06-01-2018

OVER HET GELUK

De Franse arts en filosoof Julien Offray de Lamettrie (1709 - 1751) aarzelde niet om meningen te verkondigen die anderen onwelgevallig waren. Grote filosofen als Aristoteles, Plato en Descartes wees hij af omdat ze alleen maar gebruik maakten van abstracte redeneringen, en zintuiglijke indrukken niet in hun beschouwingen opnamen. Het christendom is gebaseerd op het bestaan van een onsterfelijke ziel, maar Lamettrie geloofde dat alles materie, dus vergankelijk is, en schreef dat ook op in een boek, dat daarom in 1746 in Parijs verbrand werd. Zijn baan als regimentsarts raakte hij kwijt.

Maar hij kon het niet laten, hij bleef heilige huisjes omver schoppen. In een satirisch blad hoonde hij de Franse medische opperhoofden van zijn tijd, en omdat hij nu Kerk en medisch gezag tegen zich had, vluchtte hij rond 1746 naar Leiden. Hoewel Holland bekend stond om zijn liberale houding, slikte men ook daar niet alles. Zijn filosofische werk L'Homme machine, vol met ziel = materie en atheïstische denkbeelden, werd in 1748 verboden en in Den Haag zelfs verbrand. In alle eenzaamheid ging hij er opnieuw vandoor en belandde uiteindelijk in januari 1748 in Potsdam bij koning Frederik de Grote van Pruisen. Deze was blij met deze opgewekte intellectueel met wie hij kon pronken, en die hij alle vrijheid gaf om te schrijven. Daar kreeg Frederik al gauw spijt van. Toen in 1751 Discours sur le bonheur  (Het geluk) verscheen, wierp de koning hoogstpersoonlijk tien exemplaren in het vuur en liet het boek verbieden. Waarom? Waar gaat Het geluk over? 

Lamettrie noemt een kortstondig aangenaam gevoel vreugde, wanneer dat wat langer duurt lust ( plezier, aangename gewaarwording) en als er sprake is van een permanent gevoel van aangenaamheid, dan is hij bereid van geluk te spreken. Niet iedereen is in staat om gelukkig te zijn. Aangezien je lichaam de toestand van je brein bepaalt, moet je over een goede organische structuur beschikken om voor geluk in aanmerking te komen, en bovendien moet je er simpelweg aanleg voor hebben. Intelligentie is niet noodzakelijk. Geregeld wijst Lamettrie erop dat scherpzinnige mensen doodongelukkig kunnen zijn, terwijl  hij op gezette tijden dommig, onnozel volk tegenkomt, dat elke tegenspoed blijmoedig overwint.  Wel is het zo dat je met je een helder verstand sneller doorhebt wat jou persoonlijk het gelukkigst maakt.

 Lamettrie benadrukt hoe persoonlijk het geluksgevoel is. Misdadigers en psychopaten leven op als ze anderen kunnen bedriegen of mishandelen, ze gruwen van goede daden en voelen zich gelukkig bij weerzinwekkende acties. Natuurlijk moet de maatschappij ze vervolgens bestraffen, want ze beschadigen de samenleving, maar we moeten niet de illusie hebben dat straffen echt helpt. Die mensen zíjn nu eenmaal zo.

Volg je gevoel als je gelukkig wil zijn. Trek je vooral niets aan van een filosoof als Seneca en andere stoïcijnen, want zij bederven je humeur. Zij vinden dat je je hartstochten moet beheersen omdat je anders van het ene uiterste (opperste vreugde) naar het andere (dofste ellende) vliegt en dat is niet goed voor een mens. Zij willen ook dat je je vooral op het leven na de dood moet voorbereiden. "Niet doen!" roept Lamettrie. "Je leeft maar eens en dat is nu."

Hij keert zich ook tegen de Kerk en een christelijke opvoeding. Daar komen de schuldgevoelens vandaan die je je hele leven met je meedraagt. Schuld en onschuld, deugd en ondeugd, het zijn allemaal betrekkelijke begrippen. Hun inhoud hangt af van het land waar je geboren bent, de tijd waarin je leeft, de godsdienst die in je omgeving al of niet gangbaar is. Misdaden worden meestal begaan in een vlaag van onbedwingbare hartstocht, bepaalde handelingen ziet de ene paus wel, de andere weer niet als zonde. Schuldgevoelens zijn vooroordelen: schaf ze af en wees gelukkig. Inderdaad, nooit heeft een boek het vrome volk zo geschokt als dit.        
Julien Offray de Lamettrie, Het geluk. Vertaald en bezorgd door Jabik Veenbaas. Oorspronkelijke titel: Discours sur le bonheur (1751). Uitgegeven door Wereldbibliotheek, Amsterdam.159 blz.      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten