12-08-2018

PORTRET VAN EEN LIEFHEBBER

Op zijn veertigste besloot oom Arthur zich geheel over te geven aan zijn enige hartstocht: mooie vrouwen. Hij wilde voortdurend in hun nabijheid zijn, ze constant om zich heen hebben. Oom Arthur genoot van hun aanblik, snoof met welbehagen de geur van hun parfum op, betastte met liefde de verfijnde stof van hun smaakvolle kleding, luisterde verrukt naar het aangename geluid van hun lieflijke stemmen.

Omdat oom Arthur zelf met zijn kleine gestalte, dikke buik, kalende schedel en droefgeestige ogen een uitgesproken onaantrekkelijke man was en dat ook heel goed besefte, stelde hij zich altijd nederig en dienstbaar op. Hij verscheen in de schouwburg, ontmoette schoonheden op recepties, tentoonstellingen, premières en andere officiële bijeenkomsten, en wist zich nuttig en soms zelfs onmisbaar te maken door allerlei diensten aan te bieden. Actrices stelde hij voor aan regisseurs of directeuren van gezelschappen; schoonheidskoninginnen bezorgde hij een representatieve functie of liet hij kennismaken met rijke, oudere heren. Knappe meisjes die bij de film wilden bracht hij in contact met de juiste vertegenwoordigers van maatschappijen, of met vooraanstaande docenten van toneelscholen.

Hij ontwikkelde een oog voor talent. Toen Katerina bij hem kwam was ze weliswaar verbluffend mooi, maar voor een aankomend danstalent toch dik en onbeholpen. Hij liet haar lessen nemen, bracht haar discipline bij, verzamelde vakmensen om haar heen, en zie: op haar twintigste vochten vooraanstaande gezelschappen om haar handtekening. Daarom meldde Jeannette, die zo graag een klassieke zangeres wilde worden, zich bij hem. Dankzij zijn relaties bij conservatoria, in de operawereld en agentschappen kon ze, mede door haar fantastische stem en fascinerende uiterlijk, de ster worden die ze altijd had willen zijn.

Kon oom Arthur genieten van hun dankbaarheid? Lang niet altijd. Zeker, ze noemden hem oom, om hun aanhankelijkheid aan te geven, maar vaak lieten die prachtige dames, juist in het bijzijn van anderen, zich laatdunkend over zijn nietige gestalte uit, of bestormden hem met hun woedeaanvallen. Daar leed oom Arthur onder. Hij wilde gewoon bij hen horen, van hun charmes genieten, hun vertrouweling zijn. Ze moesten maar niet te veel op hem letten, hem af en toe een beetje verwennen, dan was hij al tevreden.

Hij toonde zich van zijn allerbeste kant als hun schoonheid verwelkt was. Waren ze  arm, dan stopte hij ze wat geld toe; haperde hun gezondheid, dan zorgde hij voor uitstekende geneesheren; waren ze rijk maar ook eenzaam, dan zocht hij ze op en trachtte zo'n ongelukkige vriendin op zijn eigen, charmante manier te amuseren. Hij kon prachtig gitaar spelen, geweldig voorlezen uit het werk van zijn favoriete schrijver Thornton Wilder, en vooral... zo meeslepend vertellen over vroeger. Als oom Arthur herinneringen ophaalde aan die jaren toen de dames omstuwd werden door de knapste en rijkste mannen van de stad of zelfs het land, dan kwamen ze wat dichter  hem zitten, hielden zijn hand vast en sloten hun ogen. Op zo'n moment voelde oom Arthur zich volmaakt gelukkig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten