04-03-2015

ALLE DAGEN FEEST

Aanvankelijk zag Remco Campert (geboren 1929) zich vooral als dichter. Hij behoorde tot de oprichters van het poëzietijdschrift Braak in 1950, publiceerde in de eerste helft van de jaren vijftig drie gedichtenbundels en werd, met o.a. Gerrit Kouwenaar en Hugo Claus, gerekend tot de Vijftigers. Hun experimentele poëzie brak met alle vooroorlogse tradities, terwijl ze in hun kritieken korte metten maakten met gevestigde namen. De gedichten van Campert bleken overigens aanzienlijk toegankelijker dan het hermetische werk van zijn collega's.

Dit verhinderde niet dat Campert onmogelijk van het schrijven van poëzie kon leven. Noodgedwongen schakelde hij over naar cursiefjes (die hij ook nu nog in de Volkskrant publiceert), waaruit later verhaaltjes en zelfs hele verhàlen voortkwamen. Toen uitgeverij De Bezige Bij in 2014  haar zeventigjarig bestaan wilde vieren, besloot men om twaalf klassiekers te herdrukken. Daartoe behoorde ook de verhalenbundel Alle dagen feest van Remco Campert uit 1974. Deze bestaat, zoals schrijfster Sanneke van Hassel in een nawoord uitlegt, uit veertien verhalen die uit vroegere bundels stammen. De lezer ontmoet dus Campert als twintiger. Hoe en waarover schrijft hij? Zien we al iets van de latere Remco?

Omdat hij een tijdje in Parijs gewoond heeft, is het niet verwonderlijk dat enkele verhalen zich aldaar afspelen. Dat geldt ook voor het titelverhaal, waarin een feest beschreven wordt zoals Campert dat vaker gedaan heeft: jonge dichters, enkele loslopende jeugdige vrouwen, veel drank, volle asbakken, jazz. De volgende ochtend gaan sommigen nog door, maar het schrale  zonlicht laat de katterige breinen inzien hoe leeg hun amusement eigenlijk geweest is.

Lichte treurnis treft u eveneens aan in Drie jaar is te lang, waarin een man na drie jaar wil terugkeren naar zijn vrouw, maar eigenlijk zien beiden daar erg tegenop. Ratten en katten kent juist een onderhuidse, erotische spanning tussen een jonge knul en een oudere, in het leven teleurgestelde vrouw. Dat kan Remco trouwens goed: suggereren en weemoedig zijn. Wat speelt er eigenlijk tussen die twee mannen in Verre reizen, wat tussen Hilda en Martin in De vliegen?

Een vleugje absurdisme kan ook nooit kwaad, juist als afwisseling van al dat realisme. " Het was vroeg in de avond toen de spinnen kwamen ", is de sterke openingszin van Een zomeravond, waarin een vloedgolf van spinnen een huis binnen spoelt. En wat denkt u van een jong meisje met een prachtige, volle baard? En al die haren die uitvallen als ze hoort dat haar vader plotseling gestorven is?

In Een morgen van liefde en Vijfhonderd zilverlingen is Campert op zijn best. Details roepen een melancholieke sfeer op, gebaren, kleine voorvallen, een losse opmerking laten zien hoe nietig, egoïstisch, maar ook schuldbewust een mens vaak is. Grote voorvallen zijn helemaal niet nodig om een sterk verhaal te schrijven. Een welgekozen woord, een treffende observatie, gevoel voor humor en alledaagse dramatiek, en de lezer beseft weer hoe beperkt we eigenlijk allemaal zijn.

Maar toch...toch geloof ik dat de jonge Remco het goed gezien had. Dìchten is zijn stiel.
Remco Campert, Alle dagen feest. Eerste druk 1974 De Bezige Bij, jubileumdruk 2014, 142 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten