21-03-2020

IK BEN NIET WAT IK LIJK

"Ga eens zitten, Lily. Ik moet je iets belangrijks vertellen. Tenslotte gaan we nu al een paar maanden met elkaar om en eigenlijk ken je me niet zo goed. Ja, ik weet wat je denkt. Je ziet me als een keurige jongeman met een goed verstand, die het gaat maken in de maatschappij. Dat beeld heeft iedereen van me. Maar klopt dat ook?

Op het gymnasium was ik het braafste jongetje van de klas. Ik lette goed op, maakte mijn huiswerk, gehoorzaamde mijn leraren en mijn ouders. Maar ik was wel eerzuchtig: ik moest en  zou mijn diploma halen, en daarna wilde ik advocaat worden. En dat is gelukt. Na het gym ben ik rechten gaan studeren, en vervolgens heb ik een baan gezocht. Dit alles heb ik je al eens verteld en je kent ook het vervolg. Elke dag ga ik naar mijn kantoor bij een verzekeringsmaatschappij. Daar omring ik mij met dossiers, bel met mensen, ontvang klanten, ga met ze uit eten. Ik rij in een Mercedes, ben gekleed naar de laatste mode, ben lid van elitaire verenigingen. Bij dit leven past een intelligente, knappe vriendin, die te allen tijde representatief is. Ja, dat ben jij. Ik ben trots op je, ik kan met je pronken, ik wil dat je bij me blijft. Maar dan heb je ook het recht alles van me te weten. En juist dat doe je niet. Nu komt wat ik al die tijd voor je verzwegen heb.

Zes dagen in de week ben ik die keurige, jonge, veelbelovende advocaat. Die ene dag ben ik dat niet. Dat is de dag waarop Ajax voetbalt. Ik bezoek alle wedstrijden, dus zowel uit als thuis. De lol begint al als ik me 's morgens verkleed. Dat doe ik niet thuis, maar bij vrienden in Amsterdam. Spijkerbroek met gat, leren jasje, daaronder het Ajax - shirt. Sportschoenen, soms soldatenkistjes, een grote zonnebril, op mijn hoofd een pet of hoed. Ze mogen me niet herkennen. Op weg naar het stadion slik ik mijn pilletjes en drink mijn blikjes bier. We gaan altijd in grote groepen, daarin kun je je het best verschuilen. Onderweg hopen we politie tegen te komen, of de ME. We schreeuwen, zingen smerige teksten, brullen beledigingen. Dat doen we eigenlijk de hele tijd. Het leukste is als we supporters van de tegenpartij ontmoeten. Dan kunnen we knokken, en daar is het eigenlijk om te doen. Vechten, schoppen, slaan, beuken. Ik heb ook een mes bij me, maar dat is meer voor de show. Tijdens de wedstrijd kijk ik steeds rond of er iets te rotzooien valt. Het spel volg ik wel, maar dat is niet het voornaamste. Het is prima als Ajax wint, ik vind het vervelend als ze verliezen, maar de opwinding, de extase haast, van al dat fysieke en verbale geweld overtreft alles. De adrenaline spuit me zowat uit de oren. Daar doe ik het voor, dat geeft een geweldige kick, daar kan niets tegen op. Ja, vandaar die schrammen, blauwe plekken, dichtgeslagen ogen waar je het de laatste keren over gehad hebt.

Een verklaring? Heb ik niet echt. Een amateurpsycholoog zal zeggen dat ik de schade van al die brave jaren aan het inhalen ben. Dat ik wil compenseren wat ik lang heb moeten onderdrukken. Kan zijn, ik weet het niet, kan me ook niet zoveel schelen. Het is zeker wel een enorme uitlaatklep, die ik echt niet kan missen. Nee, ik hou er niet mee op.

En? Wil je me nog?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten