05-02-2021

BERGEN, SNEEUW EN VROUWEN

Het grootste eiland van Japan is Honshu, waarop u ook Tokio en de slapende vulkaan Fuji  kunt vinden. Wie weg wil vluchten uit de jachtige, overbevolkte hoofdstad, trekt naar het Ougebergte in het noorden. Shimamura, gehuwd, kinderen, financieel onafhankelijk, heeft in de winter een week door de bergen gezworven en reist per trein naar een dorpje waar warme bronnen zijn en plekken om te skiën. In de trein ontmoet hij een jong, bloedmooi meisje, met prachtige ogen en een opvallend warme stem. Ze blijkt Yoko te heten en stapt in hetzelfde dorp uit. Koud is het daar; 's winters kan het wel twintig graden vriezen en er vallen pakken sneeuw van wel twee of drie meter. Bij een pittige sneeuwstorm vluchten fazanten en hazen de huizen van de bewoners binnen. 

De bergen, de sterren, de sneeuw: ze hebben een speciale uitwerking op de nietsnut, zoals Shimamura zich vaak voelt. De natuur overweldigt hem, reinigt hem, want hij heeft een uitgesproken gevoel voor schoonheid; daarom is hij ook een groot liefhebber van dans en toneel. Je kunt hem een dromer en een estheet noemen, maar aardse genoegens schuwt hij niet: in het dorp leert hij een jonge geisha kennen, Komako, die haast obsessief verliefd op hem wordt.

 Nee, geachte lezer, een geisha heeft niets met prostitutie te maken. Ze wordt uitgenodigd op feestjes, danst en maakt muziek. Ze moet de gasten entertainen, daar wordt ze voor betaald. Wel is het zo dat Komako zich graag laat omringen door mannen met geld, dat ze vaak dronken thuiskomt en al vrij snel het bed deelt met Shimamura. Drie jaar lang reist hij één keer per jaar naar het dorpje om haar te bezoeken. Maar is hij verliefd? Nee, want daar is hij niet toe in staat. Of, om auteur Yasunari Kawabata te citeren: "De hele Komako stroomde naar hem over, maar het leek uitgesloten dat er van Shimamura ook maar iets naar háár uit zou gaan. Een geluid als klopte Komako tegen holle wanden weerklonk op de bodem van zijn hart en hoopte zich daar op als gestadig vallende sneeuw." Ja, dit soort pareltjes treft u in Sneeuwland veelvuldig aan.

Hoofdpersoon Shimamura staat tussen twee vrouwen: één die hem hartstochtelijk liefheeft maar hem niet boeit, en één die hij nauwelijks kent maar hem intrigeert. Ik vind dat de schrijver met het personage Yoko te weinig gedaan heeft, haar te schimmig heeft gehouden. Ook over het slot ben ik niet tevreden. Het lijkt wel of hij geen geschikt einde wist te bedenken, en daarom maar zijn toevlucht zocht in een volkomen onverwachte, uiterst dramatische, verschrikkelijke gebeurtenis. Het is vooral een dromerige roman, vol treffende natuurbeschrijvingen, sfeervolle situaties en drie mensen die besluiteloos om elkaar heen draaien.   

Yasunari Kawabata (Osaka, Japan; 1899 - 1972) ontving in 1968 de Nobelprijs voor literatuur.

Yasunari Kawabata, Sneeuwval. Vertaald uit het Japans door Cornelis Ouwehand. Oorspronkelijke druk 1947. Eerste druk Nederlandse vertaling 1979, tiende druk 2020. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. 157 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten