10-01-2019

VADER GAAT OP STAP

" Van Het Dwaallicht is Elsschot ruim vijftien jaar zwanger geweest. Het boek speelt zich weliswaar af in de novembermaand van 1938, maar De Ridders eigen wandeling met de drie zeelieden door donker Antwerpen heeft al zo'n tien jaar daarvoor plaatsgevonden. Hij heeft het verhaal jaren met zich meegedragen en erover verteld. Pas in het voorjaar van 1944 was de geest blijkbaar rijp om het op te schrijven." Aldus Vic van de Rijt in zijn biografie van Willem Elsschot, pseudoniem van Alfons De Ridder. Met deze novelle, verschenen in 1946, zal hij zijn carrière als schrijver afsluiten.

Het Dwaallicht begint met een karakteristieke zin: "Een ellendige novemberavond, met een motregen die de dappersten van de straat veegt." Laarmans, een wat oudere man, is eigenlijk op weg naar zijn stamcafé, maar het nare weer doet hem besluiten huiswaarts te keren, naar vrouw en kinderen. Hij doet dat ongaarne, want het Antwerpse kroegleven maakt van hem een ander mens. Om thuis maar niet te hoeven praten, besluit hij een krant te kopen, zodat hij zich daar straks achter kan verschuilen. Dan wordt hij aangesproken door drie donkere mannen, zeelui, afkomstig uit Afghanistan, zoals ze later uitleggen. Ze zijn op zoek naar een meisje, Maria Van Dam, wonend in Kloosterstraat 15. Het adres staat op een stuk karton dat hun Engels sprekende leider, Ali, als een talisman bij zich draagt. Maria is rond de twintig, schatten ze, en heeft een verpletterende indruk op hen gemaakt. Als zakkennaaister was ze die middag op hun schip werkzaam; vriendelijk, vrolijk, behulpzaam, met een aangenaam figuur. Zij gaven haar cadeautjes, zij nodigde hen uit voor die avond. Waar is de Kloosterstraat?

Een lange tocht begint. Onder het mom van 'ik ga nu dwalende zwarte mannen helpen' trekt Laarmans van het ene adres naar het andere, hoewel hij eigenlijk hoopt op een avontuurtje met zo'n struise volksmeid die niet moeilijk doet. Terwijl ze hem bewonderend en dankbaar gadeslaan discussieert hij met Ali over het christendom, de islam, het communisme. En zie: Ali weet hem geregeld in het nauw te drijven.

De belangrijkste overwinning behalen de Afghanen op een ander vlak. Voor hen is Maria een heel bijzonder meisje, een pareltje. Van de vrouwen die hun als zeeman overal worden aangeboden, hebben ze een afschuw. En daar staat Laarmans dan aan het eind van de avond, met zijn troebele fantasieën. Hij schaamt zich. Vader moet maar eens naar huis.
Willem Elsschot, Het Dwaallicht. Eerste druk: Amsterdam, 1948. Deze druk: uitgeverij Polis, Antwerpen, 2018, met aantekeningen van Peter de Bruijn en een nawoord van Jamal Ouariachi. 113 blz.
Vic van de Reijt, Elsschot. Leven en werken van Alfons De Ridder. Amsterdam, 2011. 414 blz.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten