30-08-2017

NIET OP HET EERSTE GEZICHT

Achteraf was iedereen het er wel over eens dat Gerrit en Annet te snel samen gingen wonen. Ze kenden elkaar natuurlijk al van de middelbare school, maar toch. Annet had thuis voortdurend ruzie met haar stiefvader, dus wilde ze wel het huis uit. Gerrit zat al vanaf zijn achttiende op een studentenkamer en kon zichzelf uitstekend redden, maar de hele dag door een gezellige praatster om je heen is ook niet verkeerd. Daarom viel de beslissing al gauw: op hun twintigste woonden ze op een eenvoudig flatje, ergens in de Randstad.

Omdat Gerrit een baan had waarvoor hij de hele dag onderweg was en Annet nog studeerde, kon zij de huishoudelijke werkzaamheden verzorgen. Daar kwam echter niks van terecht. Als Gerrit rond half zeven 's avonds hongerig binnen stapte, stond het ontbijt nog op tafel, met Annet in pyjama op de bank. Ze bleek lui, slordig en iemand met een ochtendhumeur. De driftige Gerrit, altijd goedgekleed en een groot liefhebber van opgeruimde woonvertrekken, ging uiteindelijk maar zelf aan de slag. Hij kookte, stofzuigde, schrobde; Annet plaatste daar haar niet geringe charmes tegenover, maar de eerste scheurtjes in hun relatie werden zichtbaar. Er kwamen er nog zoveel bij, dat ze na een aantal jaren besloten om er een punt achter te zetten. Rond zijn dertigste was Gerrit alleen. 's Avonds en in de weekends zat hij stilletjes om zich heen te kijken. Nee, zo wilde hij niet verder leven. Hij nam contact op met een betrouwbaar, gerenommeerd bemiddelingsbureau, dat, na wat informatie ingewonnen te hebben, een afspraak voor hem regelde. Ze heette Joke, en op de foto leek ze niet onaardig. Woensdagmiddag, drie uur, in restaurant Duinzicht.

Het was druk in de zaak, Gerrit moest goed rondkijken om te zien waar ze zat. Dáár, aan het raam, met de Libelle in haar linkerhand en een rood sjaaltje om. Terwijl hij haar van een afstandje stond te bestuderen, zonk hem de moed in de schoenen. Was dat ze nou? Een flets, wat vermoeid gezicht, ouderwets kapsel, alledaags gekleed. Mijn hemel, wat een verschil met Annet, die dan ook altijd aanbidders om zich heen had. Waar was hij aan begonnen! Eén moment flitste het door hem heen: ze heeft me niet gezien, ik kan nu maken dat ik weg kom. Maar dat vond hij laf. Een half uurtje praten en dan wegwezen? Ook zielig. En nu kon het al niet meer, want ze had hem ontdekt en zwaaide uitnodigend naar hem. Met lood in de schoenen, een bezwaard gemoed, een doffe blik en hangende schouders slofte hij naar haar tafeltje toe.

Ze bleek vriendelijk en spraakzaam te zijn. De gebruikelijke pijnlijke stiltes die al gauw optreden tussen mensen die elkaar niet kennen, bleven achterwege. Ze stelde de goede vragen, reageerde adequaat en met gevoel voor humor op zijn antwoorden, zodat het snel een geanimeerd gesprek werd. Toen hij haar nog eens goed bekeek, vielen hem haar ogen op. Grijs, een tikkeltje scheef, plagend, intrigerend. Is er niet een Brabantse zangeres die ook van die opwindende ogen heeft, dacht hij. Met zo'n korte naam. Terwijl hij daarover peinsde, bleef hij haar ogen vasthouden. Dat amuseerde Joke; ze bleef strak terugkijken, zodat Gerrit er een beetje verlegen van werd. Het begin van een band?

Ze kon hem niet alleen op zijn gemak stellen, ze kon ook uitstekend verhalen vertellen. Over haar jeugd in Zandvoort bijvoorbeeld, haar beroep als fysiotherapeut, haar carrière als vooraanstaand hockeyster. Ze had een aangename stem, vond Gerrit, het was prettig om naar haar te luisteren. Echt zo'n stem die het goed zou doen op de radio. Trouwens, met haar figuur was ook niets mis. Dat ze nog steeds geregeld sportte, was haar wel aan te zien: slank, stevige benen, sterke schouders... er waren dus ook meevallers. Annet was altijd een beetje mollig geweest.

Na een paar glazen witte wijn voor haar en enkele biertjes voor hem raakten ze losser en openhartiger. Zwakke plekken, kleine gebreken, teleurstellingen: zoals haast elke vrouw praatte ook Joke daar makkelijker over dan Gerrit. Maar haar zelfspot leidde tot wederzijdse lachbuien, waarbij het hem opviel dat ze over zo'n luide, toch charmante, warme lach beschikte. Annet giechelde alleen maar een beetje, dít was het echte werk! Nog nagenietend liep hij naar het toilet, ondertussen de situatie overdenkend. Wat zou hij met haar doen? Eigenlijk beviel ze hem steeds beter!

Toen hij terugkwam bij hun tafeltje had hij zijn besluit genomen. Hij vergat haar fletse gezicht, haar onmodieuze kapsel, haar alledaagse japon. Joke had heel wat meer te bieden. "Zullen we onze kennismaking een vervolg geven?" vroeg hij. Ze keek hem even onderzoekend aan en antwoordde toen: "Nee. Meteen toen ik je zag, wist ik: dit is niet mijn type."

16-08-2017

OVER VERRAAD EN VERZET IN ANTWERPEN

Als de Tweede Wereldoorlog ook Antwerpen bereikt, is Wilfried Wils twintig jaar oud. Het lukt hem hulpagent te worden, en dat is heel plezierig, want nu hoeft hij niet als arbeider in Duitsland aan de slag te gaan. Dat hij als politieman jacht moet maken op jongemannen die ook aan de arbeidsdienst willen ontkomen, is pijnlijk maar onvermijdelijk. Daarover wordt in het korps trouwens niet gepraat; over andere zaken trouwens ook niet, want er lopen wat Duitsgezinden en jodenhaters rond, en de dreiging van verraad heerst alom.

Als de schok van de bezetting uitgewerkt is, leeft de bevolking zo normaal mogelijk verder. Maar Hollywoodfilms zijn vervangen door Duitse films met Zarah Leander, de joden wordt het leven steeds zuurder gemaakt, de zwarte handel bloeit op, en je past je zoveel mogelijk aan, terwijl je rondkijkt of er ergens voordeel te behalen valt. Zo arresteren Wilfried en zijn collega's zwarthandelaren, ze pakken hun spullen af, laten ze gaan, en delen onderling de buit. Serieus wordt het als Belgische agenten joodse gezinnen met huilende kinderen uit hun huis moeten verwijderen. Nog erger als ze dienen te assisteren bij razzia's, waarbij complete straten afgesloten worden, terwijl vrachtwagens af en aan rijden met daarin huisvaders, jonge moeders en oude mensen. Bevriende collega's als Jean en Lode spreken er openlijk schande van, maar Wilfried doet gewoon mee, het is zijn beroep, en hij duwt en slaat als het hem te lang duurt.

 Zijn mooie vriendin Yvette, met wie hij later zal trouwen, doorziet hem inmiddels. Voor de meesten is hij een wat gereserveerde, maar toch vriendelijke Antwerpse jongen, altijd bereid tot een aantal pinten in een gezellig vol café. Voor zichzelf heeft hij een poëtische kant, die hij Angelo noemt: hij leest en schrijft gedichten, wil ééns publiceren, kent Rimbaud en Paul van Ostaijen. Maar diep in hem, en Yvette weet dat, huist een smeerlap, een driftkikker, iemand die pijn kan doen als hij zich bedreigd weet. Dan jaagt hij zelfs volwassen kerels schrik aan.

Je ziet hem in het moeras wegzakken. Zeker, hij helpt joden en onderduikers. Antwerpen, de stad van de diamanten die geslepen en verhandeld moeten worden, is het rijk van de joden. Daarom zien èn Duitsers èn Vlamingen nu hun kans schoon om geld aan ze te verdienen. Maar Wilfried laat zich in Duitse cafés ook fêteren door belangrijke officieren, hij ontmoet afzichtelijke Antwerpse antisemieten om, zoals hij het uitdrukt, "goed te staan met smeerlappen". Bovendien: meeheulen met de Duitsers is toch een prachtig middel om aan een saai leven te ontsnappen? Zo iemand heet in het Vlaams: een tweezak.

Er zijn in het Nederlands inmiddels voldoende uitstekende oorlogsromans verschenen. Denk aan klassiekers als De donkere kamer van Damokles en De aanslag. Dat is enigszins filosofische georiënteerde, hoogstaande, literatuur. Wil is het echte, volle leven, bevolkt door beenhouwers, hoeren, kroegbazen en onversneden racisten, geschreven in een taal die daar nauw bij aansluit. Iedereen denkt toch vooral aan zichzelf, idealen bestaan niet, een Nieuwe Tijd zal nooit aanbreken.  Huiveringwekkend! Meeslepend!
Jeroen Olyslaegers, Wil. Amsterdam-Antwerpen, 2016. 333 blz.

01-08-2017

THE SENSE OF AN ENDING

Als gepensioneerde leidt Tony Webster een aangenaam, dus teruggetrokken leventje, met als hobby het verkopen van tweedehands Leica - camera's. De contacten met zijn ex - vrouw Margaret en zwangere dochter Susie verlopen naar tevredenheid van alle partijen, hoewel af en toe blijkt dat hij ze eigenlijk niet begrijpt. Zo vraagt hij geregeld: "Pardon?", "Wat bedoel je?", "Ik geloof dat ik je niet helemaal kan volgen." Dat wordt zelfs een beetje pijnlijk als hij Margaret onverhoeds toevoegt: "Waarom ben je indertijd eigenlijk bij me weggegaan?" Zij kan dan slechts meewarig met haar hoofd schudden. En Susie lukt het niet om Tony uit te leggen waarom ze wèl een kind verwacht, maar gèèn man wil. Het zal u dus niet verbazen dat internet een onbetreden gebied voor hem is.

Zijn rust wordt wreed verstoord als hij een kleine erfenis tegemoet kan zien van Sarah Ford, de moeder van zijn eerste grote liefde Veronica. Heel zijn verleden van onzekere, onhandige, seksueel gefrustreerde student Engelse literatuur komt als een boemerang terug. Hij ziet ze weer voor zich: de docenten en enkele studievrienden, zoals de briljante Adrian Finn en de verleidelijke Veronica. Tony mocht eens bij haar thuis logeren: een intellectuele, welgestelde familie, met een verstrooide vader, een aantrekkelijke moeder, een arrogante broer.

Zoals iedereen die duidelijk meer jaren àchter dan vòòr zich heeft, wil Tony weleens weten wat er van al die mensen geworden is. Dat erfenisje wakkert zijn nieuwsgierigheid nog eens aan, zeker als er sprake blijkt te zijn  van een dagboek van de zozeer door hem bewonderde Adrian. En Veronica ... hoe zou ze er nu uitzien?

Uiteindelijk zullen er voor Tony geen vragen meer over blijven. En wat zeker zo belangrijk is: hij ontdekt ook zichzelf. Alle reden om aan de mensen die dat verdienen zijn excuses aan te bieden, want een prettige man is hij nooit geweest. Zo zinvol kan een speurtocht dus zijn. Wat een Engelse, melancholieke, wijze film!
The Sense of an Ending. Regisseur: Ritesh Batra. Acteurs: Jim Broadbent, Charlotte Rampling, Michelle Dockery. Land: Verenigd Koninkrijk. Uitgebracht in Nederland: mei 2017.