02-01-2024

VAN EN OVER HELLA HAASSE

 Eén van de beste schrijfsters die Nederland ooit voortgebracht heeft, wordt geboren in Batavia, Nederlands - Indië, op 2 februari 1918. Haar vader is ambtenaar, haar moeder een klassiek pianiste. Het ontbreekt Hella en haar jongere broer Wim aan bijna niets. Er zijn altijd bedienden, ze bezoeken uitstekende scholen, financiële problemen kennen ze niet.  

Maar gezellig is het thuis niet. Vier individualisten die hun eigen gang gaan, ouders die nooit knuffelen en afstandelijk blijven. Hella zal altijd iedereen vriendelijk, maar gereserveerd tegemoet treden. Dat houdt in dat ze nergens echt bij hoort en er vanzelfsprekend van uitgaat dat ze alles alleen moet zien op te lossen. Vluchten in de fantasie is dan een uitkomst.

Hoewel Hella op de middelbare school allerlei rollen in toneelstukken speelt, wordt eind jaren dertig schrijven steeds meer een hoofdbezigheid. Ze voelt hevig de drang in zich om creatief te zijn; verhalen en gedichten lenen zich daar heel goed voor. In juni 1938 slaagt ze voor het eindexamen gymnasium alfa; ze reist vervolgens naar Utrecht af om daar te gaan studeren. Acht jaar zal ze haar ouders niet meer zien. 

Iedereen vond altijd al dat Hella Haasse een uitgesproken mooi meisje was. Die mening is ook Jan van Lelyveld toegedaan, een student rechten die met zijn opvallende lengte (twee meter) door Hella beschouwd wordt als "een mooie man". In februari 1944 trouwen ze. maar een gelukkig huwelijk wordt het niet.

Jan is afstandelijk, op het autistische af, zeer kritisch, sarcastisch, jaloers. Aan seks heeft hij een hekel; Hella komt veel tekort. Het liefst sluit hij zich op in zijn studeerkamer; hij werkt aanvankelijk als griffier bij een rechtbank, later als rechter in Amsterdam.

Hella moet u nu niet idealiseren. Graag speelt ze in het huwelijk de slachtofferrol, om dan vervolgens moedig haar lot, voor iedereen zichtbaar, te dragen. Ze kon zo goed acteren, weet u wel? Haar twee dochters verwijten haar later dat ze weinig liefde en aandacht toonde. Ze begreep zelf heel goed dat het moederschap haar niet echt lag. Wat doe je dan? Vluchten in de fantasiewereld van het boek bijvoorbeeld. 

Voor de Boekenweek 1948 mag Hella het geschenk schrijven. Het wordt Oeroeg, het meest vertaald, het meest omstreden, omdat diverse critici niet konden accepteren dat een voorname, blanke, Europese vrouw zich wilde verplaatsen in de situatie van een Indische jongen. Dat kàn ze helemaal niet! Dat ze talent heeft, ziet iedereen.

Er volgen positief besproken, goed verkochte historische romans: Het woud der verwachting (1949), De scharlaken stad (1952). Hier kondigt zich een thema aan dat telkens weer in haar werk zal opduiken: de onmogelijke liefde in een moeizaam huwelijk. In o.a. Cider voor arme mensen (1960) verbreedt ze dit gegeven: illusies over vrijheid in een relatie, die toch al zo ingewikkeld is. Wat doen mensen elkaar toch aan!

Hella is een creatieve auteur, ze slaat telkens nieuwe wegen in. Heel succesvol is ze als ze feitenmateriaal met fictie gaat combineren. Zo gebruikt ze achttiende - eeuwse documenten over het ongelukkige huwelijk tussen twee historische figuren, namelijk graaf Willem Bentinck en gravin Charlotte Sophie von Aldenburg. Er is een verteller die het verhaal vloeiend laat verlopen. Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarkheid van karakter. Een ware geschiedenis (1978) zal het grote publiek bereiken. Dat geldt al helemaal voor de romans die erna komen en volgens hetzelfde procédé zijn opgezet: Schaduwbeeld of Het geheim van Appelterm. Kroniek van een leven (1989) en Heren van de thee (1992). Een van haar meest dierbare werken is overigens De wegen der verbeelding (1983), dat een totaal ander aspect van haar schrijverschap belicht, namelijk: griezelen! Angstaanjagende voorvallen, huiveringwekkende mensen, vreemd toevallige gebeurtenissen, donkere, hooggelegen oude huizen: ze hebben Hella altijd aangetrokken. Verhalen vertellen altijd iets over onszelf en verbeelding werkt louterend, wil ze toch maar gezegd hebben.

Ze begint bij de grootsten van de Nederlandse letterkunde te horen als ze in 1983 de P.C. Hooftprijs krijgt voor haar hele oeuvre. Eind jaren negentig is het zover. De invloedrijkste critici, de belangrijkste literaire uitgevers en de vooraanstaande auteurs zijn allen van mening dat Harry Mulisch, Gerard Reve, W. F. Hermans vergezeld moeten worden door Hella Haasse.  De Grote Vier! Daarachter bevinden zich dan Jan Wolkers, Hugo Claus, Cees Nooteboom. Het mannenbolwerk is geslecht. De jaren die volgen, staan bol van prijzen en onderscheidingen, toespraken en lezingen. Kortom: Hella is, ook in het buitenland, een gerenommeerd auteur.

Als haar man verzorgd moet worden en in 2008 sterft, begint de eenzaamheid te knagen. Ze mist Jan meer dan ze had gedacht; goede bekenden overlijden, lichamelijk ongemak valt ook Hella ten deel. De 'grande dame' van de Nederlandse literatuur kan niet meer typen en daar lijdt ze onder. Als het lichaam haast overal pijn doet, besluit ze tot euthanasie. Op 29 september 2011 sterft ze.

Wat maakt haar werk nu zo speciaal? Haar briljante stijl van schrijven, roepen haar vertalers in koor. Ze is zo makkelijk te vertalen. Ook haar ingewikkelde zinnen zitten uiteraard perfect in elkaar, en ze zijn meteen te begrijpen. Haar beeldspraak is altijd raak, haar beschrijvingen van mens en natuur uitermate beeldend. Ze gebruikt nieuwe verteltechnieken, waardoor ze blijft verrassen en werpt de lezer kleine brokjes informatie toe, zodat hij door blijft lezen. 

Eens heb ik Een nieuwer testament gelezen (zie 23 - 12 - 2011), binnenkort ga ik aan andere titels van haar beginnen. U hoort nog van mij. 

Aleid Truijens, Leven in de verbeelding. Hella Haasse 1918 - 2011. Em. Querido's Uitgeverij. Amsterdam - Antwerpen, 2022. 598 blz. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten