13-04-2013

VAN DE DINGEN DIE VOORBIJ ZIJN

Nadat Gerrit vrij onverwacht weduwnaar was geworden, had hij genoeg tijd om terug te blikken. Werken deed hij niet meer, en zijn kinderen woonden zó ver weg dat hij niet bang hoefde te zijn voor onverwachte bezoekjes. Hij miste zijn vrouw; omdat dit gevoel eerder sterker werd dan afnam, vluchtte hij weg in zijn herinneringen, fantasieën, foto's. Telkens weer haalde hij zich voor de geest hoe ze elkaar hadden ontmoet.

Dat was op de instuif geweest. Gerrit en Gonnie hadden hun jeugd doorgebracht in een doodgewoon provinciaals stadje met weinig uitgaansmogelijkheden, dus een dansavond, georganiseerd door de kerk en  katholieke jongeren, bleek al gauw een zeer geschikte mogelijkheid om de andere sekse te leren kennen. Gonnie was klein, donker en springerig, Gerrit lang, broodmager, ernstig. Als magneten voelden ze zich tot elkaar aangetrokken. Al gauw liepen ze, verlegen lachend, hand in hand door hun stadje. Gerrit voelde zich verliefd èn opgelucht. Hij had altijd over huizenhoge drempels moeten klimmen voordat hij een meisje durfde aan te spreken; als hij zijn schroom eindelijk overwonnen had, beschikte hij over zo weinig tekst dat de stiltes pijnlijk werden. Maar nu had hij Gonnie. Aanspreken, praten, veroveren, het hoefde goddank allemaal niet meer.

Zelfverzekerd toog hij naar Haarlem. Daar probeerde hij zo snel mogelijk  zijn boekhouddiploma's te halen. Gonnie wilde dolgraag samenwonen in een flat die ze al aan het inrichten was. Gerrits toekomst lag als in beton gegoten vóór hem. Heerlijk!

Als Gerrit dit punt bereikt had in zijn gemijmer, nam een onbehaaglijk, wat weemoedig gevoel bezit van hem. Het beeld van dat piepjonge, helblonde, groenogige meisje raakte hij dan een hele poos niet meer kwijt. Hij wist alleen dat ze Vera heette en hem in Haarlem vastbesloten achtervolgde. Het begon hem namelijk op te vallen dat ze in de kantine of  collegezalen geregeld opdook en bij hem in de buurt ging zitten of staan. "Wat een mooie meid," bromde Ruud, een medestudent met wie hij vaak optrok. En inderdaad, ze was beeldschoon. Haar allerfraaiste kant draaide ze in zijn richting, vervolgens staarde ze dromerig in de verte, wachtend om aangesproken te worden. Gerrit raakte in een toestand van complete verwarring. Hij had toch Gonnie? Ze gingen toch samenwonen? En die flat dan? Bovendien: uitmaken, hoe doe je dat? En als het met deze Vera niks zou worden, dan zou hij echt met lege handen staan. Maar ze was wel een plaatje. Hij zag haar vrijwel dagelijks. Zou hij haar een kop koffie aanbieden? Meevragen naar de bioscoop? Stel dat hij smoorverliefd werd? Wat dan?

Weduwnaar Gerrit had dagen dat hij voortdurend aan deze innerlijke tweestrijd van jaren geleden terugdacht. Hij zag zichzelf  hand in hand met een filmster naar zijn ouderlijk huis lopen om haar trots aan iedereen voor te stellen. Goedkeurend hoofdgeknik, bewonderende blikken, licht jaloerse opmerkingen, ze trokken als een film aan hem voorbij. Als hij echt op dreef was, liep hij glimlachend door de kamer, terwijl hij de druk voelde van een poezelige meisjeshand (Gonnie had harde werkhanden), die liefkozend  in de zijne kneep. Maar wanneer hij weer tot zichzelf kwam en in de spiegel zijn grijze snor en kalend hoofd waarnam, besefte hij dat de tijd zijn werk gedaan had. Hij had trouwens nooit ook maar één woord met zijn Marilyn Monroe gewisseld. En zonder Gonnie was er eigenlijk ook niks meer aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten