24-11-2020

DE AVOND IS ONGEMAK

 Als je van je tiende tot en met je twaalfde constant je rode jas aanhoudt, ondanks alle nadrukkelijke verzoeken van je wanhopige ouders en het gelach vanuit de dorpsgemeenschap, dan moet er toch wel iets heel bijzonders aan de hand zijn. Dat bijzondere zit hem in de niet met naam genoemde hoofdpersoon die de lezer haar verhaal vertelt èn in de tragische gebeurtenissen waardoor het gereformeerde gezin waarvan ze deel uitmaakt, getroffen wordt. Het begint allemaal met Matthies, de zeventienjarige zoon, die aan een schaatswedstrijd deelneemt, door het ijs zakt en verdrinkt.

Uit angst om ziek te worden zodat er misschien nòg een kind sterft, draagt ze dus die jas, maar ik denk dat ze er ook een andere reden voor heeft. Met haar zusje Hanna heeft ze afgesproken eens hun boerderij en dat oersaaie dorp te verlaten en naar 'de overkant' te gaan: aan gene zijde van de brug, waar de stad is, vrijheid, zorgeloosheid en geluk. Haar jas heeft ze al aan. Want ze is dromerig, empathisch en beschikt over heel veel fantasie. Wie leeft nu met twee padden? Wel, met deze dieren kan ze tenminste praten.  

Met haar vader kan ze dat in ieder geval niet. Hij leidt een melkveebedrijf met 180 koeien, is zeer bijbelvast en wil dat zijn kinderen dat ook zijn, beveelt slechts en luistert nooit. De moeder is toch vooral een huissloofje, die niets van haar dochter begrijpt. Over de dood van Matthies wordt nooit gesproken; de moeder teert geestelijk en lichamelijk helemaal weg, het huwelijk van haar ouders valt nauwelijks meer te redden.

En zo gebeurt er heel veel naars in deze debuutroman van Marieke Lucas Rijneveld (Nieuwendijk; 1991). Rampspoed na rampspoed, je wordt er als lezer moedeloos van. Overdaad zit ook in Mariekes behoefte om haar grote voorbeeld Jan Wolkers na te doen. Ze stapelt de ene vergelijking op de andere metafoor, wat op den duur irriteert. Ook haar neiging om alle bedrijvigheden en handelingen op de boerderij uitputtend te beschrijven, zorgt voor ergernis. Toch is Rijneveld een groot literair talent. Ze kan goed observeren, mensen tekenen, een verhaal vertellen, en gebruikt daarvoor een uitbundige, uitstekend leesbare stijl.

 Als eerste Nederlandse schrijver won ze met dit boek in 2020 de International Booker Prize, die bestemd is voor het beste debuut uit landen buiten het Gemenebest. Dichten kan ze trouwens ook: voor de bundel Kalfsvlies (2015) kreeg ze de C. Buddingh' - prijs 2016 voor het beste poëziedebuut.

Marieke Lucas Rijneveld, De avond is ongemak. Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/ Antwerpen, 2018.270 blz.                      




Geen opmerkingen:

Een reactie posten