21-01-2015

EEN DIEFSTAL

Mijn vrouw en ik bevinden ons op een koopzondag rond twaalf uur in de Bijenkorf te Amsterdam. We drinken een kop koffie in het nog stille literair café; onze paraplu leggen we aan de zijkant van ons tafeltje, dat tegen de muur geschoven is. Het is niet zomaar een paraplu. Mijn vrouw heeft hem in Duitsland gekocht vanwege het zeer speciale dessin. Al haar vriendinnen benijden haar om dit bijzondere bezit. Pogingen om er ook zo een aan te schaffen, mislukken, tot genoegen van mijn echtgenote, jammerlijk. In Nederland wordt hij niet verkocht, en mijn wederhelft reageert uiterst terughoudend als die Duitse winkel ter sprake komt.

In de Bijenkorf scheiden zich onze wegen. Ik volg het traject van betaalbare boekwinkels en  antiquariaten, zij meent de route te moeten kiezen met kostbare modewinkels en dure juwelierszaken. We spreken af dat we elkaar tegen half twee buiten bij de hoofdingang weer zullen ontmoeten. Als we op dat tijdstip de binnenstad willen intrekken, ontdekken we dat we beiden de paraplu hebben vergeten. Na een, voor de talrijke omstanders, amusant twistgesprek, waarin de een de ander als hoofdschuldige wil aanmerken, gaan we op onderzoek uit. We banen ons een weg door de steeds voller wordende winkelstraten, bezoeken het café, melden ons bij de klantenservice, maar iedereen schudt al halverwege ons verhaal zijn hoofd: wég paraplu.

Vervuld van wrok jegens de mensheid lopen we door een druk en regenachtig Amsterdam de trappen van Magna Plaza op. Mijn echtgenote ziet voor ons een jonge vrouw onhandig bezig met het sluiten van een paraplu. Ze verstart. "Die is van ons", sist ze en ze gaat vastberaden achter haar aan. Aanvankelijk geloof ik haar niet. Ruim twee uur na de diefstal, te midden van duizenden kooptoeristen, zo'n toevallige ontmoeting? Maar dan herken ik de dame: ze bevond zich, in gezelschap van een besnorde heer, in het literair café toen wij daar koffie dronken. Het uiterlijk van de man bevalt me niet. Gekleed in een pittig leren jasje, maakt hij een massieve, niet te intimideren indruk. Zijn handen zijn ook te groot, met van die tatoeages erop. Hij moet trouwens hoognodig eens naar de kapper.

Na enige aarzeling mijnerzijds omsingelen we de dievegge. Mijn vrouw legt haar vriendelijk uit dat ze de paraplu in haar handen heeft die wij twee uur geleden in de Bijenkorf hebben laten liggen. Zij en haar partner zijn zó overrompeld door het toeval dat we zonder enige tegenstand ons eigendom terugkrijgen. Terwijl de man ons niet durft aan te kijken en sullig meeluistert, mompelt de vrouw, terwijl ze het begeerde regenscherm afgeeft: "Als u denkt dat ie van u is..."
"Dank u wel voor uw medewerking", knikken we, terwijl mijn echtgenote triomfantelijk haar bezit openschuift.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten