08-10-2015

HEIMWEE, ONBEDWINGBAAR HEIMWEE

Jimmy G. wordt in 1975 opgenomen in een bejaardentehuis. Hij ziet er gezond en opgewekt uit, is pas 49 jaar, maar moet verzorgd worden, want zijn geheugen reikt niet verder dan 1945. Meerdere keren per dag stelt hij zich aan zijn neuroloog Oliver Sachs voor, want hij vergeet alles en iedereen meteen weer. De zeeman die jarenlang te veel dronk, is een korsakovpatiënt geworden. Maar met zijn intelligentie is niets mis: hij blinkt uit in de exacte vakken en lost snel ingewikkelde puzzels op. Hij doet erg vrolijk, maakt grappen, maar het lijkt of niets hem echt raakt. Een lege huls, vindt Sachs aanvankelijk, deze man zonder verleden, zonder toekomst, schijnbaar zonder emoties. De nonnen reageren verbolgen als hij met deze visie komt. Als Sachs Jimmy gadeslaat tijdens de mis, begrijpt hij waarom. De man zonder geheugen heeft wel degelijk een ziel en hij vult die met vroomheid, religie, spirituele aandacht. Muziek en tuinieren blijken hem eveneens voldoening te geven. Sachs weet nu: ook neurologisch beschadigde patiënten kunnen met behulp van kunst, godsdienst, liefde een zin aan hun leven geven, zodat ze volwaardig mens zijn. Zelfs een befaamd neuroloog raakt nooit uitgeleerd.

Oliver Sachs ( Londen 1933 - New York, 30 augustus 2015) had ouders die beiden arts waren. Hij studeert medicijnen in Oxford en vertrekt vervolgens in 1960 naar Canada en de Verenigde Staten om als homoseksueel aan de Engels homofobie te ontsnappen. Enige tijd is hij hoogleraar neurologie in New York, waar hij vanaf 1965 een eigen praktijk heeft. Als wetenschappelijk onderzoeker acht hij zichzelf niet zo geslaagd; hij ontdekt dat hij helder kan schrijven en daarom zijn vak toegankelijk kan maken voor het grote publiek. In boeken als Awakenings ( 1973), ook verfilmd, en De man die zijn vrouw voor een hoed hield verbindt hij neurologische theorie en verbazingwekkende, haast absurdistische case - histories vernuftig met elkaar. Je hebt soms het idee dat je Pinter leest, of Borges, die beiden trouwens ook door Sachs zelf genoemd worden. Steeds weer blijkt hoezeer hij oprecht betrokken is bij zijn patiënten, met hen meeleeft,  meevoelt en hun heimwee deelt als ze terugverlangen naar vroeger, naar muziek, naar getallen, naar alles wat hun gelukkig maakt of gemaakt heeft.

Hoe teleurgesteld was bijvoorbeeld mevrouw O'C. wel niet toen ze van haar hersenbloeding herstelde. Omdat haar ouders kort na elkaar stierven, stuurde men het Ierse meisje van vijf naar een tante in Amerika. Niets kon ze zich van haar vroegste jeugd herinneren. Maar zie... bijna negentig kreeg ze een lichte beroerte, met als gevolg dat ze urenlang duidelijk, hard, muziek hoorde in haar hoofd. Ierse liedjes om op te zingen en te dansen uit haar jonge jaren, die vervolgens allerlei beelden van toen met zich meevoerden. Dolgelukkig was ze, want ze kreeg haar kindertijd terug; diepbedroefd voelde ze zich toen "die deur weer gesloten werd", zoals ze het zelf uitdrukte. Toch was ze rijker geworden, want hoewel de aanvoer stopte, kon ze blijven teren op herinneringen waar ze voorheen niet over beschikt had. Ach, Oliver Sachs is gewoon een geboren verhalenverteller.
Oliver Sachs, De man die zijn vrouw voor een hoed hield. Londen, 1985. Vertaling P.M. Moll - Huber, Amsterdam, 1986.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten