09-04-2018

LANGS DE LIJN

Op een koude, winterse zondagmiddag een voetbalwedstrijd van amateurelftallen bezoeken, dat was jarenlang voor Gerrit een aangename vlucht uit zijn drukke, verantwoordelijke baan. Hij bezocht vooral de thuiswedstrijden van Concordia. De voorzitter had nog bij hem in de klas gezeten, met de trainer speelde hij in het seniorenelftal van de club. Voor de wedstrijd, tijdens de rust en na afloop dronk Gerrit in de kantine een kop koffie of een pilsje, terwijl hij samen met andere oude getrouwen het voetbalnieuws van die week doornam. Gedurende de match leefde hij enthousiast mee, nu eens juichend, dan weer wegwerpgebaren makend, zoals dat een oprecht supporter betaamt.

Het was toen gebruikelijk dat tijdens de wedstrijd een lid van Concordia het veld rondliep om bezoekers zo ver te krijgen tenminste één lootje te kopen van een loterij, die was opgezet om de jeugdafdeling financieel te steunen. Gerrit wist dat de Concordianen die deze activiteit op zich genomen hadden, er onderling een strijd van maakten wie de meeste loten wist te verkopen.  Sportmensen houden van competitie en kunnen vaak slecht tegen hun verlies.Vandaag was Sjaak, de drogist, aan de beurt, zag Gerrit. Eens een heel middelmatige voetballer, nu een echte clubman, tot elk klusje bereid.

Op een paar meter afstand van Gerrit stond een wat oudere man, die hij al vaker gezien had. Een wat raadselachtige voetballiefhebber: hij toonde geen enkele emotie. Geen afkeurend gebrom, geen smalend commentaar op de leiding, ook geen geestdriftige kreet bij een fraaie actie. In zijn gerimpelde hoofd met die grijze kuif zaten priemende oogjes, die de wedstrijd intensief volgden, zonder dat de eigenaar ervan ook maar tot iemand het woord richtte.

Sjaak stond tegenover die man, haalde een indrukwekkende rol uit zijn zak en vroeg: "Wilt u misschien een paar lootjes kopen?"
"Nee", zei de man.
"Maar de opbrengst gaat echt naar een heel goed doel, namelijk onze jeugdafdeling."
"Ik doe het niet," zei de norse.
Het was duidelijk dat Sjaak hier te maken had met een tegenstander die niet makkelijk te kraken viel.
"Meneer, u weet: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Een voetbalclub kan pas voortbestaan als er jeugdspelers zijn die doorstromen. Een lootje kost slechts een euro, en als u wint krijgt u van ons een prachtige fruitmand!"
Gerrit had die mand weleens gezien: wat druifjes, een paar bananen, enkele sinaasappelen. Niet iets om blij mee naar huis te nemen.
"Ik heb een hekel aan fruit," bromde de onverbiddelijke. Gerrit meende te zien dat zijn gezicht wat triomfantelijks had,  als bij een sporter die op het punt staat de overwinning binnen te halen.
Sjaak haalde diep adem. "Meneer, we vinden allemaal dat die jonge gasten van tegenwoordig te dik zijn, dat ze alleen maar met hun mobieltje in een luie stoel zitten. Wij speelden vroeger lekker gezond de hele dag op straat. Gelukkig dat er clubs bestaan waar de jongeren worden opgevangen, zodat ze aan hun lichaam kunnen werken. Koopt u toch een lootje!"
"Ik begin er niet aan", antwoordde de koppige.
Geboeid stond Gerrit naar het gevecht te kijken. Het ging beide mannen allang niet meer om de jeugd of de fruitmand. Ze wilden winnen, koste wat kost, op welke manier dan ook.
Een paar tellen keken de twee kemphanen elkaar in de ogen. Toen scheurde Sjaak vier lootjes af, drukte ze de grimmige in de hand, terwijl hij op plechtige toon zei: "Dan geef ik u hierbij, namens Concordia, geheel gratis, deze loten, en ik hoop van ganser harte dat u na de wedstrijd de fruitmand mee naar huis mag nemen." Hij draaide zich om en liep naar de volgende klant.

Gerrit wierp nog even een blik op de weigeraar. Die stond er wat verzakt bij, met de lootjes krampachtig in zijn rechterhand en een wazige blik in de ogen. Hij had wel wat weg van een bokser die een onverwachte dreun aan het verwerken is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten