15-01-2023

ETENTJE

 "Vanavond is het weer zover", zei Max 's morgens tegen zijn vrouw. "Dan zal ik de smoking maar vast klaarleggen", antwoordde ze. "Hoe laat rijden jullie eigenlijk weg?" "Zo rond half acht. Ik moet de taxi nog bellen." 

Al op de lagere school was Max bezig de mensen om hem heen te amuseren. Toen deed hij de onderwijzers na, later op de hbs imiteerde hij de leraren en zong de hits van die dagen, terwijl hij aan de toneelavonden meedeed en in cabaretgroepjes zat. Als handelsreiziger was hij geen succes: hij praatte te lang, waardoor het moment om tot zaken te komen zich niet echt voordeed. Kort voor het uitbreken van de oorlog trouwde hij met Sofie; toen de Duitsers binnenstormden moesten ze maken dat ze wegkwamen. Het werd Zwitserland. In 1945, bij hun terugkomst in Amsterdam, trof hun het lot van zovelen: vrijwel niemand van hun families was er nog. Auschwitz, Bergen - Belsen enzovoort. 

"Weet je al waar jullie naartoe gaan?" vroeg Sofie. "Ik denk naar het Hilton, daar zijn we  een hele tijd niet geweest. Je wordt in het restaurant daar haast koninklijk bediend."

Max kon ook goed teksten schrijven: voor conferences, liedjes, revues. Het bracht aardig wat op, maar schrijven is zo'n eenzame bezigheid en Max zat graag tussen de mensen. Met volk om je heen word je vanzelf vrolijker en vergeet je de pijn. Want Max leed onder het verlies van broers en zusjes, ouders en schoolvrienden. Omdat hij en Sofie geen kinderen konden krijgen, was gezelligheid, praten en lachen in een grote groep voor Max een noodzaak geworden. Zijn vrouw had daar overigens totaal geen behoefte aan.

Waar Max in uitblonk was moppen tappen. Hij kon ze zelf bedenken, vertelde ze briljant en  had een ijzeren geheugen. Over elk onderwerp had hij wel een mop, grap, witz beschikbaar. Waarom zelf niet optreden met moppen?

Toen er op het Rembrandtplein een pand vrij kwam, leende hij geld van wat vrienden en maakte er een knus theatertje van. Het liep al gauw storm. Niet van de Amsterdammers, want die vonden het maar volkse grappenmakerij, maar van toeristen uit de rest van het land. Dagjesmensen uit Limburg, Groningen en Zeeland lachten zich een ongeluk om de witzen over Sam en Moos, de grappen over schoonmoeders, de moppen over huisvaders die vreemdgaan. Max bouwde een kaartsysteem op met enkele duizenden komische verhaaltjes, ingedeeld naar onderwerp. Later volgden nog boekjes en platen, alles even succesvol.

Maar gelukkig was hij niet. Ook na de oorlog viel het niet mee om jood te zijn. Geniepig antisemitisme, jaloezie, hij kon daar niet goed tegen. In hun appartement was het hem veel te stil. Sofie was het liefst thuis, verzorgde en bemoederde hem, kon zich verliezen in haar boeken, zodat je urenlang een speld kon horen vallen. 

Toen kwam er een nieuwe buur, een weduwe, Coby. Wat jonger dan zij, een charmante verschijning, op zoek naar contact. Max, altijd al gevoelig voor vrouwelijk schoon, nodigde haar uit, was de voorkomende gastheer, zodat ze al gauw geregeld bij elkaar over de vloer kwamen. Hoe reageerde Sofie? Met enige opluchting. Ze kende haar Max en vertrouwde hem volledig. Ze begreep dat hun bovenbuurvrouw haar van een vervelende taak kon verlossen. Sofie wilde het uitgangsleven helemaal niet in, waar allerlei vervelende mensen Max eindeloos aanspraken en een handtekening verlangden terwijl er altijd weer volk rondliep dat neerbuigende opmerkingen over joodjes wenste te maken. Binnen is het veilig, thuis is het leuk.

"Max, je moet Coby afhalen! De taxi staat voor." Als Sofie voor het raam staat om ze toe te wuiven, ziet ze haar Max in een smoking die hem inmiddels iets te krap zit, hoffelijk de deur van de zwarte limousine openhouden voor Coby. Die is helemaal in in een lange zwarte japon van tafzijde gehuld en draagt al haar juwelen, wat haar iets kermisachtigs geeft. De vrouwen zwaaien enthousiast naar elkaar. Dan zoeft de wagen weg.

Eens in de maand speelt zich dit tafereel af. Max is springerig als een jonge hond, Sofie blij dat ze niet mee hoeft, Coby opgewonden over de komende spannende uren. Straks ligt hij weer naast me, denkt Sofie, en pakt het boek op waar ze al een tijdje mee bezig is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten