07-08-2016

DE KOZAKKENTUIN

Zo'n vijf minuten heeft Fjodor Dostojevski  (1821 - 1881) echt gedacht dat hij geëxecuteerd zou worden. Als hij met veertien kameraden voor het vuurpeloton staat, voor een klein vergrijp veroordeeld tot de doodstraf, gekleed in een lang wit doodshemd, en de commandant zijn sabel al opsteekt ten teken dat er geschoten kan worden, rijden er een paar koetsjes het terrein op. Er ontstaat  lichte verwarring, maar dan komt het bericht dat tsaar Nicolaas I de straf heeft verzacht, wat voor Dostojevski betekent dat hij vier jaar in een Siberisch strafkamp moet doorbrengen. Nicolaas wilde de opstandelingen nog even flink schrik aanjagen. Dostojevski is dan 28 jaar; in zijn vaderland staat hij bekend als een veelbelovend schrijver.

In Omsk wordt hij als politiek gevangene door leiding en bewakers aanzienlijk humaner behandeld dan de echte criminelen die daar ook rondlopen. Deze beschouwen de schrijver, die tot de lagere adel behoort en gestudeerd heeft, als een heertje dat nooit zijn handen heeft vuil gemaakt. Daarom verachten ze hem en trachten hem te vernederen. Dat lukt niet, want fysiek wordt hij steeds sterker en zijn mentale kracht blijft ongebroken. Maar de eenzaamheid knaagt aan hem, terwijl hij aan zijn hartstochtelijk verlangen om te schrijven niet toe kan geven.

Hoe weten we dit allemaal? In 1854 werd Dostojevski vrijgelaten uit de strafkolonie en overgebracht naar het stadje Semipalatinsk, waar, geheel uit vrije wil, Alexander von Wrangel woonde, elf  jaar jonger dan de schrijver en officier van justitie van beroep. Beiden zijn ongetrouwd, hebben dezelfde adellijke achtergrond, houden van literatuur en filosofie. Ze sluiten al snel vriendschap, zullen elkaar jarenlang op alle mogelijke manieren steunen en vele vertrouwelijke brieven schrijven, die in diverse musea te raadplegen zijn. Het alledaagse leven in dat barre Siberië, hun opmerkelijke verliefdheden, en vooral het karakter van één van 's werelds grootste auteurs: dankzij Von Wrangel kunnen we er ons een heel aardig beeld van vormen.

Dostojevski was in hoge mate geïnteresseerd in vooral de psyche van misdadigers. Omdat Wrangel elke dag met deze mensen te maken had, vroeg hij hem honderduit. In die tijd zag men misdadigers als uitschot, hun motieven of achtergrond kon niemand wat schelen. Dostojevski, die een zwak had voor de underdogs van deze wereld, dus wel, zoals hij ook geboeid raakte door geweld, uitbuiting, onderdrukking. Het viel Wrangel op dat zijn vriend zo snel mensen doorzag, hun leugens doorprikte, hem voor sommige waarschuwde, maar toch nadrukkelijk zeer vergevensgezind was. Hij begreep kennelijk hoezeer wij allen geneigd zijn tot het kwade.

Jan Brokken heeft zich zó ingeleefd in Alexander von Wrangel, dat hij in staat was diens levensverhaal in de ik - vorm te vertellen. Gebruikmakend van zijn brieven en memoires, puttend uit de herinneringen van zijn jongere broer Nikolaj, grasduinend in de vijfdelige biografie van Dostojevski van de Amerikaan Joseph Frank, kan Brokken de nieuwsgierige lezer garanderen dat alle feiten kloppen. De meningen zijn voor rekening van Wrangel, zoals Brokken hem gelezen en begrepen heeft. De Kozakkentuin is een documentaire roman geworden, boeiend, vol interessante informatie over excentrieke mensen.
Jan Brokken, De Kozakkentuin, Amsterdam/Antwerpen, 2015. 349 blz.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten