13-10-2020

LIJMEN EN HET BEEN

 Op zijn dertigste staat Frans Laarmans op een keerpunt in zijn leven. Altijd is hij een opstandeling geweest, met lang haar, een baard, een vervaarlijke knuppel en een vilten hoed. Maar nu voelt hij zich gedesillusioneerd, want zijn Vlaamse idealen beginnen steeds meer op luchtkastelen te lijken. En dan komt Boorman in zijn leven: een korte, stevige man met een enorm kaal hoofd, snel en resoluut in zijn optreden. Een zakenman die overal geld ruikt, cynisch, maar niet harteloos. Hij bouwt Laarmans om tot een keurige heer, en stelt hem aan als secretaris. 

Boorman leidt namelijk het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. Eigenlijk is het helemaal geen tijdschrift, maar een reclameblad, vol loftuitingen over de meest uiteenlopende bedrijven. Boorman lijmt zijn klanten, schrijft lovende 'studies' over hun firma's en tracht ze zover te krijgen dat ze veel exemplaren bij hem bestellen, die ze dan aan potentiële klanten kunnen toesturen. 

Hij noemt zichzelf "koopman in bedrukt papier". De slachtoffers laat hij geloven dat zijn blad vrij verkrijgbaar is en dat men er zich op kan abonneren, maar dat is allemaal niet waar. Hij verkoopt ze duizenden exemplaren, wetend dat die uiteindelijk in dozen en kisten ergens in een magazijn zullen vergelen. Meestal voelt het slachtoffer zich pas echt beetgenomen als hij zijn berg papier vóór zich ziet. 

Laarmans gaat mee op stap; als hij het vak onder de knie heeft, zal Boorman ermee stoppen en mag Frans doorgaan met het Wereldtijdschrift. Hun grootste klapper slaan de heren als bij de aanvankelijk wat naïeve mevrouw Lauwereyssen de tranen van ontroering in de ogen schieten. Ook zij is ijdel, net als haar lotgenoten; de geflatteerde foto's, de juichende teksten, gevoelvol voorgelezen door Laarmans, doen haar besluiten 100.000 exemplaren te bestellen. Als ze later tot bezinning komt, is er geen weg terug. Elke maand zal Laarmans, met steeds meer tegenzin, het geld van de verstreken termijn komen innen. 

Alfons De Ridder (Antwerpen; 1882 - 1960), die onder het pseudoniem Willem Elsschot ook deze roman schreef, wist waar hij het over had. Niet alleen werkte hij een groot deel van zijn leven in de reclame, aan een blad als het Wereldtijdschrift heeft hij in de jaren 1911 - 1914 een leuke boterham verdiend. Aanvankelijk schreef hij de studies, maar al gauw bleek zijn kracht als verkoper. Hij was degene die de bestelling van 100.000 exemplaren binnenhaalde. Nee, niet van mevrouw L., maar van een moeder - overste die een aantal internaten beheerde. Zijn twee medewerkers van het Wereldtijdschrift wisten niet wat ze hoorden. Meer dan 10.000 was nog niemand gelukt.

Lijmen verscheen, zonder eigenlijk opgemerkt te worden, in 1924. Veertien jaar later zal Het Been zijn opwachting maken. Laarmans heeft wroeging, Boorman is een kwetsbare weduwnaar geworden, en mevrouw Lauwereyssen slaat weliswaar krachtig toe, maar waar mildheid overheerst is de verzoening niet ver weg. En Elsschot? Die kon in beide boeken zijn gram over het reclamewereldje met zijn slagzinnen en bedriegerijtjes  op zijn eigen onnavolgbare wijze weer eens kwijt.

Willem Elsschot, Lijmen/Het Been. Bezorgd en van aantekeningen voorzien door Peter de Bruijn. Met een nawoord van Vrouwke Tuinman. Uitgeverij Polis, Antwerpen, 2018. 313 blz.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten