16-09-2023

LEZEN IS VOEDSEL VOOR DE ZIEL

 Toen Desiderius Erasmus op 28 oktober in, vermoedelijk, 1469 geboren werd in Rotterdam, diende zich meteen al een probleem aan waar hij jarenlang mee geworsteld heeft. Zijn vader was namelijk priester en omdat priesters zich verplichtten tot een ongehuwde levensstaat golden kinderen van priestervaders al bij geboorte verdoemd tot de hel. Dus het zou Desiderius nooit toegestaan worden om een priesterwijding te ontvangen of een kerkelijk ambt te bekleden. Die priesterwijding kwam er toch, en dankzij paus Leo X  lukte het ook met die kerkelijke ambten, maar daar lagen vele jaren van moeizame onderhandelingen tussen.

Op zijn vierde werd hij al naar de kleine school gestuurd. Hij kreeg les in lezen, schrijven, bidden en zingen. Voor spelling en grammatica in de moedertaal bestonden geen regels. Voor Latijn, dat hij later op de grote school zou krijgen, wel. Erasmus zal daarom in zijn verdere leven volkstalen verachten en alleen Latijn gebruiken. Daarin werd hij vanaf zijn achtste getraind, want toen bezocht hij de Latijnse school, die wij nu het gymnasium noemen, in Deventer. Klassiek Latijn werd daar zijn tweede taal, zowel mondeling als schriftelijk.

Op zijn veertiende werd hij wees. Hij vertrok uit Deventer en trok naar Den Bosch, waar hij  in een broederklooster als betalende kostganger werd opgenomen. Geld voor een universitaire studie was er niet; daarom trad hij in bij het augustijnerklooster Stein, in de buurt van Gouda.

Dat gebeurde rond 1487. Enthousiast was hij niet, maar hij ontdekte wel dat hij als monnik, wanneer hij het slim aanpakte, zijn roeping kon volgen: leven als schrijver. Want dat betekende ook veel lezen, manuscripten doornemen en de bronnen van de bijbel blootleggen. Dat is geen eenvoudig bestaan. Veel geld houd je daar niet aan over, reizen is noodzakelijk, je moet steeds maar weer bedelbrieven schrijven en netwerken om bij de belangrijke mannen in het gevlij  te komen.

Begin 1500 begon Erasmus zich intensief bezig te houden met het werk van Hieronymus (die overleed in 420).  Deze kerkvader vertaalde de bijbel uit de oorspronkelijke oerteksten (Grieks, Hebreeuws) in het Latijn. Zijn vertaling, ook wel vulgaat genoemd, werd vanaf de zevende eeuw gekopieerd, verminkt, veranderd, en dus bedorven. Dat gebeurde ook met zijn brieven, waarin hij moeilijke passages toelichtte. Vanaf eind 1500 zal Erasmus er zijn levenswerk van maken om deze toelichtingen van alle smetten te zuiveren, zodat hij de tien eeuwen oude vulgaatbijbel in zijn oorspronkelijke staat kon herstellen. Door zijn hertalingen kwam hij vaak tot nieuwe woordkeuzes en heldere zinnen, maar die vervingen dus oude, vertrouwde teksten. Tot aan zijn dood zullen vooral de scholastieke theologen hem belasteren, belagen en haten. 

Erasmus publiceerde geregeld. Het humanisme greep terug op de klassieke oudheid; hij begreep dat er behoefte was aan kernachtige uitspraken en spreekwoorden van de oude meesters, dus bladerde hij de klassieken door, op zoek naar voorbeelden van vlot en verzorgd Latijn, te gebruiken door eenieder die zich daarin wilde bekwamen. Het boek heette Adagia (1500) en zal jarenlang aangevuld en herdrukt worden. Dat geldt ook voor zijn satire Lof der zotheid (1511). Maar het absolute hoogtepunt van al zijn schriftelijke inspanningen is toch wel het Nieuwe Testament in de Griekse oertekst, als vervanging van  alle dubieuze vulgaatedities. Het Novum Instrumentum verscheen in 1516, bood de oorspronkelijke tekst plus een glasheldere uitleg van Erasmus, die wilde laten zien dat iedereen zelfstandig de bijbel kon lezen. Daar had je helemaal geen theologen voor nodig. Op zijn uitgave zullen de Engels King Jamesbijbel (1611) en de Nederlandse Statenbijbel (1637) gebaseerd worden.

In 1517 dook Luther op. Erasmus was inmiddels een man met veel aanzien, de meest gelezen auteur in Europa. Beiden zagen weliswaar de grove fouten van de leiders van de Katholieke Kerk, maar daar hield ook elke overeenkomst op. Luther bleek een een nieuwe scholastieke theoloog, dus een man die zich met allerlei regeltjes en voorschriften bezig hield, zoals zovelen alleen de vulgaat wilde bestuderen en vond dat hij altijd gelijk had. Erasmus weigerde hem te steunen, Een geliefde uitspraak van Erasmus was: " Wie goed leeft, zal goed sterven". Maar Luther zag niets in goede daden; alleen de genade van God telt, daar kan de mens niets aan veranderen.

Erasmus wilde een grondige bestudering van de bijbelse oertekst en hoopte op een intelligente discussie. Iedereen heeft weleens gelijk, helemaal niets is altijd waar, ieder mens maakt weleens fouten, ook de bijbel klopt niet altijd. Inderdaad, hij was een tolerant man.  Maar er waren tijden dat zo'n houding niet geaccepteerd werd.

 Bij zijn dood in Bazel in 1536 was hij lichamelijk helemaal op; zijn reputatie als schrijver en bijbelgeleerde bleef inmiddels boven elke twijfel verheven. In zijn testament had hij geregeld dat zijn volledige werken altijd uitgegeven konden worden. En omdat hij een bemiddeld man was geworden, kon hij menigeen na zijn dood nog een financiële verrassing bereiden.  

Sandra Langereis, Erasmus dwarsdenker. Een biografie. De Bezige Bij. Amsterdam, 2021. Twaalfde druk 2023. 784 blz.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten