13-07-2017

HET LIJDEN VAN DE JONGE WERTHER

Zo verliefd te zijn als Werther is maar weinigen gegeven. Ga maar na: als haar koets wegrijdt zonder dat ze hem gegroet heeft, wellen er tranen bij hem op; als zijn vingers per ongeluk de hare raken en wanneer hun voeten onwillekeurig elkaar onder de tafel beroeren, gaan er sidderingen door zijn hele lichaam. En nu kennen Lotte en Werther elkaar nog maar nauwelijks. Wat moet dat later wel niet worden?

Werther, een jongeman van goeden huize die ergens landelijk in Duitsland woont, stuurt vanaf 4 mei 1771 brieven aan zijn vriend Wilhelm. Op 16 juni bericht hij opgewonden dat hij, op weg naar een dansavondje, ene Lotte in zijn koets mee moest laten rijden. Haar zwarte ogen, levendige lippen en blozende wangen fascineren hem, terwijl haar aangename conversatie en voorliefde voor dansen er mede toe bijdragen dat hij snel in vuur en vlam staat, en dat zal nooit meer veranderen.

Maar het lot is hem ongunstig gezind. Lotte heeft een verloofde, Albert, door en door keurig, die dus hoffelijk toestaat dat Werther geregeld op bezoek komt. Iedereen doet aardig, allen leven mee, maar verder krijgt Werther geen poot aan de grond. Hij raakt verbitterd, zoekt en krijgt een betrekking bij een gezant, maar de brave burgerij en de wurgende standenmaatschappij staan hem in hoge mate tegen, en hij breekt met alles en iedereen. Lotte raakt hij echter niet kwijt. Ze wordt een obsessie voor hem. Optimistische fantasieën, sombere bespiegelingen, opstandige hersenspinsels, ze krioelen dusdanig door zijn hoofd, dat Lotte hem bezorgd "ernstig ziek" noemt. Eens merkt ze terecht op: "Ik vrees dat het alleen maar de onmogelijkheid is om mij te bezitten die mij zo begerenswaardig maakt." Hij bezoekt het pas getrouwde echtpaar zó vaak en hij blijft dan zó lang plakken, onderwijl zijn beminde lastig vallend met zijn liefdesverdriet, dat hij wel iets van een stalker weg heeft. Langzaam maar zeker glijdt Werther weg in melancholische bespiegelingen, waaruit geen terugkeer mogelijk is.

De brievenroman Die Leiden des jungen Werther (1774) verscheen aanvankelijk anoniem, maar toen het boek in razend tempo in heel Europa populair werd, bleef de naam vam de auteur natuurlijk niet lang geheim. Johann Wolfgang Goethe, tot dusver actief als dichter en toneelschrijver, publiceerde met Werther zijn eerste roman. Hij is dan 24 jaar en voor altijd beroemd, mede door deze fameuze liefdesgeschiedenis. Waarom eigenlijk?

Het boek hoort tot de Sturm und Drang - periode, d.w.z.: jonge auteurs uit de burgerij pleiten voor persoonlijke gevoelsuitingen, afwijzen van autoriteit en traditie, vooral het hart en minder het verstand laten spreken, origineel zijn. Wel, daar doet Goethe volop aan mee. Met een aanstekelijk enthousiasme beschrijft hij zijn eigen liefdesverdriet: al spoedig lekte namelijk uit dat hij een ongelukkige liefde koesterde voor Charlotte (!) Buff, die al verloofd was, terwijl hij later tevergeefs naar de hand dong van Maximiliane La Roche. Maar de hartstocht van Werther, zijn verdriet en zijn hoop, zijn verlangen en zijn melancholie zijn zó treffend geschetst, dat Napoleon de roman zeven keer gelezen schijnt te hebben, en ook de moderne lezer er door beroerd wordt.

Vele decennia deed het verhaal de ronde dat er na het verschijnen van het boek in Europa opvallend veel zelfmoorden plaatsgevonden zouden hebben. Recent onderzoek heeft aangetoond dat dit echt niet het geval is geweest. Tussen wat mensen zeggen en wat ze uiteindelijk doen, ligt ook hier een grote afstand. Gelukkig maar.
Johann Wolfgang Goethe, Het lijden van de jonge Werther. Vertaald door Thérèse Cornips. Amsterdam, 2010. 174 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten