10-07-2013

DRAMA OP DE JACHT


Van de paar honderd korte verhalen die Anton Tsjechov (1860 – 1904) geschreven heeft, hebben een aantal de klassieke status verworven, zoals  “De dame met het hondje”, “Het duel”, “De Zweedse lucifer”. Karel van het Reve vond ze zo bijzonder, omdat ze tegelijkertijd zeer reëel en zeer fantastisch zijn, altijd met een vleugje humor, vaak met een tamelijk tragische afloop. Toneelstukken schrijven kon Tsjechov ook: “De Meeuw”, “De drie zusters”, “De kersentuin”, Oom Wanja”, ze worden nog steeds over de hele wereld gespeeld.

 

In 1884 waagde hij zich aan zijn enige roman, “Drama op de jacht”. Je kunt het een echte detectiveroman, een ‘whodunnit’, noemen. Er komt een moord in voor, er zijn aanwijzingen, enkele verdachten, een onderzoek, een rechtszaak, een veroordeling. En je denkt als lezer, betrekkelijk kort voor het einde: die dader, wat moet ik met die man?

 

Ergens in een uithoek van Rusland, op een afgelegen landgoed dat eigendom is van een alcoholistische graaf, loopt Olga rond, een beeldschoon meisje dat het mooist in het rood gekleed gaat; je stuit op haar krankzinnige vader, lastige bedienden, een enkele orgie, hier en daar een bacchanaal. De verteller en de man door wiens ogen we alles en iedereen zien, is Kamyshev, gerechtelijk rechercheur. Door zijn beroep wordt hij nadrukkelijk bij het drama op de jacht betrokken. De vrouwen vallen op zijn grote, krachtige gestalte, wat hem ijdel en cynisch maakt. De invloedrijke graaf, die hij eigenlijk minacht, biedt hem zijn vriendschap aan en die laat hij zich uit gemakzucht welgevallen.

 

Tsjechov speelt een geraffineerd spel met de lezer. Hij wijst opvallend vaak vooruit, geeft zichzelf de rol van redacteur die het manuscript, ‘een ware geschiedenis’, van Kamyshev moet beoordelen. Met behulp van veel voetnoten levert hij commentaar op stijl, inhoud en personen. Is hij ook parodistisch bezig?  Deze techniek geeft het verhaal een extra lading, een bepaalde ondertoon, met name aan het slot. Acht jaar na de dramatische gebeurtenissen heeft Kamyshev zijn tekst ingeleverd bij Tsjechov en nu komt hij eens langs om te informeren of zijn roman gepubliceerd kan worden. Hij voelt zich oud en versleten, het leven is zonder smaak en kleur. Maar zijn bureau wordt gedomineerd door het portret van ‘het meisje in het rood’, en dat roept tedere gevoelens en melancholieke herinneringen bij hem op.
 

Het einde tilt het boek uit het misdaadgenre en plaatst  “Drama op de jacht” in de categorie ‘de mens als raadsel’. Redacteur Tsjechov krijgt het er benauwd van.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten