10-07-2016

STONER

Je zou Bill Stoner een beklagenswaardig man kunnen noemen, al ben ik er zeker van dat hij tegen deze kwalificatie heftig zou protesteren. Voorbestemd om op de kleine boerderij van zijn ouders een schamele boterham te verdienen, krijgt hij de kans om op de landbouwhogeschool van de universiteit van Columbia te studeren. Niemand kan hem helpen, alleen moet hij zijn weg zoeken. De verplichte cursus Inleiding tot de Engelse letterkunde slaat als de bliksem in. Hoewel zijn ouders er niets van begrijpen, verandert hij van studierichting. Hij raakt verliefd op de mooie, maar raadselachtige bankiersdochter Edith, en ze trouwen, hoewel ze elkaar nog nauwelijks kennen. Na de eerste serieuze vrijpartij verlaat Edith het bed om op de toilet over te geven. Ze is zwijgzaam, nukkig, en nauwelijks geïnteresseerd in hem en zijn werk. Na een maand weet hij dat dit huwelijk een mislukking is, na een jaar gaat hij er, terecht, vanuit dat het nooit meer iets zal worden. Hun enigst kind, Grace, zal, als ze er de leeftijd voor heeft, het ouderlijk huis verlaten, omdat het haar als een gevangenis voorkomt.

Ook op de universiteit waar hij als docent Engelse letterkunde tot aan zijn dood werkzaam is, treft hij iemand die in staat blijkt hem al die jaren te haten en dwars te zitten. Slechts één vriend steunt hem; zijn onverzettelijkheid en liefde voor zijn beroep slepen hem erdoorheen. Bill is de eenling, de loner, voor wie het leven weinig presentjes klaar heeft liggen.

Toch ziet hij dat zelf helemaal anders. Bijna veertig jaar mag hij doen wat zijn passie is: oudere Engelse literatuur lezen en onderwijzen. Shakespeare, Marlowe en Shelley zijn vrienden. Ze helpen hem de twee wereldoorlogen door te komen, die bronnen van ellende en droefenis. Na de eerste aarzelende jaren durft hij zich tegenover de studenten vrijelijk te uiten en zijn enthousiasme te tonen. Hij stelt er een eer in om als een goed docent beschouwd te worden, en dat lukt hem. Bovendien mag hij nog proeven van echte, ware, oprechte liefde, geschonken door een jonge, vrouwelijke collega. Hoezo tragisch?

John Williams (1922 - 1994) schrijft glasheldere, soms diepzinnige, vaak heel sfeervolle zinnen, vol geuren en klanken. Hij heeft het vermogen diep in de psyche van zijn hoofdpersonen binnen te dringen en toch begrijpelijk te blijven. Zijn stijl en realisme doen me denken aan Tolstoj, en deze overeenkomst wordt nog eens versterkt door het hartverscheurende slot, dat veel weg heeft van dat beroemde verhaal van Tolstoj, De dood van Iwan Iljitsj. Tolstoj en Williams: beiden schrijven zó dat u denkt dat ze het over u hebben. Ook daarom las Stoner zo graag.
John Williams, Stoner. New York, 1965. Vertaling Edzard Krol, Amsterdam 2012. 319 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten