16-11-2023

EEN MAN EN ZIJN 4 VROUWEN

 Zoiets overkomt je vooral als je jong bent. Frédéric is achttien jaar als hij een betoverende oudere vrouw, zo rond de veertig, voor het eerst ziet. Ze heeft een prachtige bruine huid, een verleidelijk figuur, een ovaal gezicht met opvallend grote donkere ogen, lange wenkbrauwen en mooi zwart haar. Als een bliksemstraal komt ze bij hem binnen. Mevrouw Arnoux heet ze, getrouwd met een rijke handelaar, die het prima vindt dat Frédéric zich min of meer aan hen opdringt en uiteindelijk een huisvriend wordt. Zo'n  25 jaar zal hij van haar dromen, en ook enkele succesjes mogen beleven.

Want F. komt uit de Franse provincie, maar zoals zovelen trekt hij in 1840 naar Parijs om  avonturen te beleven en carrière te maken. Daar ontmoet hij, zoals dat past in een wereldstad, mensen van allerlei slag: courtisanes, onbetrouwbare zakenlui, kroegbazen, jonge socialisten, artiesten. En op politiek terrein gebeurt er van alles in Frankrijk. Sinds de juli - revolutie van 1830 is de burgerkoning Louis - Philippe aan de macht. Hij moet zijn weg zien te vinden tussen  republikeinen en socialisten, koningsgezinden en bonapartisten. In 1848 komt de arbeidersklasse in opstand; die wordt neergeslagen, zodat eind 1848 Louis - Napoléon eerst tot president en in december 1851 tot keizer wordt gekozen. Na deze staatsgreep weet links dat de deplorabele sociale omstandigheden vooralsnog niet zullen verbeteren. 

Waarom moet de lezer dit weten? Welnu, F. heeft hier alles mee te maken. Zijn mislukte leven, zoals hij het zelf noemt, staat symbool voor de geestelijke ondergang van zijn generatie. Omdat hij al jong een geweldige erfenis mag incasseren, heeft hij geld genoeg om  zakelijke belangen te hebben, en vooral om de ware liefde te vinden. Hij faalt echter omdat hij niet kan kiezen tussen de saaie gevestigde orde en de spannende, onbetrouwbare onderkant van de maatschappij. Terwijl hij Sophie Moreau voorzichtig het hof maakt en bijna trouwt met mevrouw Dambreuse, een schatrijke weduwe, heeft hij al die tijd in de voluptueuze Rosanette, een vrouw van vederlichte zeden, een dankbare maîtresse. Ze schenkt hem zelfs nog een kind. En de vierde vrouw? Dat is Louise, zijn buurmeisje uit het dorp, dat jaren hopeloos op hem verliefd is geweest.

Gustave Flaubert (Rouen, 1821 - 1880) wil wat te veel in deze, vaak geroemde, roman. Zijn hoofdpersoon is eigenlijk geen interessante figuur; hij laat hem, ook om hem wat kleur te geven, in diverse milieus verschijnen die uitvoerig beschreven worden. Er volgen dan uitgebreide politieke beschouwingen en discussies. Er is constant gedoe over geld, leningen, schulden, juridische kwesties. Een strenge redacteur van een solide uitgeverij met een rood potlood had goed werk kunnen verrichten.

Eind maart 1867, bij het vallen van de avond, dient een vrouw zich bij Frédéric aan. Het is mevrouw Arnoux. Glimlachend, zwijgend, staren ze elkaar aan. Dan beginnen ze te praten, over vroeger. Voor de gezelligheid ontdoet ze zich na verloop van tijd van haar mantel en hoed. Het licht van de lamp valt over haar dikke, witte haar. Frédéric is verbijsterd, daarna gelaten. Dit is niet meer die goddelijke vrouw van toen. De tijd verglijdt, alles verandert, benut de jaren die je gegeven zijn zo zorgvuldig mogelijk.  Kijk, daar gaat dit boek nu eigenlijk echt over.

Gustave Flaubert, De leerschool der liefde. Vertaling door Hans van Pinxteren, met nawoord, van L'Education sentimentale (1869). Uitgeverij L.J. Veen Klassiek, Amsterdam/Antwerpen, 2022. 478 blz. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten