10-03-2017

EEN ONGELUKKIG ECHTPAAR

Toen Mina en Sjaak rond 1950 trouwden, leek er niets aan de hand. Voor haar betekende het automatisch de rol van moeder en huisvrouw, voor hem vader en kostwinner. In het zuiden leefde vrijwel elke volwassene zo; op zondag ging je bovendien naar de mis en de katholieke gezagsdragers zagen graag dat je véél kinderen kreeg. Hoewel Mina goed kon leren, was er van doorstuderen geen sprake, dat mochten haar broers, maar toen Sjaak werk van haar ging maken, begreep ze dat ze geen nutteloze oude vrijster hoefde te worden. Hij kwam uit een fatsoenlijke familie, had een keurige baan bij de post, kreeg helaas al als twintiger zijn eerste grijze haren. Hij was wel heel erg netjes, vond Mina. Voorzichtig een kusje op de wang, soms hand in hand, later gearmd door de stad, meer lichaamscontact had hij haar niet te bieden. Zeker, de Kerk sprak over kuisheid en seksuele onthouding, dus Sjaak hield de kerkelijke geboden terecht nauwlettend in het oog, maar er waren momenten dat Mina toch wat teleurgesteld haar slaapkamer opzocht. Ze wist van vriendinnen dat mannen handtastelijk konden zijn, spannende voorstellen in je oor fluisterden; ze kende een meisje van haar leeftijd dat met haar verloofde in het diepste geheim een nacht in een hotel had doorgebracht. Nou, dergelijke uitspattingen hoefde ze van Sjaak niet te verwachten. Mina had zelfs het idee dat hij liever met zijn makkers kaartte en bier dronk dan dat hij bij haar zat. Die verontrustende gedachte wuifde ze gauw weg. Straks, als ze getrouwd waren, werd alles anders.

Helaas werd zijn onverschilligheid toen alleen maar groter. Het begon al in de eerste huwelijksnacht. Op seksueel gebied was Mina zo groen als gras. Haar moeder had haar het allernodigste verteld; twee getrouwde vriendinnen voegden daar hun ervaringen aan toe. Die huwelijksnacht vergaten ze nooit meer, vertelden ze enthousiast. Kapot waren ze geweest, de hele nacht geen oog dichtgedaan, Mina zou niet weten wat haar overkwam. Toen het zover was, zat Mina eenzaam op de rand van hun bed. Sjaak rommelde wat beneden in hun nieuwe huis, maar kwam niet naar boven. Na enig aandringen riep hij "dat hij haar dáárvoor niet getrouwd had." Uiteindelijk was hij toch op komen dagen, om vervolgens in een vloek en een zucht het karwei te klaren.

Voor de buitenwereld vormden ze een perfect echtpaar. Zij opgewekt en praatlustig, hij bedaard, vriendelijk, gezelligheidsmens met zijn kaart - en biljartclubjes. Maar kinderen kwamen er vooralsnog niet, de pastoor liep eens wat vaker binnen en Mina had vertrouwelijke gesprekken met hun vaderlijke huisarts. Ze begon nerveus te worden, stotterde als ze opgewonden raakte, liet zich gretig kussen en aanhalen op feesten (carnaval!) waar zoiets geoorloofd was.

Na acht jaar werd hun eerste en enige kind geboren, Tiny. Een gezond kind, helder verstand, prettig karakter, pa en ma voelden zich weer enige tijd met elkaar verbonden door hun vreugden en zorgen over hun dochter met elkaar te delen. Na een paar jaar begon Mina echter weer te tobben en te klagen. Ze was nu alleen duidelijker in haar klachten. In intieme kring vertelde ze over Sjaaks onverschilligheid, zijn totale gebrek aan warmte, de avonden dat ze alleen thuiszat. Als een vriendin dan tegenwierp dat haar man dan toch maar voor Tiny gezorgd had, raakte ze opgewonden, kwaad haast, en struikelde heviger dan ooit over haar woorden. Wel moest ze toegeven dat hij haar trouw bleef. Naar andere vrouwen keek hij niet om.

 Psychische en lichamelijke klachten leidden ertoe dat ze geregeld in het ziekenhuis moest worden opgenomen. En daar lag ze te stralen. Heerlijk vond ze het, al die aandacht. "Nee, ik verveel me hier nooit", jubelde ze dan. Elke middag zaten Sjaak en Tiny trouw aan haar bed. Een hecht gezinnetje voor de buitenwereld, al begon er een opmerkelijk verhaal door het provinciestadje te circuleren. Tiny zou helemaal niet van Sjaak zijn. Een goede vriend, en intimi wisten wie, zou zijn taak hebben overgenomen.

Toen Tiny achttien was, verliet ze het ouderlijk huis, en hoewel het contact goed bleef, liet ze zich daar nog maar zelden zien. Zou ze te veel hebben meegemaakt? Zou ze gehoord hebben dat de vaderlijke huisarts haar moeder aangeraden had die bedrieger te verlaten? Veel te gedurfd voor die tijd, dus Mina bleef waar ze was. En Sjaak? Iedereen mocht hem: geacht door zijn collega's, geliefd bij zijn buren, populair bij de straatjeugd, met wie hij graag een balletje mocht trappen. Tsja, dat hij nu eenmaal zo was, kon hij ook niet helpen. Je moest toen nu eenmaal getrouwd zijn om echt mee te tellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten