14-02-2017

EEN DROOMVROUW

Toen Gerrit met een zucht van verlichting de deur van zijn middelbare school achter zich dichttrok, diende zich meteen een nieuw probleem aan: wat nu? In een studie had hij geen interesse, over specifieke talenten beschikte hij niet, maar handig, vriendelijk en hulpvaardig was hij wel. Aangezien zijn vader als boekhouder goede contacten onderhield met een aantal winkeliers in het provinciestadje waar Gerrit was opgegroeid, mocht hij wat klusjes opknappen in winkels en magazijnen.

Gerrit bleek oog te hebben voor kleur, kleding, belichting. De dames Wouters, vriendinnen van zijn moeder, zagen wat in hem. In hun goedlopende damesmodezaak konden ze een handige jongeman wel gebruiken, zeker toen ze merkten dat hij graag rommelde in de etalages en met veel plezier hun etaleur assisteerde. Gerrit was het er helemaal mee eens: in deze richting zou hij verder gaan.

Sjouwend met kleding en kleerhaken hoorde hij op een middag de winkelbel gaan. Toen hij omkeek, schoot er een bliksemflits door hem heen. Zo iets moois had hij nog nooit gezien. Hij kende Grace Kelly alleen uit de bioscoop, maar nu stond ze slechts een paar meter van hem vandaan. Blank, blond, blauwe ogen, tenger, ze kon zó uit een sprookje gestapt zijn. Uiteraard lette ze niet op die man in een stofjas; ze stapte op de jonge mevrouw Wouters af en begon een geanimeerd gesprek. Gerrit deed snel een paar passen terug om haar vanuit een hoekje ongemerkt te kunnen bewonderen.

Een jaar lang heerste Grace over het onervaren, schuchtere jongenshart van Gerrit. En niet alleen dáár: in zijn dromen en fantasieën was ze alom tegenwoordig. Hij schatte haar zo'n tien jaar ouder en dat maakte haar alleen nog maar aantrekkelijker. Meisjes van zijn eigen leeftijd verbleekten totaal als hij ze in zijn gedachten naast Grace plaatste. Wanneer hij haar in de verte aan zag komen wiegen, sloeg zijn hart al een paar tikken over. Trad ze binnen, dan dook hij in een pashokje of achter een gordijn, om haar in alle rust te bestuderen. Eigenlijk waren al die manoeuvres overbodig, want waarom zou een dame met de allure van een filmster aandacht schenken aan een jeugdige etaleur? Als vaste klant liep ze aan hem voorbij, keek ze langs hem heen, zag ze hem over het hoofd. Het hinderde Gerrit allemaal niet, als hij maar naar haar mocht blijven kijken.

En toen was alles voorbij. Ze kwam niet meer. Was ze ontevreden, verhuisd, gescheiden, gestorven? Hij durfde het niemand te vragen en geen mens praatte over haar. En eigenlijk vond Gerrit het wel goed zo.  Eindelijk rust in zijn hoofd. Geen opwinding meer die haast pijn aan zijn lijf deed, of hoopvolle hartkloppingen als hij iets blonds in de verte zag aankomen. Een godin moet je aanbidden, maar niet te vaak aanschouwen.

Vele, vele succesvolle jaren later staat Gerrit als eigenaar in de deuropening van diezelfde modezaak. Terwijl hij ontspannen een trekje van zijn sigaret neemt, speurt hij gewoontegetrouw de straat af of er nog klanten in aantocht zijn. Daar duikt een gestalte op die hem bekend voorkomt. Wat heet: zou dat niet...is dat niet...lijkt ze niet op...? Lang vergeten gevoelens duiken op in hoofd en buik. Plotseling begint hij hevig te transpireren. Ze is het! Als ze hem nadert, aan hem voorbijloopt en een blik in de etalage werpt, ziet hij dat de jaren ook haar niet onberoerd gelaten hebben. Het blonde haar grijst aan de slapen, kraaienpootjes hebben zich rond haar ogen verzameld, die minder glanzen dan Gerrit zich herinnert. Maar aan charme heeft ze volstrekt niet ingeboet. Gerrit is weer net zo verliefd en weerloos als vroeger. Als ze doorloopt kijkt hij met welgevallen naar haar deinende heupen en nog altijd elegante houding. Dan schrikt hij. Ze staat stil, draait zich om en tot zijn lichte ontzetting schrijdt ze vastberaden op hem af. Voor het eerst in al die jaren staat ze voor hem en kijkt hem recht in de ogen. Glimlachend, op vertrouwelijke toon, met een blik van verstandhouding, zegt ze: "Beval ik u nog steeds?"


Geen opmerkingen:

Een reactie posten