27-08-2022

HET WONDER VAN BETEKENIS

 

Eind augustus 2020 gaf filosoof Paul van Tongeren gedurende een week op Kreta een cursus, die ging over geluk bij Aristoteles. Journalist Marc van Dijk reisde mee en interviewde hem. Hieruit kwam het boek Het wonder van betekenis voort. Aristoteles (384 - 322 v. Chr.) is zo'n denker van wie je blijmoedig wordt. Hij ziet in alles de orde, de regelmaat. De natuur, de mens, de maatschappij: het zit allemaal goed in elkaar. De mens streeft naar geluk, en in een wereld waar uiteindelijk alles klopt, moet dat, als het wat meezit, echt wel lukken.

Volgens Aristoteles is geluk voor de mens het hoogste doel. Maar waar bestaat dat geluk nu eigenlijk uit? Hij omschrijft het als `optimale zelfverwerkeling ', en bevat vier elementen. 1) Zó denken dat je echt inzicht verwerft. 2) Zó handelen dat je met recht erkenning krijgt. 3) Zó voelen dat je gevoelens niet met je op de loop gaan, maar passen bij dát waardoor ze worden opgewekt. 4) Ervan genieten als je dat alles weet te realiseren. Kortom: met streven naar geluk ben je je hele leven bezig. 

Er bestaat nog een andere filosoof die Van Tongeren mateloos interesseert: Friedrich Nietzsche (1844 - 1900). Door in de wetenschap, de politiek en de religie constructies te verzinnen die zin geven aan het bestaan, tracht de mens te verdoezelen dat hij zichzelf bedriegt. Laten we de waarheid onder ogen zien, zegt Nietzsche. God is dood, het leven zinloos, de werkelijkheid die ons omringt ellendig. Paul van Tongeren (1950) pendelt tussen beiden heen en weer. Aristoteles bevalt hem het beste, Nietzsche dient als sparringpartner.

Ondanks het grote verschil tussen onze denkwereld en die van Aristoteles is er alle reden om zijn teksten te lezen als levenslessen om een geslaagd leven te leiden. Hij helpt je bij het ontwikkelen van je eigen vormproces. Onthoud daarbij: alles wat je doet, denkt, ziet, waarop je reageert, wie je ontmoet, draagt bij aan je vorming. Geregeld momenten van rust en bezinning inplannen, helpt daarbij. Eigenlijk is filosofie één grote oefening in zelfkennis. 

Moet je uiteindelijk kiezen voor één filosofie, voor één levensvisie, die je voor waar houdt?Aristoteles is daar heel duidelijk in. Een mens moet zichzelf vormen naar één bepaald ideaalbeeld, hij dient een mens uit één stuk te worden. Nietzsche ziet dat helemaal anders. De mens heeft meerdere kanten in zich, die totaal van elkaar verschillen. Dat levert een strijd op die nooit ophoudt, ook al omdat hij geen enkele moraal erkent. Nietzsche is zelf aan deze visie ten onder gegaan. Zijn filosofische opvattingen noemt Van Tongeren, ook al bewondert hij ze, een schitterende mislukking.

Wat heeft het zoeken naar geluk nu te maken met 'het wonder van betekenis' ? De strijd tussen levensidealen, politieke overtuigingen, moralen, gaat altijd om betekenissen, Want alles wat we horen, zien, lezen, meemaken, levert betekenissen op. Ook onheil, noodlot, tegenslagen horen daarbij. We gebruiken vervolgens interpretaties die veranderlijk, dus onzeker zijn. Discussies zullen er altijd blijven, De mens is een betekeniswezen, en er woedt dus een strijd buiten en in hem. En dat is goed zo.

Paul van Tongeren en Marc van Dijk, Het wonder van betekenis. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2021. 159 blz. 

13-08-2022

EEN GESCHIEDENIS VAN DE WERELD IN BOEKEN

 U vindt het vast leuk om te weten dat...

- de papyrusplant wortelt in het water van de Nijl. De stengel is opmerkelijk dik en meet tussen de drie en zes meter. Van zijn soepele vezels maakten de arme mensen van Egypte touw, manden, sandalen. In het derde millennium ontdekten de Egyptenaren dat je van die stengels vellen kon maken om op te schrijven. Eeuwenlang schreven de Hebreeërs, de Grieken en Romeinen op papyrusrollen.

- je bij het openen van een rol papyrus stuit op tekstkolommen die van links naar rechts lopen. Al lezend rol je met je rechterhand de rol af en met links rol je weer op wat je gelezen hebt. Ben je klaar met lezen, dan is het boek omgekeerd opgerold.

- de voorlopers van onze boeken ongeveer 5000 jaar geleden uitgevonden zijn. Dat waren kleitabletten, omdat langs de oevers van de rivieren van Mesopotamië geen papyrusplanten groeiden.

- het woord perkament is afgeleid van Pergamon, de stad in Klein - Azië, waar men in de tweede eeuw voor Chr. de oosterse techniek van het schrijven op dierenhuiden (kalveren, geiten, schapen) weer introduceerde.

- de orale verteltraditie natuurlijk oeroud is, maar weer nadrukkelijk opdook ten tijde van de stomme film. De explicateurs traden in de voetsporen van de troubadours, en konden net zo beroemd worden. De broer van de Japanse filmregisseur Akira Kurosawa, Heigo, genoot in zijn land grote bekendheid, die abrupt stopte toen de geluidsfilm opkwam. Hij pleegde zelfmoord.

- 6000 jaar geleden er in Mesopotamië de eerste schrifttekens verschenen. De allereerste waren schematische tekeningen, die in de loop der eeuwen steeds meer vereenvoudigd werden. Dat onze D ooit deur betekende en de o alles met oog te maken heeft, is geen toeval. 

- de echte naam van Plato Aristocles was. Plato betekent 'brede rug' en was waarschijnlijk een bijnaam.

- Griekse wijsgeren er een leuke boterham aan verdienden door met behulp van een redevoering mensen met woorden te genezen van hun depressie.

- veel intellectuelen ondanks een slechtere lichamelijke conditie in Auschwitz de omstandigheden beter verdroegen omdat ze dankzij hun fantasieën  de barre werkelijkheid buiten konden sluiten.

In het eerste gedeelte van haar boek Papyrus, getiteld "Griekenland bedenkt de toekomst" schildert Irene Vallejo glashelder hoe de klassieke Grieken  zorgden voor de beroemde bibliotheek in Alexandrië, die driemaal vernietigd werd, en hoe er aan de oevers van de Middellandse Zee  een cultuur ontstond die eigenlijk alle boeken, dus alle kennis en  wijsheid die toen aanwezig was, om zich heen wilde hebben. In deel twee maken de Romeinen hun opwachting. 

Wat vindt u aan hen zo interessant? Dit natuurlijk:

- halverwege de eerste eeuw v. Chr. moeten er in Italië rond de twee miljoen slaven geweest  zijn, d.w.z. ongeveer twintig procent van de totale bevolking.

- Handel in slaven leverde verreweg het meeste op; om aan slaven te komen had je een oorlog nodig.

- Ons alfabet brachten de Feniciërs ( Fenicië = Libanon) mee met hun schepen naar Griekenland, vandaar kwam het terecht in Sicilië, waarna het in Toscane belandde en daarna in Latium, de regio rond het huidige Rome. Het veranderde vervolgens telkens weer, voordat het de huidige vorm aannam.

- Ons boek met bladzijden is bijna 2000 jaar oud. Een enorme uitvinding, maar van wie?

- Pas in de negentiende eeuw werden titels gebruikt om lezers te lokken. Daarom nu: Honderd jaar eenzaamheid, Een roos van vlees, Denk morgen op het slagveld aan mij

- André Gide wees het manuscript van Proust af voor uitgeverij Gallimard. 

- De  Romeinse beschaving was vanaf haar begin duidelijk gericht op integratie. Ook de wanhopigste vluchtelingen waren er welkom. 

Irene Vallejo (Zaragoza, 1979) weet niet alleen veel af van de klassieke oudheid omdat ze in Latijn en Grieks heeft gestudeerd, ze kan er ook meeslepend over schrijven. Haar liefde voor het geschreven woord spat van elke bladzijde af. Terwijl ze, tot mijn genoegen, ook uitstapjes maakt naar de wereld van de cinema om het een en ander te verduidelijken, dompelt ze de verrukte lezer onder in een stortvloed van wetenswaardigheden over letters, papier, auteurs en boeken, boeken, boeken. Daarom vind ik het ook zo toepasselijk om af te sluiten met een citaat van Stefan Zweig, dat Irene zelf ook gebruikt: " Boeken worden geschreven om, los van de eigen adem, mensen met elkaar te verbinden en ons zo te verdedigen tegen de onherroepelijke keerzijde van elk bestaan: vluchtigheid en vergetelheid."

Irene Vallejo, Papyrus. Een geschiedenis van de wereld in boeken. Vertaling Adri Boon. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam, 2021. 532 blz.