01-12-2015

DE TOVERBERG

Tuberculose was aan het begin van de twintigste eeuw een gevreesde ziekte, omdat er zo weinig aan te doen viel. In 1900 had Nederland ongeveer vijf miljoen inwoners, van wie er jaarlijks zo'n tienduizend aan tbc stierven. Alleen als je over gefortuneerde familieleden beschikte, kon je naar Zwitserland om daar in een hooggelegen sanatorium zuivere lucht in te ademen, in de hoop eens gezond en wel naar je vaderland terug te keren.

Toen in 1912 de vrouw van Thomas Mann voor een tamelijk onschuldige longaandoening enige tijd in Davos verbleef, kreeg hij de gelegenheid enkele weken in het sanatorium rond te kijken. Daar rijpte het plan om een wat langer verhaal te schrijven dat zich in deze omgeving zou afspelen. Het werd een lijvige roman, Der Zauberberg, gepubliceerd in 1924; de voortreffelijke Nederlandse vertaling van Hans Driessen verscheen in 2012.

Hans Castorp, 23 jaar, ingenieur, sympathiek, ongecompliceerd, bezoekt in de periode voor de Eerste Wereldoorlog zijn neef Joachim, die in het herstellingsoord Bergdorf, gelegen op 1600 meter hoogte, van zijn longkwaal wil genezen. De bedoeling is dat Hans daar drie weken doorbrengt, maar omdat men bij hem ook tbc vaststelt, duurt zijn verblijf veel langer: zeven jaar. Twee zeer belezen, volstrekt verschillend denkende mannen ontfermen zich over hem; beiden willen zijn leermeester zijn. Settembrini noemt zich humanist, pleit voor vrijheid, democratie, vooruitgang. Naphta is jezuïet, leraar Latijn, gelooft niet aan zuivere wetenschap, verwerpt burgerlijke idealen, keurt in sommige opzichten terreur goed, wijst op God en godsdienst. Ze hebben tijd genoeg om heftig te debatteren, want er gebeurt "daarboven" zoals zij het noemen, vrijwel niets. Vijf uitvoerige maaltijden per dag, wandelen, veel rusten in de buitenlucht, regelmatig de lichaamstemperatuur meten en tussendoor roddelen, en klagen over het eten. Alle feesten worden echter stevig gevierd en over de dood zwijgt men. Omdat niemand specifieke verplichtingen heeft en zomer en winter boven door elkaar heenlopen zodat er geen jaargetijden bestaan, lijkt elke dag op de vorige en de volgende. In Bergdorf kent men geen tijd. Is dat winst? Is dat verlies? De patiënten vervreemden van het leven beneden. Na verloop van enkele jaren schrijft Hans geen brieven meer, hij ontvangt ze ook niet, gebruikt geen kalender. Het tijdloze leven betovert Hans, biedt haast volstrekte vrijheid, maar ook oneindige verveling. Het echte leven is vaak ongemakkelijk, zeker, maar het bruist. Waar kies je voor?

Kortom, de onschuldige Hans van eens bestaat niet meer. Hij peinst over levensvragen, zoekt een middenweg tussen Settembrini en Naphta, en ontwikkelt de stelling: "Omwille van goedheid en liefde mag de mens de dood geen macht geven over zijn gedachten." Als je niet meer geobsedeerd bent door de dood, kun je je richten op hoge menselijke waarden. Een filosofische roman dus, maar ook een bildungsroman, vol dialogen waarin veel kennis op allerlei terreinen wordt uitgedragen. Het lezen van De Toverberg vereist doorzettingsvermogen en concentratie, maar wie dat kan opbrengen, zal zich uiteindelijk beloond voelen.
Thomas Mann, De Toverberg. Berlijn, 1924. Nederlandse vertaling Hans Driessen, Utrecht, 2013, tweede druk. 928 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten