15-11-2015

OP ZOEK NAAR EEN VRIENDIN

Toen zijn ouders over dansles begonnen te zeuren, begreep Gerrit dat de zorgeloze kindertijd voorbij was. In hun milieu hield dansen in dat je tot de wereld der volwassenen ging behoren, met mate mocht roken en drinken, de conventies leerde kennen en een vriendin kon gaan zoeken. Met haar had je dan enige tijd vaste verkering en uiteindelijk verloofde je je.  Gerrit zag tegen dit alles enorm op. Meisjes vormden voor hem een geheimzinnige kaste, die hem weliswaar aantrok, maar tegelijkertijd ook onzeker maakte. Hij was geen jonge vrouwen gewend. Thuis was er slechts een jongere broer, op de lagere en middelbare school zaten uitsluitend jongens, op de voetbalclub en bij de misdienaars natuurlijk ook. Ergens in het westen woonden enkele jeugdige, knappe nichtjes van zijn leeftijd, en die ontweek hij  tijdens familiefeestjes zoveel mogelijk, want hun ritselende jurken, felrood gestifte lippen en aangenaam zoete parfum brachten hem volledig van de wijs. En dan dat gegiechel!

Samen met enkele vrienden toog Gerrit dus naar een exclusieve dansschool. De betere middenstand, de gegoede burgerij, fabrikantenadel: zestien -, zeventien -, achttienjarigen uit deze kringen ontmoetten elkaar om de klassieke dansen onder de knie te krijgen. Foxtrot, tango, Engelse wals, zelfs nog de valeta, Gerrit kreeg ze allemaal bijgebracht. En verdraaid, het lukte hem redelijk, merkte hij tot zijn opluchting. Hij kon de maat houden, trapte zelden of nooit op tenen, beheerste de Engelse wals zelfs opmerkelijk goed. Alleen... wat zèg je nou tegen zo'n meisje? Waar moet je het in godsnaam over hebben? Er liepen trouwens een paar leuke blondjes rond, en eentje met rood haar die weleens omkeek, maar zoveel moed had Gerrit nog niet.

Het uitgaansleven in hun provinciestad beviel hem aanvankelijk in hoge mate. Kroegen, cafés, ze waren er in alle soorten en maten. Ordinaire, volkse, luxueuze: Gerrit en zijn vrienden bezochten ze allemaal, kwamen pas diep in de nacht thuis en bleven dat geruime tijd doen, tot ongenoegen overigens van hun machteloze ouders. Totdat hun dit leventje ging vervelen. Want er ontbrak iets. Al die zaken zaten in het weekend stampvol, maar met mannen en paartjes. Waar kwam je de loslopende meisjes tegen? Vanzelfsprekend niet in de kroeg, maar wel in een dansgelegenheid. En in hun woonplaats was er daar maar één van: de Bolero, met boven een danszaal en beneden een voornaam restaurant, dat ook nog over een klein dansvloertje beschikte. Gerrit wist wat hem te doen stond.

Een grondige inspectie leerde hem dat hij niet boven moest zijn, maar beneden. Daar vertoefden de beschaafde echtparen met hun dochters, de zakenmensen met geld, jonge vrouwen van niveau. Al spoedig had hij er één op het oog. Hij noodde haar ten dans, herhaalde dat enkele malen, mocht aan haar tafeltje zitten. Ze was toevallig daar, vertelde ze. Oorspronkelijk kwam ze uit Siebengewald, woonde nu op kamers in Nijmegen, moest op deze zaterdag voor zaken in Venlo zijn, en dat was wat uitgelopen. Vrij lang, slank, elegant, kapsel en make - up goed verzorgd, uitstekende conversatie, Gerrit was onder de indruk. Die paar glazen bier had hij wel nodig om telkens terug te durven komen. Hij schatte haar op 23, 24 jaar. Maar gereserveerd, afstandelijk, koel was ze ook. "Hard to get" , zouden  Amerikaanse schrijvers als Norman Mailer en Raymond Chandler die hij toen las, haar noemen. Nee, een afspraakje werd toch lastig. Telefoonnummer, adressen uitwisselen, ach... Toen hij haar enkele weken later weer tegenkwam in de Bolero, herhaalden deze gesprekken zich. Ze konden goed met elkaar overweg, de conversatie stokte geen moment, ze stond hem toe dat hij haar tijdens het dansen dicht tegen zich aandrukte en zo de smaakvol gekozen parfum kon ruiken, alleen  schoot hij geen steek op. Ze bleef onbereikbaar. Toen hij aan het eind van de avond teleurgesteld naar huis ging met de gedachte het toch maar boven te proberen, had hij Siebengewald definitief afgeschreven.

Dat was zaterdagavond. Gerrit bevindt zich de donderdag erna op zijn kamers in een naburige stad waar hij sinds kort werkt, als zijn hospita hem een brief overhandigt. Hij kent het handschrift niet. Als hij hem openmaakt, blijkt hij van de Siebengewaldse te zijn. Hoe komt ze verdorie aan dit adres? vraagt hij zich af. De inhoud slaat hem met stomheid. Misschien waren bij de laatste ontmoeting enkele mededelingen verkeerd overgekomen, schrijft ze. Ze betreurt dat. Daarom heeft ze het volgende voorstel. " Zaterdagavond is er in mijn vriendenkring een groot feest. Heb je zin om er met mij mee naartoe te gaan?  Lukt het niet, laat mij het dan snel weten."

Gerrit kent geen twijfel. Er komt slechts één gedachte bij hem naar binnen: ze wil graag naar een fuif, heeft niemand en nu mag ik voor even mee. Ik schrijf haar af.

Drie jaar later staat Gerrit op het perron te wachten op de trein die uit Nijmegen komt. Te midden van een grote groep forenzen ontwaart hij de Siebengewaldse, nog even charmant en smaakvol gekleed als vroeger. Ze knikken elkaar hoffelijk toe. En nu Gerrit een leeftijd heeft bereikt waarop je - of je wilt of niet - geregeld terugblikt, vraagt hij zich nog steeds weleens af: zag ze misschien toch wat in mij?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten