16-07-2024

KONING WILLEM I

 Het kind is de vader van de man, luidt het spreekwoord. Voor Willem Frederik, erfprins, later koning Willem I (1772 - 1843) geldt dit nadrukkelijk. Als kind was hij al koppig, dwars en gierig. Vanaf 1795 zal geld een doorslaggevende rol in zijn leven spelen. Niet voor niets werd zijn hofleven door de adel als het saaiste van Europa beschouwd. De jongeman bleek intelligent, hard, gesloten, standsbewust, en dat veranderde nooit meer. Hoe ver komt een adellijk persoon met al deze eigenschappen?

Jeroen Koch behandelt in zijn biografie vijf thema's. 1) Het persoonlijke leven van Willem I. Geboren in het Huis van Oranje, voorbestemd om stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te worden, vlucht de vader van Willem Frederik met zijn gezin in 1795 naar Engeland. Napoleon heerst dan op het continent. W.F. doet dienst in het Pruisische leger, mag in 1802 even regeren over het bisdom Fulda, trekt vervolgens door Europa, op zoek naar status en inkomen. De Slag bij Waterloo (1813) en het Congres van Wenen (1815) zorgen voor een ommekeer. In 1815 mag hij de titel 'soeverein vorst van de Nederlanden' voeren. Dit houdt in: het huidige Nederland, België en Luxemburg vormen één staat, met koning Willem I aan het hoofd. Hij is dan al getrouwd, heeft twee zoons en vier buitenechtelijke kinderen. In 1840 zal hij vrijwillig aftreden, waarna een tweede huwelijk volgt. In 1843 sterft hij in Berlijn aan een beroerte. 

2) De internationale context, d.w.z. de relatie met de andere vorstenhuizen in Europa. Koch benadrukt telkens dat het Huis van Oranje een speelbal was van de grote mogendheden. Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk, Engeland en Rusland deelden de lakens uit en de Oranjes hadden slechts te gehoorzamen. Omdat er ten noorden van het Frankrijk na Napoleon een stabiele, volgzame staat moest komen, werden  de Nederlanden gecreëerd. Geholpen door de Engelsen kon Willem Frederik in 1813 op het Scheveningse strand landen. 

3) De ontwikkeling van de monarchie in het Nederlandse staatsbestel na het Congres van Wenen, dat in 1814 een nieuwe, Europese orde schiep. Men maakte handig gebruik van een geliefde mythe: vrijheid, de natie en Oranje zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Willem I verwees in zijn toespraken naar Willem de Zwijger en Maurits; onderwijzers, politici en literatoren haakten aan en het volk geloofde hen.

4) De beeldvorming rond koning Willem I. Alle Europese vorsten zagen zichzelf als vaders die hun onderdanen moesten beschermen tegen alle kwaad. Willem I speelde met verve deze rol. Eens in de week hield hij open huis: iedereen mocht langskomen. Hij luisterde minzaam, sprak een bemoedigend woord, schonk soms een bedrag. Zijn vaderlijke optreden had onmiskenbaar een neerbuigende toets.

5) Zijn beleid als vorst. Van de grondwet trok hij zich niets aan, zijn standpunt bleef steeds: alleen de koning besluit. Geen persvrijheid, vrijheid van godsdienst of parlementaire controle op de overheidsfinanciën. Daarom wensten de Belgen zich in 1830 af te scheiden, daarom waren de financiën een puinhoop, daarom hielden ministers het nooit lang bij hem uit. Hij hield van het papierwerk, de dossiers; moesten er echter kordate beslissingen genomen worden, dan aarzelde hij veel te lang. 

Dankbaar gebruikmakend van de koninklijke archieven, gretig puttend uit de talloze brieven die de leden van het Huis van Oranje elkaar schreven, presenteert Koch u een fascinerende biografie. Het leven van onze eerste koning is zó vol aan dramatische gebeurtenissen, dat een biograaf zich in luilekkerland waant. Elke pagina bevat een overvloed aan feiten, namen, gebeurtenissen en verklaringen, zodat u ondergedompeld wordt in de Nederlandse en Europese samenleving van eind achttiende en eerste helft negentiende eeuw. Heerlijk, toch?     

Jeroen Koch, Koning Willem I  1772 - 1843. Boom Amsterdam, 2013. 704 blz.                                                                             

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten