05-11-2022

DE SPELER VAN DOSTOJEVSKI

 Omdat hij opnieuw in geldnood zit, tekent Fjodor Dostojevski (Moskou; 1821 - 1881) in 1865 een contract met uitgever Stellkovski voor een uitgave in drie delen van zijn verzamelde werken. Hij ontvangt daarvoor 2000 roebel, maar er zit wel een addertje onder het gras. Dostojevski moet vóór 1 november 1866 een nieuwe roman van zo'n 200 bladzijden inleveren. Doet hij dat niet, dan zal hij negen jaar lang alle rechten verliezen op alles wat hij geschreven heeft of nog zal schrijven. In oktober begint hij aan de omvangrijke roman  Misdaad en straf. Hij schiet lekker op, totdat hij hij zich eind september 1866 realiseert dat Stellkovski op de loer ligt. Hoewel hij niet in paniek raakt en aan twee boeken werken als een uitdaging ziet, begrijpt hij dat hij hulp nodig heeft. Die krijgt hij van Anna Snitkina, een twintigjarige stenografe, met wie hij tussen 4 en 29 oktober de beloofde roman, getiteld De speler, zal schrijven. 

Maar de ellende is nog niet helemaal voorbij. Stellkovski, aan wie het manuscript overhandigd moet worden, blijkt op 31 oktober onvindbaar. Op zijn kantoor weigert de bureauchef het manuscript te ontvangen, omdat hij geen volmacht heeft. Anna was te weten gekomen dat een handtekening van de dienstdoende chef van een politiebureau ook rechtsgeldig is. Pas 's avonds om tien uur lukt het om die te bemachtigen. Op 15 februari 1867 trouwen Anna en Fjodor; ondanks het leeftijdverschil van 25 jaar en dankzij haar rustige, standvastige karakter zal het een gelukkig huwelijk blijken. 

Is het, literair gezien, allemaal de moeite waard geweest? Nou en of. Vertaler Arthur Langeveld spreekt van 'een juweeltje'  en ik ben graag bereid hem gelijk te geven. Dostojevski situeert zijn verhaal in Roulettenburg, waarmee hij Bad Homburg bedoelt. Hoofdpersoon en ik - verteller is de vijfentwintigjarige Aleksej, huisleraar bij een generaal die, zoals zo vaak bij Dostojevski, heel veel schulden heeft. Alle hoop is gevestigd op oma uit Moskou, grootgrondbezitter, huizeneigenares, dus schatrijk. Dostojevski schetst een fantastisch portret van haar: een onbuigzame, heerszuchtige oude vrouw, die erop staat om een casino vanbinnen te bekijken, en net zo lang aan de roulettetafel zit, totdat al haar geld op is. En de volgende dag gaat ze wéér. Aleksej is ondertussen hopeloos verliefd geworden op Polina, de stiefdochter van de generaal, die zichzelf weer belachelijk maakt door de jeugdige Blanche achterna te lopen, van wie de lezer weet dat ze een vrouw van vederlichte zeden is. 

Centraal staat dus de roulette. Je begint te spelen, raakt na verloop van tijd in een roes, en als je daar gevoelig voor bent, kom je er nooit meer van af. Telkens weer op zoek gaan naar die roes leidt namelijk tot verslaving; het geld zelf is eigenlijk minder belangrijk. Dat overkomt, min of meer, oma, in ieder geval Aleksej, en in hoge mate  ook onze Fjodor. In 1863 maakte hij al een ronde langs de speeltafels in West - Europa, en in de jaren 1867 - 1871 deed hij dat, tot wanhoop van zijn jonge vrouw, nog eens dunnetjes over. Een ervaringsdeskundige, zeg dat wel.

 Maar, net als Dickens, blijft hij de rasverteller, de man die onweerstaanbare types weet te creëren; die mensen, omstandigheden en situaties die je in het alledaagse, saaie leven niet tegenkomt, aan de dankbare lezer presenteert. Ik kan hem u aanbevelen.

F.M. Dostojevski, De speler. Verzamelde Werken deel 4, blz. 287 - 432. Vertaling Madeleine Mes. Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam, 2022. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten