09-11-2019

HET BESTE VAN POESJKIN

Aleksandr Sergejewitsj Poesjkin (Moskou; 1799 - 1837) kwam uit een oude adellijke familie, die over weinig kapitaal beschikte. Zijn overgrootvader was een adoptiefzoon van tsaar Peter de Grote en afkomstig uit wat wij nu Kameroen noemen. Zijn merkwaardige levensloop heeft Poesjkin later verwerkt in het verhaal De Russische Afrikaan. Maar aanvankelijk schreef hij vooral poëzie, en dat deed hij al toen hij nog op het lyceum in Sint - Petersburg zat. De vertelling in verzen Roeslan en Ljoedmila maakte hem meteen beroemd. De lichte toon, geladen met milde spot, de vloeiende versregels, de muzikaliteit, het zijn de kenmerken, toen al, van zijn meesterschap. Lees maar eens de laatste strofe van Aan Natasja:

Wintertij is aangebroken
Rijm bedekt het naakte land,
En de boerenhutten roken
Nu de kachel er weer brandt.
Tevergeefs zit ik te smachten,
Thuis, alleen met mijn gedachten,
Als een sijsje in zijn kooi -
Ach, wat was Natasja mooi!

Poesjkin was graag en vaak verliefd, maar hij deed ook aan politiek en durfde voor zijn mening uit te komen. Daarom werd hij in 1820 verbannen naar het zuiden, waar hij tot 1826 moest blijven. Toen mocht hij van tsaar Alexander I, onder strenge voorwaarden, terugkeren naar Sint - Petersburg.

Waar hij zich ook bevond, het schrijven lukte altijd wel. Vooral dichten ging hem gemakkelijk af. Hij publiceerde naast talloze losse gedichten, ook novellen in verzen (zoals De krijgsgevangene in de Kaukasus) en zelfs een complete roman in verzen: Jevgeni Onegin (zie 12-07-2019), waar Tsjajkovski in 1878 een opera van maakte. Dat gebeurde trouwens wel vaker met werk van Poesjkin. Zijn toneelstuk Boris Godoenov is door Moessorgski in 1874 gebruikt voor een opera, terwijl zijn stuk Mozart en Salieri door diverse handen ging. Ga maar na: in 1897 wordt het de stof van alweer een opera, dankzij Rimski - Korsakov; in 1979 gebruikt Peter Shaffer het gegeven voor een toneelstuk, getiteld Amadeus. In 1984 wordt de gelijknamige, uiterst succesvolle film  uitgebracht, gebaseerd op Shaffers stuk, geregisseerd door Milos Forman. Het grote publiek, de vakmensen: allen omarmden en omarmen Poesjkin.

Privé bleef hij uitgebreid liefhebben, ook nadat hij in februari 1831 trouwde met zijn jonge, mooie en lichtzinnige Natalja. Hij gokte, maakte schulden, en schreef tussendoor ook proza. Korte verhalen als Schoppenvrouw (een geestverschijning vertelt Herman welke drie kaarten hij moet gebruiken om een fortuin te winnen) en De stationsopzichter (een vader maakt van dichtbij mee hoe zijn mooie, naïeve dochter verleid wordt door een knappe huzaar). Een echte, korte roman is De kapiteinsdochter, vol met onbeantwoorde, onbereikbare, eeuwige liefdes, belegeringen, moed en lafheid en een gelukkig huwelijk. Zijn proza is wat soberder dan zijn poëzie, glashelder, beeldend, met personages zó levensecht zijn dat je ze op straat zou herkennen. Daarom staat Poesjkin terecht in het rijtje van de grote oude Russen, samen dus met Tsjechov, Tolstoj, Dostojevski.

Hoe liep het eigenlijk met hem af? Waarom is hij zo jong gestorven? Op 27 januari 1837 duelleerde hij met Georges d'Anthès, zijn zwager, die een verhouding zou hebben met Natalja. Georges schiet eerder dan geoorloofd, de schrijver wordt getroffen in zijn buik en sterft op 29 januari 1837 aan zijn verwondingen. Inderdaad, bij een man met zo'n leven past geen gewone dood.
A.S. Poesjkin, Werken. Gekozen en vertaald door Hans Boland. De Russische Bibliotheek, Van Oorschot, Amsterdam, 2018. 899 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten