16-10-2023
DE IDIOOT
01-10-2023
McSORLEY'S WONDERBAARLIJKE SALOON
Professor Zeemeeuw is zo iemand. Hij heet eigenlijk Joe Gould, zwerft zo'n 25 jaar langs allerlei kroegen en cafetaria's van Greenwich Village, en noemt zichzelf de laatste bohemien. Hij kleedt zich in afdankertjes, slaapt in portieken en parken. Naar eigen zeggen schrijft hij aan een Mondelinge Geschiedenis die al elf keer dikker is dan de bijbel, vol met belevenissen van hemzelf en anderen.
Dutch en Gould zijn innemende klaplopers, maar Lady Olga heeft altijd zelf voor haar inkomen weten te zorgen. Ze beschikt dan ook over een uitzonderlijk talent. Traden in vroegere tijden in amusementshallen of circussen vrouwen met baard op die òf geen vrouw waren òf een aangeplakte baard droegen, Lady Olga is een echte vrouw met een echte baard, die graag jurken draagt, en bij officiële gelegenheden gebruik maakt van lippenstift en rouge. Maar haar baard is ruim dertig centimeter lang, en bakkebaarden en een hangsnor heeft ze ook. De door Mitchell geraadpleegde artsen spreken van een verregaande verstoring van haar hormoonhuishouding. Met veel gevoel tekent Mitchell haar portret: een verstandige vrouw met beroepstrots, mensenkennis, soms opstandig over haar vreemde lot, dan weer bereid het hoofd te heffen en vastbesloten van dit leven iets waardigs te maken.
Omdat Mitchell graag van alles uitpluist, léér je ook van hem. Zijn langste stuk (53 blz.) wijdt hij aan de zigeuners in de V.S.: hun families, hun werkzaamheden, hun zwerftochten, terwijl hij in een apart artikel nog eens de zigeunervrouwen onder de loep neemt en vooral hun geraffineerde oplichterstrucs rond het waarzeggen uit de doeken doet. Hij vertelt welke indianen absoluut geen hoogtevrees kennen, waarom dat is en welke ijzingwekkende toeren ze bij allerlei staalconstructies moeten uithalen. Dure restaurants in New York serveren bijzondere venusschelpen, en hoe je die vangt, welk materiaal je daarvoor moet hebben, hoe het leven als schelpvisser is: Mitchell heeft met iedereen gepraat en legt het je uit.
Intrigerende mensen, merkwaardige levensgeschiedenissen, bijzondere informatie, Mitchell biedt het u allemaal aan. Dat hijzelf dertig jaar lang een writer's block heeft gehad, is weer een ander verhaal dat dan maar door één van zijn opvolgers verteld moet worden.
Joseph Mitchell, McSorley's wonderbaarlijke saloon. Vertaald en van aantekeningen voorzien door Jan Arentsman. Uitgegeven in 2016 door Van Oorschot, Amsterdam. 473 blz.
EEN PIANIST UIT POLEN
U moet de charmes van Beatriz niet onderschatten. Hoewel ze tegen de vijftig loopt, getrouwd is en twee kleinkinderen heeft, weet ze haar jeugdige trainer in de sportschool dusdanig te verleiden dat hij haar in een hoek drijft. Ze biedt hem, beheerst als altijd, haar hals aan. Slank is ze, en lang. Ze loopt, zonder met haar heupen te wiegen, statig om u heen, zodat ze met haar donkere haar en ogen, hoge jukbeenderen en volle mond, wel degelijk de aandacht trekt. Is ze sexy? Verleidelijk? Nee. Maar toch voelt Witold, de oude Poolse pianist, zich tot haar aangetrokken.
Hoe ze elkaar kennen? In Barcelona is Beatriz lid van een comité dat voor een culturele kring maandelijks recitals organiseert. De 72 - jarige Pool, lang, stevig, met artistieke lokken, staat te boek als een vermaard vertolker van Chopin. Ze ontvangt hem, leidt hem rond, woont uiteraard zijn optreden bij, nodigt hem uit voor een etentje. Ze komt zelf uit een cultureel georiënteerde familie, verkeert in gegoede kringen, kan prettig met iedereen omgaan. Charmante vrouw, ik vertelde dat al. Zijn spel valt haar wat tegen, maar dat zeg je natuurlijk niet. Witold speelt sober, strak, laat de vurige Chopin achterwege.
En dan komen de verrassingen. Terwijl hij over de hele wereld optreedt, stuurt hij haar mails, doet hij haar voorstellen. Of ze met hem meegaat naar Brazilië, of ze komt luisteren naar een optreden in Girona. Het zet haar aan het denken. Wat wil hij? Wat moet ze met die oude man, die heel goed weet dat ze getrouwd is. Is ze verliefd? Helemaal niet, maar ze kan hem toch niet uit haar hoofd zetten. Iedere vrouw zou toch ook gevleid zijn? Het komt tot gesprekken, uitnodigingen, een logeerpartij. Hij spreekt moeizaam Engels, maar wat hij wil, is duidelijk: háár. Zij geeft hem rust, met haar wil hij samen leven, haar wil hij altijd om zich heen hebben.
Maar voor Beatriz is Witold een oude man met hele grote handen en een bonkig lichaam, die een lelijk (te wit, te groot) kunstgebit draagt. Ze heeft medelijden met hem: een succesvolle, maar eenzame, oude musicus, reizend van het ene werelddeel naar het andere, hotel in, vliegtuig uit. Nee, het kan nooit iets worden, maar als hij sterft laat hij toch nog iets voor haar achter. Gedichten!
De Pool is geen psychologische roman in de gebruikelijke betekenis van het woord. Het boek bestaat uit zes hoofdstukken zonder titel, waarvan de onderdelen alle genummerd zijn. Zo kent hoofdstuk EEN 28 gedeeltes, en TWEE 41. Het lijkt alsof je een rapport leest van een psycholoog die een vrouw onderzocht heeft, want alle gebeurtenissen zien we door de ogen van Beatriz, afgewisseld met commentaar van de verteller. Auteur Coetzee heeft zo voorkomen dat deze droevige, romantische geschiedenis sentimenteel zou worden. Er wordt gedacht, vermoed, gegniffeld, en u als lezer doet mee.
Er worden namelijk ook filosofische vragen opgeworpen, die ertoe leiden dat onze Nederlandse filosoof Paul van Tongeren uitriep dat deze roman zo rijk aan inhoud is. Hoe ver reikt de macht van taal? Wat is liefde? Doet leeftijd ertoe? Voor mij gaat deze zeer leesbare roman vooral over vergankelijkheid. Eens gaat in een mensenleven alles voorbij: roem, jeugd, verliefdheid, geluk. Dan kunnen we slechts weemoedig terugblikken. Legt u zich daar maar vast bij neer.
J.M. Coetzee, De Pool. Oorspronkelijke titel: The Pole (2022). Vertaling Peter Bergsma. Uitgeverij Cossee, Amsterdam. 2023.