27-05-2017

VROUWEN KOMEN OOK VAN MARS

Ze mochten het thuis niet weten, dus sloop Gerrit rond zijn zeventiende geregeld naar cafés. De geur van bier en sigarettenrook, de muziek uit de jukebox, mannen en vrouwen die opgewekt en ongedwongen met elkaar omgingen, het luide gelach dat telkens weer opsteeg, dat alles beviel hem in hoge mate. Thuis mocht niets, hier was iedereen aardig. Hij kaartte met twintigers, dobbelde met dertigers, terwijl hij graag mocht luisteren naar de gesprekken die de nog ouderen voerden. Het liefst kwam hij in 't Anker. Daar stonden Theo en Joke lachend en neuriënd bier te tappen, geassisteerd door dochter Isabelle. Zij wilde de stamgasten nog weleens uit de tent lokken door vragen te stellen die ze alleen konden beantwoorden als ze iets van zichzelf prijs gaven. Dat doen mannen pas als ze voldoende glazen bier genuttigd hebben, ontdekte de jeugdige Gerrit.

Op een avond sneed Isabelle de kwestie van de huwelijkstrouw aan. "Stel je nu eens voor dat je op een keer een bloedmooie jonge vrouw tegenkomt, die nadrukkelijk laat merken dat ze met jou een nacht wil doorbrengen. Niemand zal er wat van merken, nooit zal het uitlekken, alles is volstrekt veilig. Jullie zijn wel allemaal getrouwd. Wat doe je? Ga je je vrouw bedriegen, of niet?" De reacties verbijsterden Isabelle èn Gerrit. Eentje vroeg nog voor de zekerheid: "Niemand komt erachter?" en toen Isabelle instemmend knikte, was voor hem en de andere heren het probleem opgelost. Natúúrlijk zouden ze toeslaan. Zo'n kans zouden ze zich niet laten ontnemen. Sommigen zaten al bij voorbaat verlekkerd te knikken. "En de huwelijkstrouw dan?" vroeg Isabelle, enigszins van haar stuk gebracht door al die gulzige kerels. "Ach, dat is iets voor de Libelle en de Margriet. Romantiek! Het echte leven zit anders in elkaar."

Gerrit wist niet wat hij hoorde. Een huwelijk betekende toch eeuwige trouw? Trouw tot aan de dood? Hij had in zijn jonge leven niets anders om zich heen gezien.

Tien jaar later. Gerrit verblijft met zijn vrouw in een tamelijk luxueus hotel op Mallorca. Onder de gasten bevinden zich welgestelde zakenlieden, jonge mensen met een goede opleiding, groepjes niet onaardige oudere dames. Omdat het 's middags behoorlijk heet kan zijn, ligt zijn vrouw op hun kamer te rusten, terwijl Gerrit nog even naar buiten wil. Hij stapt in de lift, samen met twee dames, die hem al eerder opgevallen zijn. Beiden zijn zeker tien, vijftien jaar ouder dan hij. De ene is klein, bleek en bol; de andere beschikt over de allure van een vrouw die eens erg knap was en dat nu nog uitdraagt, gekoppeld aan een dusdanig charmant optreden dat een jongeman als Gerrit daar niet ongevoelig voor is. Niemand zegt wat. Ze hebben wel oogcontact. Een zekere onrust maakt zich van Gerrit meester. De lift stopt; de onaantrekkelijke loopt als eerste door en blijft wachten. De charmante volgt haar, houdt de deur wijd open, blijft staan en kijkt over haar rechterschouder naar Gerrit. Haar blik is uitdagend, uitnodigend, verwachtingsvol. De hotelgang strekt zich leeg voor hen uit; de oninteressante slaat de situatie gade met iets van verrassing en ongeloof in haar ogen. Waarschijnlijk is hun kamer vlakbij. Niemand komt erachter, flitst het door Gerrits hoofd. Boven ligt zijn echtgenote te slapen, voor hem staat een interessante, avontuurlijke dame, die nu heel langzaam, zonder om te kijken, doorloopt. Stapje voor stapje verwijdert ze zich van hem, maar als hij wil kan hij met een paar grote stappen naast haar zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten