09-01-2012

BONJOUR TRISTESSE

                                      
Dat Cécile (17 jaar) gezakt is voor haar filosofie – examen zal niemand verbazen, want aan studeren heeft ze een hekel, en haar vader moedigt haar bepaald niet aan. Hij houdt zich voornamelijk bezig met makkelijk geld verdienen in de reclame en  het veroveren van vrouwen.  Dat gaat hem uitstekend af. Als vader en dochter de zomervakantie doorbrengen in Juan – les – Pins neemt hij de veel jongere, tikkeltje ordinaire, Elsa mee. Alles wordt anders als na een week Anne, een modeontwerpster van pa’s leeftijd, komt logeren. Zij verschilt totaal van de anderen. Ze heeft stijl, is gedisciplineerd, vindt een goede schoolopleiding wel belangrijk, houdt van een goed gesprek. Dat Cécile scharrelt met de acht jaar oudere Cyril in plaats van filosofische teksten door te nemen, ergert haar mateloos. De toekomst wordt voor Cécile nog donkerder als blijkt dat pa en Anne een huwelijk overwegen. Zou daar nog wat aan te doen zijn?
Toen “Bonjour tristesse” in 1954 uitkwam in Frankrijk en een jaar later in Nederland, was de morele verontwaardiging groot. Dat schrijfster Francoise Sagan slechts achttien lentes telde, maakte het schandaal compleet. Zoveel vrije seks en lichtzinnig gedrag in één boek, daar moest voor gewaarschuwd worden, vonden ouders, priesters en dominees.
Serieuze critici lazen de roman anders. Ze zagen er een tijdsbeeld in, namelijk het protest van een jonge generatie die zich afzet tegen de brave burgerij en haar bekrompen opvattingen. Met als wapens relativering, provocatie en cynisme bestrijdt de jeugd alles wat de gevestigde orde heilig is.
Een schandaalboek zorgt voor aandacht en dus voor lezers: in vijf jaar werden er vier miljoen exemplaren van verkocht in 22 talen. Francoise Sagan was ‘hot’ en dat zal ze haar hele, bewogen, leven blijven.
Zo’n beroemd boek moet je dus eigenlijk gelezen hebben, maar ik kwam er pas toe toen ik de nieuwe vertaling van Marianne Gossije in handen kreeg, die door uitgeverij Meulenhoff in 2009 is uitgebracht. Opmerkelijk vind ik de cynische kijk van de piepjonge Sagan op het leven en haar genadeloze ontleding van haar hoofdfiguren. Cécile en haar vader behoren tot een type mensen dat ver van mij afstaat, maar Sagan is erin geslaagd ze zó te beschrijven dat ik ze ken, begrijp , zelfs sympathie voor ze kan opbrengen. Ik mag graag over ze nadenken. Ze genieten van zon, zee en strand, drinken een goed glas, houden van feesten met veel muziek en opgewekte, inhoudsloze gesprekken. Inderdaad, beiden denken nooit ergens over na, deugen nergens voor, weten niets. Zeker, om innerlijke rust te vinden moeten ze opwinding en drukte om zich heen hebben. Het is waar, pa wenst meteen te krijgen wat hij begeert, beiden leven alleen voor hun eigen genoegens. Maar ze geven dit alles toe, doen zich niet beter voor dan ze zijn. Hun charme overrompelt je en hun opgewektheid werkt aanstekelijk. Voor vermaak zijn ze geboren, sterker nog: dat is het enige wat telt. Neem ze mee naar een groot feest en je hebt de nacht van je leven.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten