15-02-2016

EEN GENTLEMAN NAAST DE TROON

Vanaf 16 maart 1815 bevolkten drie miljoen Belgen en twee miljoen Nederlanders het nieuw gestichte Koninkrijk der Nederlanden, met als vorst Willem I (1772 - 1843). Een monarchie dus, waarvan de inwoners maar moesten afwachten hoe het Huis van Oranje over hen zou regeren. Willem I bleek een bestuurder die graag alles zelf afhandelde en over  koopmansgeest beschikte; zijn opvolger, Willem II (1792 - 1849), was een moedig man op het slagveld en staatkundig een warhoofd; diens zoon, Willem III (1817 - 1890) trok zich als koning eigenlijk van niemand wat aan en kun je dus het stempel 'ongeschikt' meegeven. Naast de troon van deze drie koningen stond vanaf zijn zestiende de tweede zoon van Willem I, namelijk prins Frederik (1797 - 1881). Als er iemand sympathie voor het koningshuis wist op te wekken, dan was hij het wel. Hoe deed hij dat?

Geboren in Berlijn, altijd diep in zijn hart een Pruis gebleven, besefte Frederik heel goed dat een lid van de Oranjes zichtbaar en aanspreekbaar behoorde te zijn.  Elke Oranje moest beseffen dat hij of zij een voorbeeldfunctie had. Niemand mocht vergeten dat dynastiek belang belangrijker was dan persoonlijk geluk. Het Huis, het land: daar ging het om. Alleen zo kon deze jonge monarchie zich wortelen in de samenleving. Welke taken nam hij zelf op zich?

Als zestienjarige dient hij in het Pruisische leger. Oorlog, dood, verderf, hij zal het allemaal meemaken, maar ook de strijd, de overwinning, de lof. Hij blijft zich altijd een militair voelen, in het Nederlandse leger hoge posities innemen en zal aan het eind van zijn lange leven verzuchten: "Nog aangenamer dan de havana's en manilla's van de broeders is de kruitdamp."
Om het blazoen van zijn oudere broer, de latere Willem II, wat op te poetsen, adviseerde Frederik om deze het Nederlandse leger te laten leiden in de Tiendaagse Veldtocht van 1839 tegen BelgiĆ«. Dat lukte voortreffelijk, met als gevolg dat ook de Oranjes er bij het volk zeer goed op stonden. Frederik  zelf was uiterst populair. Hij stimuleerde de werkgelegenheid, schonk of leende uit eigen zak geld om bedrijven in stand te houden. Scholing van werklieden had constant zijn aandacht; daarom beijverde hij zich om te komen tot de oprichting van een nationale ambachtsschool.
Dankzij zijn diplomatieke talenten wist hij een schandaal rond Willem II, die van homoseksualiteit verdacht en daarom gechanteerde werd, te verhinderen. Met geduld en wijsheid kon hij Willem III ertoe bewegen het koningschap toch op zich te nemen. Door handig te bemiddelen lukte het hem in 1849 het kabinet van de geniale maar ook arrogante Thorbecke mogelijk te maken. Over welke karaktereigenschappen beschikte deze man?

Frederik was van onbesproken gedrag: geen maĆ®tresses, geen buitenechtelijke kinderen, geen steekpenningen. Altijd hoffelijk, bescheiden, wat gereserveerd, een tikkeltje verlegen. Als het moest kon hij onbetwist de leider zijn, de bestuurder met visie, terwijl hij eveneens het vermogen bezat om door roerende toespraken de mensen voor zich te winnen. Waren er nog negatieve kanten aan hem? Te weinig zelfvertrouwen vonden sommige insiders, soms besluiteloos, en toch wel erg zuinig. Hoewel hij tijdens zijn leven verreweg de populairste Oranje was, raakte hij al snel in vergetelheid. Deze degelijke biografie maakt duidelijk waarom dat absoluut niet terecht is.
Anton van de Sande, Prins Frederik der Nederlanden 1797 - 1881. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2015. 303 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten