16-05-2025

EEN ONAANGENAAM MENS IN BERLIJN

 Het aardige aan Berlijn is dat het diverse leuke kanten heeft. Nee, ik bedoel niet al die prachtige gebouwen en toeristische attracties, die kent iedereen nou wel. Ik doel op het feit dat zo'n wereldstad van 3,5 miljoen mensen toch nergens echt vol is. Voor iedereen is er plaats. Geen of nauwelijks files, geen geduw op die brede trottoirs, geen rijen wachtenden vóór je. 

Daarbij komt dat Berlijners zulke correcte mensen zijn. Men laat elkaar voorgaan, verontschuldigt zich bij zelfs een lichte aanraking, wacht rustig af tot iedereen uit bus, tram, ondergrondse gestapt is, om eerst dan zelf een plaatsje te zoeken. Onze opa hoefde nooit lang te staan: altijd bood er een hoffelijk persoon hem zijn zitplaats aan. 

Totdat we dat terrasje bezochten. Het was vroeg in de middag, de zon begon al behoorlijk te steken, maar gelukkig vonden we voor ons kleine gezelschap een plekje. Een kleine ober met een bruinverbrand gezicht en een smal snorretje begroette ons kort met "Servus." Een beetje vreemd, want dat zeg je alleen als je afscheid neemt. Daarom reageerden we niet meteen, waarop hij kwaaïig uitriep: "Man darf doch wohl Servus sagen!" Oké, natuurlijk mag dat, we zeiden "Servus" terug, maar een wat onaangename toon was gezet. Voor de lezer die het Duits niet zo goed beheerst, zal ik het vervolg in het Nederlands weergeven.

We bestelden een paar biertjes en wat kopjes koffie. Hij liet dit even op zich inwerken. " Een paar snelle biertjes dus? Koffie met gebak?" We stemden ermee in. Om ons heen zaten echtparen en grotere groepen uitvoerig te middagmalen en glazen witte wijn te drinken. Een onbehaaglijk vermoeden maakte zich van ons meester.

Hij kwam terug met de glazen en de kopjes, en stak meteen van wal. " U krijgt een half uur om alles op te drinken. Dat bier heeft u zo naar binnen gewerkt en dat geldt ook voor dat gebak met die koffie. Ik heb deze tafel nodig voor andere gasten." 

Opa, normaal de redelijkheid zelf, werd het te veel. "Hier kom ik nooit meer terug," zei hij luid en duidelijk richting onze vijand. Die reageerde met: "Ik moet hier zaken doen, dat zult u toch begrijpen."  " Nee," antwoordde onze oude man, "ik begrijp u absoluut niet." Daarmee ging ons halve uur in. 

Nu zou ik deze anekdote kunnen afsluiten, en u achterlaten met het besef dat de mens van nature slecht is, maar dat valt weer niet te rijmen met mijn stelling, zie boven, dat die mensen in Berlijn zo leuk zijn. Oma bracht redding.

Zij wendde zich tot een wat oudere ober, een rijzige, grijze man, die uitstraalde dat hij een soort chef was, dus de meerdere van onze tiran. "We hoorden net dat we maar een half uur mochten blijven. Is dat waar?"

De man keek oprecht verbaasd. "U kunt zo lang blijven als u wilt, natuurlijk. Van wie heeft u dit?" Kort daarna zagen we de beide kelners met elkaar praten. Ik kan het me verbeelden, maar de kleine leek steeds kleiner te worden.

Het afrekenen  was een feest. Hij vroeg nadrukkelijk of het gesmaakt had, of alles naar wens geweest was, of we het ook zulk mooi weer vonden. Toen oma wat treuzelde, hielp hij haar in haar jas, en klopte haar voorzichtig op de broze rug. Nee, kom bij ons niet aan met klachten over Berlijn. Een prachtstad!



02-05-2025

EEN KAT, EEN MAN EN TWEE VROUWEN

 Lily is niet zomaar een kat. Ze is wat de Engelsen een schildpadkat noemen:  een glanzend bruine vacht, bezaaid met markante, zwarte vlekken. Haar kop is kort en compact, waarin opvallend grote, prachtige, goudkleurige ogen. Maar bovenal valt haar schoonheid op, en haar vermogen om haar baasje Shozo te manipuleren. 

Er is geen reden om een hoge dunk van Shozo te hebben. Hij heeft zijn school niet afgemaakt, werkte bij een bank, was koksleerling, maar hield het nergens lang uit. Biljarten, flirten met de serveersters in volkscafés, totdat hij op zijn zesentwintigste gekoppeld werd aan het plichtsgetrouwe, ijverige dienstmeisje Shinako. Ze houdt oprecht van hem, maar onder leiding van zijn moeder wordt ze genadeloos uit dat huwelijk verwijderd ten behoeve van de jonge Fukuko, die financieel meer te bieden heeft. En ook zij valt voor Shozo, want hij is een charmeur. Niet knap, maar hij kan met vrouwen omgaan, die hem vervolgens graag verwennen.

Dit zijn dus de hoofdrolspelers in deze Japanse roman uit 1936 van rasverteller Junichiro Tanizaki (Tokio, 1886 - 1965), waarin het vooral gaat om de heel speciale verhouding tussen kat en man. Ze liefkozen elkaar, gaan al tien jaar met elkaar om. Shozo zegt het zelf: Lily staat hem nader dan Fukuko of Shinako. Met de laatste is hij slechts 2,5 jaar getrouwd geweest, met de eerste nu net een maand. Hij vlooit zijn kat, zorgt voor haar voedsel, gaat om de twee dagen naar het strand om vers kattenbakzand te halen en kamt haar vacht met een borstel.

 Maar waar de vrouwen van gruwen is hun spel rond de middagmaaltijd. Shozo heeft een schaaltje jonge horsmakrelen voor zich staan. Hij houdt een visje tussen zijn eetstokjes, dat hij vlak boven haar neus laat bungelen om het vervolgens in zijn eigen mond te stoppen. Hij zuigt de marinade eruit, kauwt de krokante graatjes kapot en neemt het visje tussen zijn eetstokjes. Nu eens hoog, dan weer laag slingert het voor de begerige ogen van Lily, die uiteindelijk het makreeltje naar binnen slikt. 

U begrijpt: toen er een brief binnenkwam van Shinako, waarin ze Lily opeist, wordt dat verzoek met hoongelach ontvangen. Maar Fukuko, die tabak heeft van dat geflikflooi van haar man met dat stomme beest, heeft daar wel oren naar. Weg met dat kreng! Hij heeft echter de kat nodig. Zijn moeder en zijn vrouwen houden hem voor een onnozel man, weet hij, een vriend bij wie hij zijn hart uit kon storten, heeft hij niet, dus voelt de charmeur Shozo zich vaak eenzaam. Hij zal alles in het werk stellen om zijn geliefde kat te behouden.

 Een fijnzinnige vertelling, deze roman, met een zorgvuldige karaktertekening, die ervoor zorgt dat je als lezer voor iedereen begrip kunt opbrengen. Ja, ook voor Lily.

Junichiro Tanizaki, Een kat, een man en twee vrouwen. Oorspronkelijke druk 1936. Vertaling uit het Japans Geert van Bremen. Meulenhoff, Amsterdam, 2024. 174 blz.