitzoeken waarom een op het oog fatsoenlijk mens tot zijn misdaad gekomen is. In 1911 publiceerde Von Schirach zijn eerste roman, Der Fall Collini, gebaseerd op de geruchtmakende rechtszaak van Friedrich Engel, verdacht van moord, in 2002.

In Der Fall Collini zien we de jonge, onervaren maar eerzuchtige advocaat Caspar Leinen die de zeventigjarige Italiaan Fabrizio Collini moet verdedigen. Dat is knap lastig, want de verdachte doet aanvankelijk zijn mond niet open. Hij heeft in een hotel de algemeen geachte, rijke en beminnelijke zakenman Meyer doodgeschoten en daarna zelfs tegen het hoofd geschopt. Waarom Meyer? Waarom zo bruut? Leinen gaat op onderzoek uit, waarbij opvalt dat de rechtbank en de officier van justitie graag bereid zijn om de zaak snel af te sluiten. Men praat op hem in, tracht hem in te palmen, en als dat niet lukt, te intimideren. Als hij het vertrouwen van Collini weet te winnen, komt hij op het spoor van gruwelijke gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, die veel weg hebben van wat Jan Brokken in De vergelding heeft opgetekend (zie Een dorp in tijden van oorlog, van 24 juni 2020).

Wat voor film is dit? Der Fall Collini is uitstekend gemaakt, er wordt goed geacteerd, is meeslepend van begin tot eind. Een thriller? Ja. Een rechtbankdrama? Ook. Maar vooral gaat het hier om een aanklacht tegen de naoorlogse Duitse rechtspraak, en dan komt Friedrich Engel weer om de hoek kijken. In 1968 werd dankzij de inspanningen van de jurist Eduard Dreher, die in de Tweede Wereldoorlog geen al te  frisse rol had gespeeld, een wet aangenomen die ervoor zorgde dat bepaalde oorlogsmisdaden als doodslag werden gezien, niet als moord. Vanaf 1960 waren nu al die daden verjaard, en zo kon menige boef vrij rondlopen. Dat gold ook voor Engel, die in 2006 in Hamburg overleed. De regisseur laat zijn acteur Elyas M'Barek aan het slot van de film een vlammend betoog houden over rechtspraak en rechtvaardigheid in een fatsoenlijke democratie, waarbij de schuldigen deemoedig het hoofd moeten buigen, zodat de kijker toch (min of meer, want hij heeft heel wat gruwelijks gezien) triomfantelijk huiswaarts kan keren.

Der Fall Collini. Regisseur: Marco Kreuzpaintner. Acteurs: Elyas M'Barek, Alexandra Maria Lara, Franco Nero, Heiner Lauterbach. Land: Duitsland. Uitgebracht: 2019.

13-10-2020

LIJMEN EN HET BEEN

 Op zijn dertigste staat Frans Laarmans op een keerpunt in zijn leven. Altijd is hij een opstandeling geweest, met lang haar, een baard, een vervaarlijke knuppel en een vilten hoed. Maar nu voelt hij zich gedesillusioneerd, want zijn Vlaamse idealen beginnen steeds meer op luchtkastelen te lijken. En dan komt Boorman in zijn leven: een korte, stevige man met een enorm kaal hoofd, snel en resoluut in zijn optreden. Een zakenman die overal geld ruikt, cynisch, maar niet harteloos. Hij bouwt Laarmans om tot een keurige heer, en stelt hem aan als secretaris. 

Boorman leidt namelijk het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. Eigenlijk is het helemaal geen tijdschrift, maar een reclameblad, vol loftuitingen over de meest uiteenlopende bedrijven. Boorman lijmt zijn klanten, schrijft lovende 'studies' over hun firma's en tracht ze zover te krijgen dat ze veel exemplaren bij hem bestellen, die ze dan aan potentiële klanten kunnen toesturen. 

Hij noemt zichzelf "koopman in bedrukt papier". De slachtoffers laat hij geloven dat zijn blad vrij verkrijgbaar is en dat men er zich op kan abonneren, maar dat is allemaal niet waar. Hij verkoopt ze duizenden exemplaren, wetend dat die uiteindelijk in dozen en kisten ergens in een magazijn zullen vergelen. Meestal voelt het slachtoffer zich pas echt beetgenomen als hij zijn berg papier vóór zich ziet. 

Laarmans gaat mee op stap; als hij het vak onder de knie heeft, zal Boorman ermee stoppen en mag Frans doorgaan met het Wereldtijdschrift. Hun grootste klapper slaan de heren als bij de aanvankelijk wat naïeve mevrouw Lauwereyssen de tranen van ontroering in de ogen schieten. Ook zij is ijdel, net als haar lotgenoten; de geflatteerde foto's, de juichende teksten, gevoelvol voorgelezen door Laarmans, doen haar besluiten 100.000 exemplaren te bestellen. Als ze later tot bezinning komt, is er geen weg terug. Elke maand zal Laarmans, met steeds meer tegenzin, het geld van de verstreken termijn komen innen. 

Alfons De Ridder (Antwerpen; 1882 - 1960), die onder het pseudoniem Willem Elsschot ook deze roman schreef, wist waar hij het over had. Niet alleen werkte hij een groot deel van zijn leven in de reclame, aan een blad als het Wereldtijdschrift heeft hij in de jaren 1911 - 1914 een leuke boterham verdiend. Aanvankelijk schreef hij de studies, maar al gauw bleek zijn kracht als verkoper. Hij was degene die de bestelling van 100.000 exemplaren binnenhaalde. Nee, niet van mevrouw L., maar van een moeder - overste die een aantal internaten beheerde. Zijn twee medewerkers van het Wereldtijdschrift wisten niet wat ze hoorden. Meer dan 10.000 was nog niemand gelukt.

Lijmen verscheen, zonder eigenlijk opgemerkt te worden, in 1924. Veertien jaar later zal Het Been zijn opwachting maken. Laarmans heeft wroeging, Boorman is een kwetsbare weduwnaar geworden, en mevrouw Lauwereyssen slaat weliswaar krachtig toe, maar waar mildheid overheerst is de verzoening niet ver weg. En Elsschot? Die kon in beide boeken zijn gram over het reclamewereldje met zijn slagzinnen en bedriegerijtjes  op zijn eigen onnavolgbare wijze weer eens kwijt.

Willem Elsschot, Lijmen/Het Been. Bezorgd en van aantekeningen voorzien door Peter de Bruijn. Met een nawoord van Vrouwke Tuinman. Uitgeverij Polis, Antwerpen, 2018. 313 blz.