14-04-2017

WILLEM III EN MARY STUART

Als Willem III rond zijn veertigste op zijn jeugdjaren terugblikt, moet hij gezegd hebben: "Ik ben in tegenspoed geboren en opgevoed."  Zijn onstuimige vader mocht zich stadhouder van alle gewesten noemen en opperbevelhebber van het Staatse leger, maar ondoordachte acties leidden ertoe dat voor zijn zoon niets anders overbleef dan de titel Prins van Oranje. Willem III wordt geboren in 1650, en groeit vaderloos op in Den Haag; zijn jeugdige moeder trekt zich weinig van hem aan, schuldeisers blijven hardnekkig om hun geld vragen.

Hij blijkt ongeduldig en impulsief, maar ook slim en ambitieus. De machtigste man van Holland, raadpensionaris Johan de Witt, wil echter niets van Oranjes en stadhouders weten, dus een carrière zit er voor Willem vooralsnog niet in. Dat verandert als de tijden roeriger worden: Frankrijk en Engeland zien de Republiek verzwakken, het volk komt in opstand en roept om een Oranje. Op 4 juli 1672 wordt hij stadhouder. Vanaf de daken in Den Haag kronkelen oranje linten naar beneden, de mensen zijn in een feeststemming. Willem zelf maakt een stuurse indruk, hij heeft niet de uitstraling van een man die het land komt redden. Dat is toch wel de bedoeling, want twee weken daarvoor zijn de Fransen met een gigantisch leger de Rijn overgestoken.

Een ongemakkelijke man, deze Willem, maar wel met een winnaarsmentaliteit. Astmalijder, met een vergroeiing aan zijn wervelkolom zodat hij een kleine bochel heeft, is Willem een geestdriftig sportman die het liefst in onstuimig weer urenlang jaagt en paardrijdt. Zijn aambeien bloeden dan zo hevig, dat onderbroek en rijbroek doorweekt raken. Met zijn 1.65 m is hij van gemiddelde lengte, met zijn haakneus en priemende ogen kun je hem onmogelijk charmant noemen. Om de Republiek te redden wil hij ook opperbevelhebber worden. Als dat gelukt is, blijft er nog één wens over: een vrouw.

Mary Stuart is het nichtje van de Engelse koning Karel (Charles), en daarom een uitstekende partij; een huwelijk met haar betekent aansluiting met het Engelse koningshuis. Als Willem naar Engeland reist om haar hand te vragen, weet ze nog van niks. Ze is vijftien jaar, danst, musiceert, droomt. Ze is ook aantrekkelijk, opmerkelijk lang (bijna 1.80 m) elegant. Aan een huwelijk met een saaie, kleinere, tamelijk kleurloze, Nederlandse prins denkt ze al helemaal niet. Als haar vader haar vertelt dat ze met Willem gaat trouwen en naar Holland verhuist, huilt ze anderhalve dag. Op 14 november 1677 treden ze in het huwelijk. Geen van beiden toont zich verliefd.

Maar Mary is vastbesloten haar nieuwe leventje kleur te geven. Ze breidt het prinselijk hof uit tot ze over 160 man personeel beschikt, krijgt taallessen, kleedt zich volgens de plaatselijke mode en geniet van haar kostbare verzameling Chinees porselein. Hun huwelijksleven blijkt opmerkelijk goed; als haar man in 1678 weg moet voor een veldslag, reist ze zo ver mogelijk met hem mee. Hun afscheid valt bij de omstanders op door de innigheid ervan. Na twee miskramen kan hun kinderwens echter niet vervuld worden. In 1684 kopen ze hun eigen paleis, Het Loo.

Op 6 februari 1685 wordt Jacobus (James) II, de schoonvader van Willem, koning van Engeland. Deze wil van zijn land een katholieke natie maken, hoewel het bevolkt wordt door anglicanen die allemaal de pest aan katholieken hebben. De protestantse Willem, gesteund door zijn anglicaanse vrouw, neemt de handschoen op. Hij gaat voor het Engelse koningschap. Dat hij inmiddels een maîtresse heeft, de schele Elisabeth Villiers, weet iedereen, maar Mary blijft zich waardig gedragen.

Op 15 november 1688 landen honderden transportschepen op de Engelse kust bij Brixham. De invasie is een feit. De maand daarvoor was er een manifest verspreid, in een oplage van 60.000 exemplaren, waarin de bevolking werd uitgelegd dat Willem, uitgenodigd door vooraanstaande Engelsen, ervoor kan zorgen dat het parlement geëerbiedigd wordt en het protestantisme in ere hersteld. Zijn manschappen krijgen nauwelijks tegenstand te verwerken. Op 21 april 1689 worden Willem en Mary in Westminster Abbey gekroond tot koning en koningin.

De eens zo sobere Mary is als koningin onmatig: jurken met gouddraad, twee dozijn handschoenen per maand, elke vier weken minimaal zeven paar schoenen. Maar als Willem in 1690 in Ierland moet vechten, neemt ze regeringswerk van hem over. Gesteund door een raad van negen wijze mannen weet ze de lopende politieke zaken zó efficiënt te regelen dat ook Willem trots op haar is.

Elk geluk is eindig. Begin januari 1694 wordt Mary ziek. Na twee dagen blijkt dat het om pokken gaat. Er vinden aderlatingen plaats, er verschijnen zwarte plekjes in haar gezicht. Ze wil niet dat Willem op haar kamer blijft slapen, want hij huilt te veel. Op 8 januari sterft ze, 32 jaar oud. De secretaris van de Engelse ambassade in Den Haag is aangedaan door het algehele beeld van droefenis in Holland, nog wel van een bevolking die hij als nuchter en weinig emotioneel heeft leren kennen. Willem zelf blijft een maand onzichtbaar, slechts te bereiken door een enkele vertrouweling. Hij zal niet meer hertrouwen.
Luc Panhuysen, Oranje tegen de Zonnekoning. Amsterdam/Antwerpen, 2016. 589blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten