01-10-2025

DE DONKERE KAMER VAN DAMOKLES

 Willem Frederik (voor zijn vrienden: Wim) Hermans woonde in 1953 nog maar net in Groningen omdat hij daar een baan had gekregen aan het Economisch - Geografisch Instituut, toen hij in een antiquariaat de schat vond die hem jarenlang veel leesplezier zal verschaffen. De verslagen van de Parlementaire Enquêtecommissie  Regeringsbeleid 1940 - 1945 bevatten verklaringen van generaals, verzetsmensen, spionnen en parlementsleden, soms fantastische verhalen, en dikwijls volstrekt tegenstrijdig. Twee onderwerpen fascineerden hem dusdanig, dat hij ze verwerkt heeft in zijn beroemdste roman, De donkere kamer van Damokles, namelijk het Englandspiel en de zaak - Van der Waals.

Het Englandspiel was de strijd tussen de Engelse en de Duitse geheime dienst. De Engelsen hadden het plan opgevat om vanuit Engeland spionnen naar Nederland te sturen, waar ze allerlei sabotageacties moesten ondernemen. Maar alles was slecht voorbereid: de arme spionnen kregen slecht vervalste bonkaarten en paspoorten mee, en zilveren guldens die allang niet meer in omloop waren. Het zendverkeer kon makkelijk door de Duitsers beluisterd worden, zodat de Engelse agenten na de dropping meteen gearresteerd werden.

De zaak - Van der Waals inspireerde Hermans heel nadrukkelijk voor zijn roman. Anton van der Waals was van jongs af aan een leugenaar, verklikker en oplichter. In de oorlog ging hij al gauw voor de Duitsers aan de slag. Hij wist verzetsgroepen binnen te dringen, deed vervolgens volop mee, en als de tijd rijp was, verraadde hij alles en iedereen. Hij reisde door heel het land en werd uiteraard vorstelijk beloond. Na de oorlog, tijdens zijn berechting, hield hij maandenlang zijn onschuld vol. Ene Emile Verhagen zou zijn opdrachtgever geweest zijn. 

Hoewel de roman overloopt van avonturen en persoonsverwisselingen berust de inhoud op één duidelijk gegeven: de relatie tussen Henri Osewoudt, door wiens ogen we alles zien, en zijn dubbelganger Dorbeck. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, heeft Osewoudt weinig opwindends van het leven te verwachten: hij voorziet in zijn onderhoud als tabakswinkelier in Voorschoten, is getrouwd met zijn foeilelijke nicht, die zeven jaar ouder is en onvruchtbaar. Osewoudt moet het zelf trouwens ook niet van zijn uiterlijk hebben: klein, dun vlasblond haar, een piepstem en géén baardgroei. Als Dorbeck binnenloopt en vraagt of Osewoudt een filmrolletje voor hem wil ontwikkelen, weet hij niet wat hij ziet. Zijn evenbeeld, maar dan mannelijk! Dik zwart haar, een bronzen stem, een waas van haartjes rond wangen en kin. Zó had hij eruit willen zien. 

Dorbeck betrekt hem meteen bij verzetsactiviteiten, waarbij Osewoudt enkele mensen doodschiet. Pas in 1944 meldt Dorbeck zich weer. Henri doet wat hem wordt opgedragen, wordt door de Duitsers opgepakt en gemarteld. Foto's van Dorbeck doen de ronde, maar Henri wordt voor hem aangezien en van Dorbeck heeft niemand gehoord. Na de bevrijding arresteren de geallieerden hem. Hij staat bekend als verrader en provocateur die voor de vijand heeft gewerkt. Telkens weer beroept Henri Osewoudt zich op Dorbeck, geeft toe dat hij niets is zonder die man, maar iedereen die hem zou kunnen helpen, is dood of verdwenen. Het loopt dan ook uiteindelijk slecht met hem af.

Zelden werd een roman zo uitgeplozen als De donkere kamer van Damokles. Daarbij werd veelvuldig de vraag gesteld: bestáát Dorbeck eigenlijk wel? Osewoudt is namelijk een onbetrouwbare verteller: hij is gefascineerd door Dorbeck, voor wie hij alles wil doen; Henri is erfelijk belast, want zijn moeder zit niet voor niets in het gekkenhuis; af en toe heeft hij last van hallucinaties. Maar Hermans zelf is heel duidelijk: natuurlijk bestaat Dorbeck! Er zijn toch mensen die hem gezien hebben! Die dachten echter dat ze Osewoudt tegengekomen waren. Het nachtmerrie - achtige van dit boek wordt door deze duistere Dorbeck nadrukkelijk versterkt.

Het gevaar dreigt dat de strekking van Hermans roman uit het zicht verdwijnt als we Dorbeck zoveel aandacht geven. Het dubbelgangersmotief dient om intieme vragen te stellen, verlangens te uiten, wensen te vervullen.  Wat Henri in Dorbeck ziet, waarom hij een dubbelganger nodig heeft, is inmiddels wel duidelijk. Hermans  heeft vooral uitdrukking willen geven aan zijn sombere levensvisie. De mens leeft onder een voortdurende bedreiging, omdat hij niet weet wie of wat hem bedreigt. Een oorlogssituatie maakt dat gevoel alleen nog maar erger. Hij is trouwens niet in staat om zichzelf en anderen goed te begrijpen. Dit alles maakt het leven onbegrijpelijk, doelloos, absurd.

Dus, beste lezer, is deze roman, verschenen in 1958, nog altijd, ook na 67 jaar, een meesterwerk, een fascinerende literaire gebeurtenis. 

Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles. Eerste druk 1958. Vijfentwintigste druk 1983. G.A. van Oorschot, Amsterdam. 335 blz. 

Willem Otterspeer, Dorbeck, waar ben je? De Bezige Bij. Amsterdam, 2012. 142 blz.


15-09-2025

HET VERHAAL VAN HORACIO

 Niemand voelt zich eenzaam in de wereld van Horacio. Waarom zou je ook? Horacio zelf heeft zes meisjes en één zoon, de hondsbrutale Jerónimo. Zijn vrouw Margarita wordt zeer geregeld bezocht door haar vijf zussen, terwijl hij dan graag de wijk mag nemen naar broer Elías, de schrijver, of broer Alvaro, de zwijgzame, die toch ook goed is voor acht kinderen. Ze zijn eigenlijk de belangrijkste personen in zijn leven, waarin Elías als oudste een vaderrol speelt. Broers en zussen, ooms en tantes, allen met hun kinderen: ze komen voortdurend bij elkaar over de vloer, en de jeugd verbaast zich erover dat die vaders elkaar steeds "Pacho Luis" noemen. En dat is weer één van die vele verhalen waar deze roman vol van staat.

Wat is Horacio eigenlijk voor een man? Van middelbare leeftijd, nerveus, snel in paniek, handelaar in alles wat met kunst, antiek of zogenaamd antiek te maken heeft. Hij kent twee obsessies: de dood en zijn oude Volkswagen. In zijn heftige dromen komen beide veelvuldig voor. Een hartpatiënt, onze Horacio, maar dat zijn zijn broers ook. Het is een familiekwaal, waar ieder op zijn eigen manier mee omgaat. En die broers, wat zijn dat eigenlijk voor mannen?  

Alvaro is handelsreiziger in de meest uiteenlopende artikelen, maar het meest verdient hij aan zijn loterijagentschap. Achter zijn wat norse voorkomen vindt u een gevoelig man. Hij kan ontroerd raken van een pasgeboren kalfje dat dampend in het ochtendlicht baadt, of van sommige gedichten, of van de rondzwermende zaden van een balsaboom. Elías, de literator, de filosoof, de observeerder, ziet het allemaal aan, kent zijn geliefde broers, beschermt ze, helpt ze waar mogelijk, ook financieel.

Nu mogen we de bloedmooie vrouw van Horacio niet vergeten. Hij kan af en toe maar niet begrijpen dat ze hem wilde, maar dat komt omdat hij in zijn verlegenheid niet weet dat hij voor vrouwen een knappe man is. Margarita is op en top een zakenvrouw. Geregeld reist ze met haar zus van het Colombiaanse platteland naar Miami. Voor aanvang van de reis is ze al haar vrienden en kennissen langsgegaan om de bestellingen te noteren. Ze heeft een goed oog voor niet al te dure nieuwe snufjes, zodat bij terugkomst het geld binnenstroomt. 

In deze wereld vol geurige oranjebloesems en sinaasappelbomen, met een huisarts die ook laat in de avond patiënten aan de deur krijgt die pilletjes willen, haalt iedereen uit het leven wat er maar te halen valt. Natuurlijk is de dood in de buurt, Horacio weet daar alles van en het slot van deze roman is op indrukwekkende wijze gewijd aan zijn ongelijke strijd. Maar genieten van het leven doen ze allemaal, het liefst te midden van familie, vrienden en bekenden. 

Tomás González, Horacio's verhaal. Vertaling uit het Spaans door Jos den Dekker. Merediaan Uitgevers, Amsterdam, 2024. 219 blz. Oorspronkelijke titel: La historia de Horacio, uitgegeven in 2000. 


01-09-2025

BINNEN DE BOEKEN EN BUITEN DE WIND

 Ook Godfried Bomans ( 1913 - 1971) had dus last van zijn vader. Pa Bomans was advocaat, begenadigd redenaar, Kamerlid en zwaar katholiek. Dit betekende dat het huiselijk leven geheel in het teken stond van bidden, biechten en naar de mis gaan. Na je dood moest je rekening houden met hemel, hel of vagevuur. Pa heerste, moeder bleef onderdanig. Van zijn kinderen (hij had er zes) eiste vader dat ze krachtige persoonlijkheden zouden worden en een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. De onzekerheid en het gebrek aan zelfvertrouwen waaronder Godfried als kind al leed, zullen hem zijn hele leven achtervolgen. Pa bezorgde zijn kinderen complexen.

Hij deed gymnasium, studeerde rechten, filosofie en psychologie, maar maakte niets af. Zijn creativiteit en oorspronkelijkheid kon hij vooral kwijt in het schrijverschap. Op 30 november 1939 debuteerde Godfried in het schoolblad van het Triniteitslyceum met een sprookjesachtig verhaal. Er ging een golf van geluk door hem heen toen hij zijn stuk gepubliceerd zag. In 1930 mocht hij de generaal van de paters augustijnen toespreken. Met zijn lengte (1.92 m), grote voeten en licht loensende ogen was hij een opvallende verschijning, die zijn onzekerheid dankzij een onmiskenbaar acteurstalent wist weg te spelen. Men vond hem meteen al ontzettend leuk. De Bomans die eens Nederlands populairste man zou worden, was opgestaan.

In februari 1933 was de première van het toneelstuk Bloed en Liefde, dat nog tientallen jaren opgevoerd zal worden. Hij verbond het heden met de middeleeuwen, het triviale met het verhevene, en menige schouwburg trilde van het lachen. Pieter Bas, de fictieve herinneringen van een minister, kwam uit in 1937, vol satire en humor, en bleek eveneens een groot succes. Uitgevers verdrongen zich om Bomans uit te mogen geven. Dat enthousiasme werd nog sterker nadat Erik of het klein insectenboek (1941) verscheen; al in september van dat jaar kwam de achtste druk uit. Deze sprookjesachtige geschiedenis van een jongetje dat in de wereld van een schilderij stapt, wordt nog steeds gezien als het beste wat Bomans aan fictie gepubliceerd heeft. Zijn biograaf spreekt van "de mentale biografie van Bomans anno 1940." Dat klinkt wat ernstig, want ook in Erik vind je humor, satire, absurdisme. 

Het verlangen is belangrijker dan de vervulling ervan; die valt altijd tegen. Heimwee, weltschmerz, weemoed, ze duiken telkens weer op in zijn versjes, toneelstukken, sprookjes, en ook wel in zijn beschouwingen en essays in de Volkskrant en Elseviers Weekblad. De grote roman heeft hij nooit geschreven. Bomans was een man van het korte werk, het ontbrak hem aan het geduld om pakweg twee jaar aan een boek te sleutelen. Dickens en Andersen waren overigens zijn favorieten.

Hij zocht warmte, gezelligheid, wenste het middelpunt te zijn, de man om wiens geestige opmerkingen gelachen werd. Hij was gevoelig voor vleierij, maar liet nooit in zijn innerlijk kijken. Zelfs zijn vrouw Pietsie noemde hem 'ondoorgrondelijk.' 

Ach, Pietsie. Wat bleef ze hem trouw en wat werd ze vaak bedonderd. Het is ontluisterend hoe Bomans met vrouwen omgaat. Hij was vaak van huis, op weg om lezingen te houden, vergaderingen bij te wonen, radio - en vooral tv - uitzendingen met zijn geestige opmerkingen op te vrolijken. Zo ontmoette hij vrouwen van verschillende leeftijd, met wie afsprak, aan wie hij brieven vol smachtende passages schreef, wat vaak uitliep op jarenlange relaties. Er zijn periodes geweest dat hij naast zijn eigen Pietsie drie of vier vaste vriendinnen had. Hij wilde bemind worden, geliefkoosd, bewonderd, aangehaald. Seks telde niet zo, hij was daar trouwens onhandig in. Maar die vriendinnen liet hij vaak wachten, of hij kwam helemaal niet opdagen, of het was opeens zo maar uit. Terwijl hij van een kunstwerk eiste dat het hoge morele niveau belangrijker was dan het artistieke, is er nergens iets van wroeging, spijt, medeleven met zijn minnaressen te merken. Het gaat om hèm. Toch die knagende onzekerheid?

Het leven dat hij leidt is zo slopend dat hij tamelijk jong sterft: Bloemendaal, 22 december 1971, 58 jaar, angina pectoris. 

Gé Vaartjes, Vleugelman. Godfried Bomans 1913 - 1971. Querido Facto, Amsterdam, 2025. 824 blz. 


01-08-2025

DE TIJGERKAT

 Kunt u zich Garibaldi nog herinneren? Italiaans generaal en nationalist, die een uiterst belangrijke rol speelde bij de eenwording van Italië. Gesteund door vorst Victor Emanuel vocht hij vanaf 1860 met zijn duizend roodhemden om dat doel te bereiken.  Op 11 mei 1860 zetten zij voet aan wal op Sicilië, op 30 mei is Garibaldi heer en meester in Palermo. Op 17 maart 1861 is Victor Emanuel koning over heel Italië, op Rome en Venetië na. In 1870 komt  ook dat in orde.

Lijdzaam slaat in mei 1860 de machtigste edelman van Sicilië, don Fabrizio, prins van Salina, de politieke verwikkelingen gade. Hij beschikt over landerijen, buitenplaatsen en een fantastisch groot paleis, maar met zijn scherpe intellect begrijpt hij al heel snel dat de wereld gaat veranderen. Het volk ziet Garibaldi als een bevrijder, de aristocratie moet buigen voor de massa. De prins is een excentriek en wat melancholiek man, slechts echt geïnteresseerd in sterrenkunde en het wel en wee van zijn oeroude adellijke familie. Hij heeft een onderdanige vrouw en zeven kinderen, maar de jonge Tancredi is zijn neef, pupil en torenhoge favoriet. Vanaf zijn veertiende staat de jongen onder zijn hoede. Tot ontsteltenis van de don steunt Tancredi, nu een twintiger, Garibaldi. 

Tancredi is knap, sociaal heel vaardig, zeer geliefd bij de dames. Maar hij kiest de beeldschone Alicia, dochter van de rijke, platvloerse don Calogero, burgemeester van een dorpje, en in alles de tegenpool van de prins. De slimme jongeman overtuigt zijn oom ervan dat hij voor de toekomst kiest, en die ligt absoluut niet bij de verkalkte aristocratie. Don Fabrizio begrijpt, maar als de nieuwe bewindvoerders hem een positie in het nieuw te vormen parlement aanbieden, weigert hij hoffelijk.

Onder de  brandende zon van Sicilië met zijn prachtige natuur en eeuwenoude tradities treedt onherroepelijk het verval van huize Salina in. De patserige Calogero zal de don in rijkdom verre overtreffen, het prachtige paleis wordt verwoest en zijn drie dochters zullen uiteindelijk als oude vrijsters achterblijven. Het is niet anders. 

Deze fraaie, in Italië beroemde historische roman is geschreven door Giuseppe Tomasi di Lampedusa (Palermo, 1896 - Rome, 1957), twaalfde hertog van Palma, elfde prins van Lampedusa. Zelf dus van adel, wist waar hij het over had. Voor de figuur van don Fabrizio heeft hij zijn overgrootvader genomen, terwijl hij voor diverse gebeurtenissen putte uit het verleden. Maar de moderne lezer ontdekt ook iets: het onvermijdelijke einde van alles waaraan wij hechten. Wat blijft is de schoonheid van de natuur, de liefde voor kunst en wetenschap. En dat alles gegoten in die fraaie, barokke stijl waar Lampedusa zo goed in was. Jammer dat hij de publicatie van zijn enige roman niet heeft kunnen meemaken.

Hoe zit dat nu met die tijgerkat? Sommigen melden dat het hier gaat om een luipaard, dat gebruikt wordt in het wapen van het geslacht Salina. Elders kwam ik tegen dat de tijgerkat tot de kleine soorten van de katachtigen behoort. Luipaard (of panter) klinkt beter en past  uitstekend in de roman. De Engelse vertaling luidt dan ook The Leopard. De auteur beschrijft geregeld hoe don Fabrizio als een luipaard loopt, beweegt, sluipt. Mooi toch!

G. Tomasi di Lampedusa, De tijgerkat. Vertaling van Anthonie Kee. Oorspronkelijke titel: Il Gattopardo (1958). Athenaeum - Polak & Van Gennep. Amsterdam, 2012. 384 blz. 


15-07-2025

MEESTERES EN MEESTER

"Are you okay?" vragen Romy (Nicole Kidman), haar kinderen en haar man (Antonio Banderas) geregeld aan elkaar. Ook Samuel (Harris Dickenson), die stage loopt bij het bedrijf waar Romy werkt, mag daar graag naar informeren. Is er dan wat met haar aan de hand? Ja, dat kun je rustig zo stellen.

Ze heeft een nare jeugd gehad, waar ze niet zoveel over kwijt wil. Wel benadrukt ze steeds dat ze uitstekend kon studeren en vervolgens keihard heeft moeten werken om al die mannen ervan te overtuigen dat ze goed is. Nu zit ze waar ze altijd al wezen wilde: op de stoel van een CEO van een groot bedrijf, dat zich bezighoudt met het automatiseren van magazijnen. Nee, niet sexy, maar je bent wel de baas, dus je ondergeschikten vliegen voor je. Behalve één, de al eerder genoemde Samuel. Hij heeft bij haar al snel een zwakheid ontdekt, en maakt daar schaamteloos gebruik van. 

Ze wil zo graag een 'babygirl" zijn, een lieve kleine meid. Niet bevelen, maar gehoorzamen, in alles, vooral ook als het haar seksueel opwindt. En dat gebeurt vaak: u heeft Nicole Kidman nog nooit zo overtuigend horen kreunen. Dat het bij dit spel ook nog gaat om een oudere vrouw en een veel jongere man, maakt het nog gevaarlijker, maar dat hoort er juist bij. Wat zullen haar bazen er wel niet van zeggen als ze het te weten komen? Metoo ligt altijd op de loer.

Meester en meesteres, macht en onmacht, man en vrouw, leerling en meester, baas en bovenbaas: allerlei verhoudingen komen voorbij in dit geslaagde regiedebuut van de Nederlandse actrice Halina Reijn. Ze schreef ook het scenario en produceerde deze film, waarbij ze ervoor zorgde dat de vaart er steeds in bleef, de kijker telkens op het juiste moment wat brokjes informatie toegeworpen kreeg, wat het begrijpen en accepteren van deze aparte vrouw sneller mogelijk maakt.

Toezien hoe iemand opzettelijk vernederd wordt, is niet aangenaam. Het is om die reden geen prettige film om naar te kijken, maar wel een heel interessante. Want: zij manipuleert hèm. Dus niet andersom.

Babygirl. Regisseur: Halina Reijn. Acteurs: Nicole Kidman, Harris Dickenson, Antonio Banderas. Land: Verenigde Staten. Uitgebracht in: 2024. 

01-07-2025

HET EIND VAN DE RELATIE

Als de weinig succesvolle romanschrijver Maurice Bendrix op een natte, sombere avond in het door de oorlog geschonden Londen van 1946 een oude bekende tegenkomt, is hij niet meteen enthousiast. Het is tenslotte maar Henry Miles, een integere, beschaafde Engelse ambtenaar, tikkeltje kleurloos dus. Maar één ding moet je hem nageven: zijn vrouw Sarah is opvallend mooi. Bendrix, ongehuwd, kinderloos, heeft tot voor twee jaar een hartstochtelijke relatie met haar gehad . Toen maakte ze het volkomen onverwacht uit. Heeft Henry iets geweten? Bendrix ziet slechts een wereldvreemd man in hem, maar in de maanden die volgen, leert hij dat hij zich vergist heeft.

Want ze gaan op die avond naar Miles' huis waar hij haar terugziet, even verrukkelijk als toen. Van haar man hoort hij later dat ze wellicht minnaars heeft, en dat hij het plan koestert om van de diensten van een privé - detective gebruik te maken, Haat en liefde, u weet er alles van, liggen in elkaars verlengde. Ook bij Bendrix vlammen deze gevoelens weer op. Hij praat Miles die detective uit het hoofd, maar schakelt er zelf een in. Tegelijkertijd starten ze weer met hun verhouding, en opnieuw blijken ze voor elkaar bestemd. Als het de detective lukt Maurice het dagboek van Sarah in handen te spelen, leest hij dat ze hem adoreert, maar juist daarom in gewetensnood verkeert. Haar man schat ze nog steeds hoog, en ze worstelt met het geloof. Bestaat God? Bemoeit Hij zich daadwerkelijk met de mens? Is het katholicisme voor mij aantrekkelijk? De lezer, die tot dusver alles door de ogen van Bendrix heeft gezien, ontmoet nu een heel andere Sarah en dat geldt dus ook voor Maurice.

Zoals Sarah worstelt met God, en daarbij hulp zoekt bij priesters, zo vecht Maurice met zijn gevoelens. Sarah is van hem, hij wil haar absoluut niet delen, maar hij heeft inmiddels vriendschappelijke gevoelens voor haar man, die beminnelijk blijft en meer weet dan Maurice vermoedde. Wanneer het moment nadert dat de twee gelieven er serieus over nadenken om samen weg te trekken, slaat het noodlot, of het toeval, of God, toe.

De katholiek Graham Greene ( Berkansted, Hertfordshire, Engeland; 1904 - 1991)mocht het in zijn tientallen romans en verhalen graag over religieuze kwesties hebben. Dat doet hij hier dus ook, en hij voegt er kleine beschouwingen over schrijverschap en psychologie aan toe. Dat leidt ertoe dat je een trage roman leest, met overwegingen die in 1951 ongetwijfeld actueel waren, maar nu wat ouderwets overkomen. Nee: toen een meesterwerk, nu alleen een lezenswaardig boek. 

Graham Greene, Het eind van de relatie. Oorspronkelijke titel: The End of the Affair (1951). Vertaling Peter Verstegen. Uitgegeven in de Perpetua Reeks, Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2021. 189 blz. 



02-06-2025

EEN INTERMEZZO VAN SALLY ROONEY

 Laten we eerst eens gaan kijken naar de vijf hoofdpersonen die Sally Rooney (Castlebar, Ierland, 1991) in haar nieuwste roman zo zorgvuldig beschrijft. Aanvankelijk denk je dat Peter geregeld neuriet: "Het is moeilijk bescheiden te blijven, wanneer je zo goed bent als ik." Hij is 32 jaar, lang, knap, zeer intelligent. Studeerde filosofie, maar is werkzaam als jurist. Sociaal vaardig, altijd onder de mensen, vriendinnen in overvloed, maar daarover later. Zijn duistere kant houdt hij zorgvuldig verborgen. Peter kan absoluut niet alleen zijn, heeft paniekaanvallen, soms grenzend aan zelfmoordplannen. Hij mag zich graag omringen door mensen over wie hij kan heersen, zodat hij zich superieur waant. Nee, ik mag hem niet.

Zijn jongere broer Ivan heeft uiterlijk wat van Peter weg, al doet die beugel afbreuk aan zijn charme. In sommige opzichten lijkt hij qua karakter op zijn broer: beiden zijn ambitieus, ongeduldig, hard voor anderen en zichzelf. Ook aan intellect ontbreekt het hem niet: hij heeft theoretische natuurkunde gestudeerd, en gold toen hij zestien was als een enorm schaaktalent. Die reputatie is inmiddels verbleekt. Om den brode doet hij aan data - analyses; af en toe neemt hij deel aan schaakseances. Onhandig in het menselijk verkeer, afkerig van sociale conventies: het heeft allemaal tot gevolg dat hij geen normaal bestaan kan leiden. Hij zocht bescherming bij zijn vader, maar die is onlangs gestorven. Ivan kijkt tegen zijn broer Peter op, die dan weer hinderlijk beschermend en neerbuigend doet. Ja, ik mag hem wel. En de vrouwen?

Het zijn er drie, en ze steken allen positief af tegen die ingewikkelde mannen. Peter bijvoorbeeld gaat zeer intiem om met twéé aantrekkelijke dames: Sylvia en Naomi. We zullen eerst Sylvia onder de loep nemen. Welnu, zij is degene bij wie Peter echt tot rust komt, bij wie hij zich veilig en geborgen voelt. Universitair docent in de literatuurwetenschap, verfijnde smaak, tolerante opvattingen, charmante verschijning: begrijpelijk dat ze jarenlang onafscheidelijk zijn, totdat een noodlottig ongeval daar een einde aan maakte. Seksueel is ze tot niets meer in staat. Ze weet van Naomi en accepteert de nieuwe situatie, al toont ze zich onverwacht één keer verschrikkelijk jaloers.

Tsja, Naomi. Studente, 23 jaar, geen familie die haar steunt, geen vaste woon - of verblijfplaats, geen geld om haar studie te betalen. Zonder haar kan Peter ook niet, dus biedt hij haar een woonplek aan en steunt hij haar financieel. Seksueel heeft zij alles waarin Sylvia noodgedwongen tekort schiet. Ze is Peter dankbaar, maar durft wel degelijk tegen hem in te gaan. Ze weet van Sylvia en kan dat verdragen.

Blijft over: Margaret. Zodra Ivan en zij elkaar zien, vallen ze eigenlijk als een blok voor elkaar. Toch wel opmerkelijk, want ze mag wel een opvallend mooie vrouw zijn, ze is veertien jaar jonger en bovendien getrouwd, al woont ze apart, ergens op het Ierse platteland. Iedereen kent haar daar, want ze is programmeur van culturele manifestaties, zodat ze zich zorgen maakt over de onvermijdelijke roddels. Dat geldt ook voor Ivan: wat zullen vrienden, kennissen, familieleden (Peter!) wel niet zegen als hij met een veel oudere vrouw voor de dag komt?

Zo botsen werelden, overtuigingen en karakters op elkaar in deze roman vol bespiegelingen en zelfonderzoek. Door vaak de monologue intérieur te gebruiken, zorgt de auteur ervoor dat de lezer op de hoogte is van wat er zich in al die hoofden afspeelt. Knap gedaan, al had zij wat mij betreft ook het een en ander aan mijn lezersfantasie over kunnen laten. Hier en daar wat open plekken had goed gekund, al moet ik toegeven dat de roman eindigt met een slot waar u en ik instemmend bij kunnen knikken.

Toch: is het mogelijk om van twee vrouwen tegelijk te houden? Nou en of. 

Sally Rooney, Intermezzo. Vertaling Gerda Baardman en Jan de Nijs. Ambo/Anthos, Amsterdam, 2024. 425 blz.